ECLI:NL:RBGEL:2016:5886

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 november 2016
Publicatiedatum
3 november 2016
Zaaknummer
5121398
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over opzegging van een alles-in-1-pakket en betalingsverplichtingen

In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen Ziggo Services B.V. en een gedaagde partij met betrekking tot de opzegging van een alles-in-1-pakket. De gedaagde partij, die in persoon procedeerde, stelde dat hij op 30 oktober 2014 was overgestapt naar KPN en dat KPN via de overstapservice zijn abonnement bij Ziggo had opgezegd. Ziggo betwistte dit en stelde dat alleen de dienst telefonie was beëindigd, terwijl de overige diensten doorliepen. De gedaagde partij had echter geen betalingen verricht voor de diensten die na de opzegging door Ziggo waren geleverd, en Ziggo vorderde betaling van de openstaande facturen.

De procedure begon met een dagvaarding op 21 april 2016, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter oordeelde dat Ziggo onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat de gedaagde partij nog betalingsverplichtingen had na de opzegging van de overeenkomst. De rechter concludeerde dat de gedaagde partij erop mocht vertrouwen dat KPN de gehele overeenkomst had opgezegd en dat Ziggo niet had aangetoond dat er nog een overeenkomst bestond voor de overige diensten.

Uiteindelijk wees de kantonrechter de vorderingen van Ziggo af en veroordeelde Ziggo in de proceskosten van de gedaagde partij. Dit vonnis werd uitgesproken op 4 november 2016 door de kantonrechter J.M. Graat.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 5121398 \ CV EXPL 16-3161 \ 493 \ 636
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap
Ziggo Services B.V., voorheen genaamd UPC Nederland B.V.
gevestigd en kantoorhoudend te Utrecht
eisende partij
gemachtigde LAVG Groningen
tegen
[gedaagde partij]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna Ziggo en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 21 april 2016 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek met producties, tevens akte houdende vermindering van eis
- de conclusie van dupliek met een productie

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij] is met UPC Nederland, sinds 13 april 2015 Ziggo genaamd (hierna te noemen: Ziggo), een overeenkomst aangegaan betreffende een ‘alles-in-1’ basispakket. Het ‘alles-in-1’ basispakket bestaat uit de volgende abonnementen: televisie en radio, digitale televisie, internet en telefonie. Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Ziggo van toepassing.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Ziggo vordert, na vermindering van eis, veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van
€ 203,95 (bestaande uit € 161,92 aan hoofdsom, € 2,03 aan rente en € 40,00 aan incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 april 2016 over het bedrag van € 161,92 tot de dag van volledige betaling, met veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
3.2.
Ziggo legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde partij] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichting. Zij stelt dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde partij] tot en met 14 november 2015 diensten aan hem heeft geleverd ter zake televisie en radio, digitale televisie en internet en dat [gedaagde partij] de facturen inzake de abonnementsgelden voor de periode van juni tot en met 14 november 2015 ten onrechte onbetaald heeft gelaten.
3.3.
[gedaagde partij] erkent dat hij een overeenkomst heeft gehad met Ziggo. Hij voert echter aan dat hij op 30 oktober 2014 is overgestapt naar KPN voor een compleet pakket daar, dus zowel voor telefonie alsook voor (digitale) televisie, radio en internet, waarbij hij op advies van KPN gebruik heeft gemaakt van de overstapservice van KPN. Die overstapservice houdt volgens hem in dat KPN zijn abonnement bij Ziggo opzegt. Hij ging er daarom van uit dat KPN op 30 oktober 2014 alle abonnementen, dus het gehele pakket, bij Ziggo had opgezegd. Hij betaalt sinds die tijd ook aan KPN. Daarnaast heeft Ziggo vanaf 30 oktober 2014 geen diensten meer aan hem geleverd, omdat KPN dat vanaf die datum deed. [gedaagde partij] voert aan dat Ziggo en KPN de zorgplicht hebben om dit geschil onderling op te lossen. Dat er na
30 oktober 2014 nog diverse bedragen ten behoeve van Ziggo zijn afgeschreven van zijn rekening via een automatische incasso, komt doordat hij was vergeten deze automatische incasso stop te zetten. In het voorjaar van 2015 heeft hij dit ontdekt en heeft hij zijn bank verzocht om deze automatische incasso te beëindigen, aldus [gedaagde partij] .
3.4.
Ziggo voert nog aan dat conform het verzoek van KPN (namens [gedaagde partij] ) enkel de dienst telefonie is beëindigd per 6 oktober 2014 en dat de overige abonnementen als losse abonnementen zijn voortgezet. Ziggo stelt dat zij (toen nog UPC) dit bij brieven van
2 oktober en 6 oktober 2014 schriftelijk aan [gedaagde partij] heeft bevestigd. Toen [gedaagde partij] op
10 november 2015 aan haar liet weten dat alle diensten hadden moeten worden beëindigd, heeft zij hem bij brief van 16 november 2015 geschreven dat zij uit coulance haar diensten aan hem op 14 november 2015 zou beëindigen. [gedaagde partij] is volgens haar gehouden de abonnementsgelden van de losse abonnementen voor televisie en radio, digitale televisie en internet tot en met 14 november 2015 te voldoen. [gedaagde partij] heeft dit vanaf juni 2015 nagelaten en blijft ondanks aanmaningen in gebreke de aan haar gezonden facturen te voldoen.
3.5.
[gedaagde partij] blijft bij zijn standpunt dat hij erop mocht vertrouwen dat KPN wel het gehele ‘alles- in-1’ basis pakket bij Ziggo had opgezegd en niet alleen telefonie. Hij voert aan dat hij hierover al met Ziggo en KPN heeft gecorrespondeerd maar dat Ziggo heeft geschreven dat hij een compensatieverzoek bij KPN moet indienen en dat KPN niet op zijn brieven heeft gereageerd.

