Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 oktober 2015 (verder: het tussenvonnis)
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 2 maart 2016, waar in enquête [naam 1] (verder: [naam 1] ) en [naam 2] (verder: [naam 2] ) zijn gehoord
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 6 juli 2016, waar in contra-enquête [naam 3] (verder: [naam 3] ) is gehoord
- de akte uitlating getuigenverhoor van BOA
- de akte houdende uitlating getuigenverhoren, tevens akte houdende eiswijziging van Movola
- de akte uitlating eiswijziging van BOA.
2.De verdere beoordeling
in conventie
Bij bijeenkomst 3 waarbij ik dus aanwezig was is het verslag op dat punt niet meer gewijzigd. De deelopdracht waarover in dat verslag gesproken wordt is verder alleen mondeling bevestigd door de heer [naam 4] bij de uitnodiging van de bijeenkomst van projectgroep 2. Dat was dus op 12 april 2013. In dat gesprek, dat per telefoon plaats vond, heeft [naam 4] mij verteld dat de offerte akkoord was en dat binnen die opdracht onze eerste deelopdracht gegeven zou worden. Bij de derde projectgroep vergadering van 23 april 2013, waar ik bij aanwezig was, is afgesproken dat ik de eerste termijn van de eerste deelfactuur van € 35.000 mocht indienen. Dit kwam overeen met de offerte. Het verslag van die projectgroep bijeenkomst 3 is het verslag dat vanaf de 5e pagina van productie 3 is bijgevoegd. Ik heb die stukken hier voor me liggen. Net zoals bij productie 17 is ook hier de nummering verkeerd gegaan. Ook hier heeft een tweede pagina als omschrijving bouwvergadering 19 maart 2013 BV 21. Ook hier gaat het om een administratieve fout en horen die tweede en derde pagina bij de bijeenkomst van 23 april 2013. Dat ik mijn factuur mocht indienen is niet in de notulen opgenomen. Het is ook niet tijdens de projectgroep bijeenkomst zelf besproken maar in de zijlijn. Ik had dit aan [naam 4] gevraagd en hij heeft gezegd dat het goed was. Dit in verband met de afronding van een massastudie. De afronding van de massastudie staat wel in de notulen van 23-4-2013. Ik heb zeker aangedrongen om een schriftelijke bevestigen van de instemming met mijn offerte. Dit heb ik meerdere keren gedaan bij [naam 4] . […] Er is nooit een schriftelijke bevestiging gekomen. Ik heb in die hele periode zelf nooit rechtstreeks contact gehad met [naam 6] behalve dat hij bij de eerste vergaderingen van de projectgroep aanwezig was. Volgens mij was dat bij projectgroep vergaderingen 2 en 3. U houdt mij voor dat ik bij vergadering 2 niet aanwezig was en hij bij vergadering 3 als afwezig staat vermeld. Ik heb hem dan gezien in de rand van de vergadering waar hij dan even langs kwam in verband met een voorafgaande of aansluitende bespreking van hem met [naam 4] . Ik heb hem dan niet inhoudelijk gesproken over de offertes en contracten. Het was bij mij maar ook bij de andere adviseurs duidelijk dat [naam 4] de zaken met de contracten voor Movola regelde. Het moest bij hem worden ingediend en hij zorgde dan voor de afhandeling. [naam 4] was bij alle vergaderingen aanwezig als bouwdirectie en in de UAV wordt er van uitgegaan dat de bouwdirectie gemandateerde is van de opdrachtgever.
[naam 3] ,namens Movola, een opdracht heeft gegeven impliceert naar het oordeel van de rechtbank dat
[naam 4]dat niet heeft gedaan. De brief van [naam 4] biedt ook geen steun voor de betwiste stelling dat de offerte van 25 februari 2013 bij Movola bekend was.
3.576,00(4,0 punten × tarief € 894,00)