In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 10 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, beiden gevestigd te Arnhem, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem, verweerder. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 29 mei 2015 door verweerder is verleend voor het veranderen en vergroten van een bijbehorend bouwwerk bij een tandartsenpraktijk. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, dat op 27 oktober 2015 ongegrond is verklaard. Hierop hebben eisers beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 29 maart 2016 is de zaak behandeld. Eisers betogen dat de omgevingsvergunning niet verleend had mogen worden, omdat er sprake is van een evidente privaatrechtelijke belemmering. De rechtbank overweegt dat de vergunning in strijd is met het bestemmingsplan en dat de belangen van eisers, die een meerderheidsbelang hebben in de Vereniging van Eigenaars (VvE), niet zijn afgewogen tegen de belangen van de derde-partij. De rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid niet tot de verlening van de omgevingsvergunning heeft kunnen komen.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en wijst de aanvraag van de derde-partij voor de omgevingsvergunning af. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eisers, die zijn vastgesteld op € 1.984. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. R.J. Jue, in tegenwoordigheid van mr. M.H. Dijkman, griffier.