Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 april 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 22 september 2016.
2.De feiten
Die Honorierung erfolgt auf der Grundlage der Honorarordnung für Architekten und Ingenieure (HOAI) in der zum Zeitpunkt des Vertragsabschlusses gültigen Fassung’. Het betreft een gestaffeld honorarium, dat gerelateerd is aan de zogenaamde ‘anrechenbare Kosten’ (de bouwsom).
Die anrechenbare Kosten der technisch oder gestalterisch mitzuverarbeiten Bausubstanz werden gemäß § 10 Abs. 3 a HOAI mit folgendem Wert als angemessen vereinbart’ waarachter met de hand is ingevuld ‘
ca. 300.000,-’. In § 11 werd [eiseres] gemachtigd om bouwopdrachten te geven en is bepaald dat haar daarvoor financiële middelen ter beschikking worden gesteld op een bouwrekening bij de Deutsche Bank.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ändert sich der beauftragte Leistungsumfang auf Veranlassung des Auftraggebers während der Laufzeit des Vertrages mit der Folge von Änderungen der anrechenbare Kosten, Werten oder Verrechnungseinheiten, ist die dem Honorar zugrunde liegende Vereinbarung durch schriftliche Vereinbarung anzupassen’. Hier is dus bepaald dat bij latere wijziging van de omvang van het werk met gevolgen voor de aanrekenbare kosten, de aan het honorarium ten grondslag liggende overeenkomst met een schriftelijke overeenkomst moet worden aangepast.
- i) opnames door [eiseres] vanaf de bouwrekening en/of
- ii) betalingen vanaf die rekening aan de heer Laagland voor werkzaamheden die op grond van de architectenovereenkomst tot het eigen takenpakket van [eiseres] behoorden en/of
- iii) contante betalingen aan [eiseres] door hemzelf, [echtgenote van gedaagde] en/of [betrokkene 2] ,
16 november 2016voor het opgeven door [gedaagde] van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de donderdagen in de maanden januari tot en met maart 2017, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
maar alleen indien [gedaagde] daarom op de onder 5.3 bedoelde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [gedaagde] , waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,