4.De beoordeling

4.1.
Ter beoordeling ligt de vraag voor of [gedaagde partij] gehouden is om de door hem onbetaald gelaten facturen van Ziggo, daterend van na 6 oktober 2014, te betalen. Deze facturen hebben betrekking op abonnementsgelden voor de diensten (digitale) televisie, radio en internet.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde partij] gebruik heeft gemaakt van de zogenaamde “overstapservice” van KPN, inhoudende dat laatstgenoemde voor overzetting van [gedaagde partij] ’ (gehele) toenmalige UPC-abonnement naar het nieuwe KPN-abonnement (Alles-in-1 Standaard) zou zorgdragen. Evenmin is in geschil dat Ziggo een beëindigingsverzoek heeft ontvangen, waarna zij (enkel) de dienst telefonie heeft beëindigd.
Terwijl [gedaagde partij] ervan uitgaat dat KPN alle diensten heeft opgezegd, stelt Ziggo dat de opzegging slechts betrekking had op telefonie. Naar het oordeel van de kantonrechter had het op de weg van Ziggo gelegen om deze stelling te voorzien van een deugdelijke onderbouwing. Met de “overstapservice” heeft de daadwerkelijke overstapprocedure zich immers buiten het blikveld van [gedaagde partij] afgespeeld. Een dergelijke onderbouwing is echter uitgebleven. Ziggo heeft het door haar ontvangen beëindigingsverzoek niet overgelegd en in het feit dat [gedaagde partij] , om welke reden dan ook, niet heeft gereageerd op de “beëindigingsbrieven” van Ziggo - waaruit overigens niet duidelijk blijkt dat Ziggo meent voor bepaalde diensten nog een overeenkomst met [gedaagde partij] te hebben - kan geen aanwijzing worden gevonden voor de inhoud van het beëindigingsverzoek.
4.3.
Ziggo heeft het verweer van [gedaagde partij] dat de overeenkomst met Ziggo (volledig) is opgezegd, gelet op het voorgaande, onvoldoende gemotiveerd betwist. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van het verweer van [gedaagde partij] . Ziggo kan dan ook geen aanspraak maken op betaling van facturen die dateren van na 6 oktober 2014. De vordering van Ziggo zal worden afgewezen.
4.4.
Ziggo zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde partij] .

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Ziggo in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [gedaagde partij] begroot op € 0,00.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.M. Graat en in het openbaar uitgesproken op