ECLI:NL:RBGEL:2016:6496

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 december 2016
Publicatiedatum
1 december 2016
Zaaknummer
05/862971-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in grootschalig onderzoek naar synthetische drugsproductie

In de zaak met parketnummer 05/862971-13 heeft de Rechtbank Gelderland op 1 december 2016 uitspraak gedaan in een grootschalig onderzoek naar de productie van synthetische drugs, bekend als onderzoek Zilver. De rechtbank heeft in totaal elf zaken behandeld, waarbij in de meeste gevallen sprake was van bewezenverklaring van deelname aan een criminele organisatie en het opleggen van zware straffen. In deze specifieke zaak is de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de activiteiten in de schuur in Borculo, waar chemicaliën en apparatuur voor de productie van synthetische drugs werden aangetroffen. De verdachte ontkende elke betrokkenheid en de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van medeverdachten niet voldoende waren om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank heeft de aangetroffen situatie en de verklaringen van de medeverdachten in overweging genomen, maar concludeerde dat er geen ander bewijs was dat de verdachte verbond aan de criminele activiteiten. De rechtbank heeft daarom besloten tot een integrale vrijspraak en gelast de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
team strafrecht
zittingsplaats Zutphen
parketnummer : 05/862971-13
datum uitspraak : 1 december 2016
tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] , [woonplaats] (Italië).
Raadsman: mr. R.F. Speijdel, advocaat te Enschede.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 9 november 2015, 5 januari 2016, 22 september 2016, 25 oktober 2016 en 17 november 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

De volledige tenlastelegging is opgenomen als bijlage bij dit vonnis. De rechtbank volstaat hier met de vermelding dat verdachte er – kort gezegd – van wordt verdacht dat hij al dan niet als medepleger in Borculo:
MDMA en/of 2C-B heeft bereid en/of vervaardigd en/of verwerkt,
MDMA voorhanden heeft gehad; en
strafbare voorbereidingshandelingen gericht op de productie van synthetische drugs heeft gepleegd.
1a. De bevoegdheid van de rechtbank
Voorzover verdachte in België feiten zou hebben begaan, in de vorm van het vervoeren van voor de productie van MDMA en/of de grondstof voor MDMA PMK bestemde chemicaliën, is de Nederlandse strafwet daarop van toepassing op grond van artikel 5, eerste lid, aanhef en onder 2o, van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze bepaling destijds luidde, in combinatie met artikel 2bis, eerste lid, van de (Belgische) Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsmiddelen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, artikel 6 van die wet, artikel 3 van het (Belgische) Koninklijk Besluit van 2 december 1988 tot regeling van sommige psychotrope stoffen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies en artikel 67 van het (Belgisch) Strafwetboek.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aanleiding onderzoek
Op vrijdag 22 november 2013 is in België een Nederlandse vrachtwagen geobserveerd die onderweg bleek te zijn naar Nederland. De vrachtwagen was in Leuven geladen met chemicaliën. De vrachtwagen werd geobserveerd naar aanleiding van een tip dat de geladen chemicaliën gebruikt (zouden kunnen) worden voor de productie van synthetische drugs. Door de Belgische autoriteiten is Nederland verzocht de observatie over te nemen.
De Nederlandse autoriteiten hebben vanwege de verdenking dat deze chemicaliën voor de productie van synthetische drugs gebruikt zouden kunnen worden de observatie overgenomen en vastgesteld dat de vrachtwagen in Neede, gemeente Berkelland, aan de [adres 2] is uitgeladen. Op die plek werd gezien dat de lading in twee keer werd overgeladen in een kleinere vrachtwagen die op en neer reed naar een adres in het buitengebied van Borculo: de [adres 3] .
Op 23 november 2013 is op de [adres 3] in Borculo een doorzoeking gedaan, waarbij hulp is geboden door medewerkers van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) en door de medewerkers [naam 1] en [naam 2] van de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (hierna: LFO). In een schuur bij de woning werden grondstoffen aangetroffen, waaronder de in Leuven geladen chemicaliën, en apparatuur die ogenschijnlijk was bedoeld voor de productie van synthetische drugs. Ook zijn er sporendragers aangetroffen en in beslag genomen voor verder technisch onderzoek.
Vervolgens is een nader opsporingsonderzoek ingesteld dat aanvankelijk de naam ‘Chloor’ had, maar uiteindelijk de naam ‘Zilver’ heeft gekregen.
In het kader van dat opsporingsonderzoek zijn verschillende technische en tactische opsporingsmiddelen ingezet, zoals het verzamelen van (historische) telefoongegevens, financiële gegevens, informatie over de tenaamstelling van voertuigen, Kamer van Koophandel‑gegevens en gegevens uit het Kadaster. Daarnaast is er geobserveerd, zijn er registrerende bakens aan auto’s bevestigd en zijn er telefoons afgeluisterd. Ook is gebruikgemaakt van informatie van het Team Criminele Inlichtingen en zijn er rechtshulpverzoeken gedaan aan België. Er zijn ook diverse getuigen gehoord, waaronder omwonenden van verschillende locaties.
