Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 juni 2016
- het verkort proces-verbaal van comparitie van 28 september 2016.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
.
- griffierecht € 619,00
- salaris advocaat
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert eiseres, die letsel heeft opgelopen door een val bij haar woning, een verklaring voor recht dat Achmea volledig aansprakelijk is voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van het ongeval op 20 april 2013. Eiseres stelt dat de gemeente Almere aansprakelijk is op grond van artikel 6:174 en 6:162 BW, omdat er een gevaarlijk hoogteverschil van 28 centimeter was tussen haar voordeur en de stoep, wat volgens haar in strijd is met de veiligheidsnormen. De gemeente en Achmea betwisten de aansprakelijkheid en stellen dat het hoogteverschil niet meer dan 20 centimeter was en dat eiseres zelf schuld heeft aan de val.
De rechtbank oordeelt dat de stoep een opstal is in de zin van artikel 6:174 BW en dat de gemeente als wegbeheerder verantwoordelijk is voor de veiligheid. De rechtbank concludeert echter dat het hoogteverschil, zelfs als dit 24 centimeter bedraagt, niet zodanig gevaarlijk is dat de gemeente hiervoor aansprakelijk kan worden gehouden. De rechtbank wijst erop dat eiseres bekend was met het hoogteverschil en dat er geen bewijs is dat het hoogteverschil een relevant gevaar opleverde. De vorderingen van eiseres worden afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.