Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- meerdere aangevers op meerdere momenten na contact met verdachte over goederen dan wel woningen het e-mailadres [e-mailadres] als het e-mailadres van verdachte hebben gebruikt;
- die contacten ook daadwerkelijk tot afgifte van goederen, dan wel het verhuren van woningen hebben geleid;
- verdachte heeft aangegeven gebruik te hebben gemaakt van dat e-mailadres;
- in een e-mail verzonden van dat e-mailadres de verzender afsluit met ‘ [verdachte 2] ’, en
- de vader van verdachte heeft verklaard nooit een e-mailadres te hebben gebruikt
kennelijk) door aangever aangeschafte goederen, omdat deze volgens afspraak met verdachte zijn voorzien van een bedrijfslogo. [13]
23 mei 2008 is opgeheven. Cheque nummer 10 kwam overeen met de reeks van cheques welke verdachte heeft ontvangen, maar deze cheque is a priori nooit gedebiteerd van de rekening. [15]
getoonde) cheque van hem is. [17]
rechtbank: daarmee de verklaringen van zijn vader bevestigend). Hij bedoelde dat hij zijn kantoor niet meer in mocht en dat hij niet meer bij zijn bezittingen kon. Zo kon hij ook niet meer bij zijn bankpassen. Verdachte zat er als een geslagen hond bij, hij had geen paspoort meer, geen mobiele telefoon, geen rijbewijs, geen kleding, geen computers enzovoorts. Verdachte vertelde dat de verkoop van zijn huis in Frankrijk geld had opgebracht en dat de helft van het geld was gestort op een Nederlandse rekening door een Franse notaris, genaamd [naam 7] , [naam 8] ( [nummer 5] ). Hier kon hij niet bij in verband met een beslaglegging door de belastingdienst. De andere helft van het geld stond geparkeerd bij de Franse notaris, maar daar kon hij niet bij. Verdachte vertelde dat hij geen aangifte kon doen, omdat hij nog een vordering van € 5.000,- bij de politie had openstaan en dat hij vastgezet zou worden. Hij zei dat zijn advocaat, [naam 9] van [naam 10] , [adres 7] , had gezegd dat hij moest voorkomen aangehouden te worden. [19]
1 april 2011 een woning te hebben verhuurd aan verdachte. Op die datum overlegde verdachte een betalingsbewijs van de borgsom en een werkgeversverklaring van een Engels bedrijf, genaamd [naam 18] , inclusief een loonstrook. [42]
1 maart 2013 stuurde [verdachte 3] junior een e-mail waarin stond dat hij naar de ING was geweest en dat betalingen, betreffende € 7.500,- en € 1700,- van zijn rekening waren afgeschreven en waren overgeschreven naar aangeefster. De man stuurde een e-mail met daarbij een bijlage. Die bijlage betrof een overzicht van ING telebankieren, waarop is te zien dat de genoemde bedragen inderdaad zijn overgemaakt. Nadat aangeefster navraag deed bij de ING bleek haar dat de bijlage niet klopte en is haar meegedeeld dat het ING overzicht nep zou zijn. [48]
17 september 2013, acht de rechtbank bewezen dat verdachte gebruik heeft gemaakt van dit vervalste bankafschrift. Dit bankafschrift moest, zo begrijpt de rechtbank, tot bewijs dienen dat de genoemde bedragen aan huurpenningen daadwerkelijk waren betaald. Derhalve zal de rechtbank het subsidiair onder feit 5 tenlastegelegde bewezen verklaren.
Overeenkomsten andere zaken’bij feit 2, dat verdachte volgens aangevers in andere zaken ook deze redenen voor het uitblijven van betalingen, in meer of mindere mate, aan hen heeft verteld.
3.Bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 10 juli 2009 tot en met 3 september 2009 te Veenendaal opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt
en/of vervalstgeschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een cheque van een Franse bank als ware het echt en onvervalst, door die cheque waarop een bedrag van 18.950 euro was ingevuld
te betalenaan [slachtoffer 1] te
versturen/faxen aan/naar die [slachtoffer 2] , waardoor bij die [slachtoffer 2] de indruk werd gewekt dat een rekening zou zijn of (kunnen) worden betaald;
of omstreeksde periode van januari 2011 tot en met
16 juli 2011 te Berg en Dal, gemeente Groesbeek, althans in Nederland met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een
valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed
en/of,
het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een hoeveelheid geld, door te vertellen dat
één of meer tijdstippen in ofomstreeks de periode van 15 maart 2011 tot en met 01 april 2011 te Enkhuizen en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, telkensopzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt
en/of vervalstegeschrift
endat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat echt en onvervalst, doordat hij
en/of
een overschrijvingsbewijs van de [naam 2] waarin stond vermeld dat een bedrag van 4.612 euro was overgemaakt naar de rekening van vereniging [slachtoffer 30]
of omstreeks01 maart 2013 te Lelystad opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een
valselijk opgemaakt en/ofvervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een bankafschrift met daarop overboekingen van ING rekeningnr. [nummer 1] naar het ING rekeningnr. [nummer 2] van 1.700 en 7.500 euro als ware het echt en onvervalst, door voornoemd afschrift te versturen naar [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] , waardoor bij die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] de indruk werd gewekt dat de huur en
/ofborg van een woning zouden zijn betaald;
of omstreeksde periode van 27 augustus 2013 tot en met 17 september 2013 te Muiden opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een
valselijk opgemaakt en/ofvervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een afschrift van een overboeking van 5.875 euro van ING rekeningnr. [nummer 3] (
op naam staand van verdachte) naar ING rekeningnr: [nummer 4] (op naam staand van [slachtoffer 11] ) als ware het echt en onvervalst, door voornoemd afschrift (bij een email) te verzenden naar die [slachtoffer 11] , waardoor de schijn werd gewekt dat de huur van een woning zou zijn betaald;
één ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 03 februari 2014 tot en met 07 februari 2014 te Kampen,
althans in Nederlandmet het oogmerk om zich en/of een ander
een valse naam en/of vaneen valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 34] en/of [slachtoffer 16] ,
in elk geval een medewerker van [slachtoffer 17]heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een sleutel van een hotelkamer en
/ofhet verhuren van een hotelkamer in " [slachtoffer 18] " ( [adres 4] ) en
/ofde afgifte/het verstrekken van consumpties (ontbijt en drank), door (telkens)
en/of een medewerker van dat hotelte zeggen dat het geld nog niet op de lopende rekening stond.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
[slachtoffer 1] niet-ontvankelijkin zijn vordering;
[slachtoffer 32]niet-ontvankelijk in haar vordering;
[slachtoffer 21] niet-ontvankelijkin haar vordering;
(wijlen) [slachtoffer 31] niet-ontvankelijkin haar vordering;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 18] VOF, ten bedrage van
€ 438,70 (vier honderd achtendertig euro en zeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 18] VOF voor het overige
niet-ontvankelijkin haar vordering;
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
mr. [rechter 2] , rechters, in tegenwoordigheid van mr. [griffier] , griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 november 2016.