Eén en ander heeft ertoe geleid dat meerdere mogelijk relevante locaties in beeld kwamen.
Op 3 juli 2014 zijn er op diverse locaties doorzoekingen gedaan en aanhoudingen verricht. Zo zijn er doorzoekingen gedaan op de adressen: [adres 4] in Kortenhoef (zaaksdossier 2), [adres 5] in Middelie (zaaksdossier 4; op deze locatie heeft ook op 12 augustus 2014 een doorzoeking plaatsgevonden), [adres 6] in Putten (zaaksdossier 6), [adres 7] en [adres 8] in Nederhorst den Berg (zaaksdossier 7), [adres 9] in Dedgum (zaaksdossier 8), [adres 10] in Zeewolde (zaaksdossier 9) en [adres 11] in Putten (zaaksdossier 10).
Later hebben nog doorzoekingen plaatsgevonden op de adressen: [adres 12] in Kockengen (zaaksdossier 3; op 28 augustus 2014), [adres 13] en [adres 14] in Maartensdijk (zaaksdossier 11; op 9 februari 2015), [adres 15] in Vinkeveen en [adres 16] in Amsterdam (zaaksdossier 12; beide op 28 november 2014).
Op de diverse locaties zijn (in totaal) grote hoeveelheden chemicaliën, drugs en druggerelateerde stoffen, goederen en apparatuur aangetroffen en in beslag genomen.
De resultaten van het opsporingsonderzoek zijn neergelegd in een eindproces‑verbaal van 28 juni 2015. Het eindproces‑verbaal is opgebouwd uit verschillende zaaksdossiers. Die zaaksdossiers zijn gekoppeld aan de verschillende hiervoor genoemde locaties. Op het eindproces‑verbaal zijn vervolgens aanvullingen gekomen. Dit heeft geleid tot in totaal 14 zaakdossiers:
[adres 3] te Borculo
[adres 4] te Kortenhoef
[adres 12] te Kockengen
[adres 5] te Middelie
N247 te Edam
[adres 6] te Putten
[adres 7] en [adres 8] te Nederhorst den Berg
[adres 9] te Dedgum
[adres 10] te Zeewolde
[adres 11] te Putten
[adres 13] en [adres 14] te Maartensdijk
[adres 15] te Vinkeveen en [adres 16] in Amsterdam
Stroomstootwapen aangetroffen in Vinkeveen
Politieanalyse over de verdenking van het bestaan van een criminele organisatie.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2 en 3.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft elke betrokkenheid bij wat is aangetroffen in de schuur aan de [adres 3] in Borculo ontkend. Volgens hem zegt [medeverdachte 1] al snel dingen.
De beoordeling door de rechtbank
Verdachte was (mede)eigenaar van de woning en de schuur aan de [adres 3] in Borculo. Hij heeft verklaard daar na maart 2013 niet meer aanwezig te zijn geweest. Het pand had hij met ingang van augustus/september 2013 verhuurd.
De rechtbank overweegt dat zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 2] belastende verklaringen over verdachte hebben afgelegd. [medeverdachte 1] heeft dat onder meer gedaan tijdens zijn verhoor op 18 september 2014 (verhoor 6). Door de verbalisanten is gerelateerd dat er na een aantal vragen voor is gekozen om niet meer mee te typen, omdat verdachte erg veel en snel praatte en plotseling van onderwerp veranderde. Na afloop bleek de opnameapparatuur een storing te hebben gegeven waardoor er geen opnames waren gemaakt. Eén van de verbalisanten heeft na het verhoor het verhoor uitgewerkt op basis van zijn aantekeningen en wat hij zich nog wist te herinneren. Dit zijn, volgens de verbalisanten, geen letterlijke uitwerkingen van de antwoorden van de verdachte, maar een samenvattende weergave ervan. De rechtbank is van oordeel – met name vanwege de spreeksnelheid van [medeverdachte 1] en de wisseling van onderwerpen – dat zeer voorzichtig moet worden omgegaan met de waardering van de in het proces‑verbaal van dit verhoor weergegeven samenvattingen van zijn verklaringen.
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben verklaard dat zij verdachte op de locatie in Borculo hebben gezien, volgens [medeverdachte 2] ook als er spullen werden gebracht. Dit komt niet overeen met de verklaring van verdachte zelf. De rechtbank overweegt dat, zelfs als zou verdachte in deze periode meerdere keren aan de [adres 3] zijn geweest, het dan nog steeds niet duidelijk is wat hij daar zou hebben gedaan of gezien. Er zijn géén verklaringen die inhouden dat hij bijvoorbeeld heeft geholpen met het uitladen van spullen of dat hij in de schuur aanwezig was en toezicht hield. Onduidelijk is bovendien op welke momenten verdachte gezien is op de locatie in Borculo en welke mogelijk drugsgerelateerde goederen toen aanwezig waren. Daarmee kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld wat verdachte op welk moment heeft kunnen weten over wat er in de schuur gaande was.
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij denkt dat verdachte veel wist van wat er in Borculo gebeurde. Volgens [medeverdachte 1] ‘is er maar eentje die ervan af kon weten, [en] dat is hij. Niemand anders’. Dit baseert [medeverdachte 1] op de omstandigheden dat het de woning van verdachte was en dat hij (verdachte) in die periode geld gebeurd heeft. Dat het de woning van verdachte was en dat verdachte geld beurde, overigens onbekend waarvoor, is naar het oordeel van de rechtbank nog niet voldoende om te concluderen dat verdachte wist wat er op de boerderij gaande was.
Eenzelfde conclusie trekt de rechtbank ten aanzien van de verklaringen van [medeverdachte 2] voor zover het gaat om de wetenschap bij verdachte van wat zich in de schuur op het gebied van de productie van synthetische drugs heeft afgespeeld. Zo heeft [medeverdachte 2] verklaard dat hij denkt dat verdachte van alles wist, omdat hij – verdachte – met Ice aan het praten was. Dit laatste kan feitelijk zo zijn geweest, maar dan nog betekent dit naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat verdachte dus op de hoogte was van de aanwezigheid van een drugslaboratorium in de schuur aan de [adres 3] . Ook ten aanzien van de door [medeverdachte 2] bedoelde telefoons, die verdachte en [medeverdachte 3] gebruikt zouden hebben, overweegt de rechtbank dat [medeverdachte 2] zelf heeft verklaard dat het zijn eigen invulling is dat [medeverdachte 3] en verdachte een aparte telefoon hadden om met elkaar contact op te nemen.
De rechtbank is van oordeel dat de aangetroffen situatie op 23 november 2013 in samenhang met de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] over de aanwezigheid van verdachte op de locatie in Borculo een verdenking oproepen. De eigen interpretatie van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] over de wetenschap bij verdachte zijn echter onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Ander bewijs dat verdachte ten minste op de hoogte was van wat er gebeurde in Borculo is niet voorhanden. Om die reden dient een integrale vrijspraak te volgen.

3.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten;
 gelast de
teruggave aan de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, zoals die onder de nummers 1 tot en met 37 zijn opgenomen op de bij dit vonnis gevoegde beslaglijst.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.G.J. Post, voorzitter, mr. N.C. van Lookeren Campagne en mr. R.G.J. Welbergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Kolkman en mr. M.C. Korevaar, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 december 2016.
Tenlastelegging
Onder parketnummer
05/862971-13is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 mei 2013 tot en met 21 november 2013, te Borculo en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben bereid en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (een) (aanzienlijke) hoeveelhe(i)d(en) MDMA en/of
2C-B, althans (telkens) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of 2C-B, zijnde MDMA en/of 2C-B, (telkens) (een) middel(len) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I; (zd 01, Borculo)
2.
hij op of omstreeks 22 november 2013 te Borculo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 1,6 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, althans (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I; (zd 01, Borculo)
3.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 mei 2013 tot en met 22 november 2013, te Borculo en/of Neede en/of elders in Nederland en/of België, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of het vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de bij de Opiumwet ehorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
(telkens)
- zich of een ander heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen, doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- een of meer voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
opzettelijk daartoe (telkens):
- een of meer vriezer(s) en/of omzettingsvat(en)/ketel(s) en/of opslag-scheidingsvat(en) en/of drukreactievat(ten) en/of rvs bak(ken) en/of tabletteermachines en/of granuleermachines en/of een of meer andere voor de productie/vervaardiging en/of be/verwerking van MDMA benodigde apparaten en/of machines, althans voorwerpen, gefinancierd en/of ontworpen en/of besteld en/of aangeschaft en/of geïnstalleerd en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of voorhanden gehad en/of vervaardigd en/of laten vervaardigen, en/of
- een of meer voor de vervaardiging van MDMA benodigde grondstoffen (te weten (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en), in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een of meer materia(a)l(en) bevattende BMK en/of apaan en/of PMK en/of PMK glycide zuur en/of Methyleenchloride en/of Methanol en/of Mierenzuur Natrium hydroxide parels/schilfers en/of Ammoniumchloride en/of safrol en/of piperional en/of methanol en/of zoutzuur en/of zwavelzuur en/of aceton en/of methylamine en/of dichloormethaan) bereid en/of aangeschaft en/of vervoerd en/of doen vervoeren en/of gefinancierd en/of besteld en/of overgeladen en/of afgeleverd en/of voorhanden gehad, en/of
- een of meer auto('s) aangeschaft en/of verstrekt en/of ter beschikking gesteld en/of gehuurd en/of voorhanden gehad, en/of
- meermalen, althans eenmaal, (een) transport(en) (grondstoffen en/of halffabricaten en/of apparatuur en/of middelen vermeld op lijst I)verzorgd en/of begeleiden, en/of
- opzettelijk daartoe een of meer pand(en) gehuurd en/of ter beschikking gesteld en/of gefinancierd;
- contact gelegd en/of onderhouden met een of meer mededader(s) en/of een of meer leverancier(s) (van grondstoffen/of apparatuur ten behoeve van de productie van middelen vermeld op lijst I van de Opiumwet), en/of
- mobiele telefoons en/of een of meer andere communicatiemiddelen aangeschaft en/of verstrekt aan een of meer van zijn mededader(s).