In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, heeft eiser, eigenaar van percelen grasland in Overasselt, een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Heumen. Eiser stelt dat zijn recht van erfdienstbaarheid wordt belemmerd door de werkzaamheden van de gemeente, die een recreatief fiets- en wandelpad aanlegt. Eiser vordert dat de gemeente de werkzaamheden staakt en de reeds geplaatste hekwerken en veeroosters verwijdert, totdat er in een bodemprocedure een onherroepelijke uitspraak is gedaan.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiser zijn percelen gebruikt voor zijn agrarische onderneming en dat erfdienstbaarheid is gevestigd op de percelen van de gemeente. De gemeente heeft op 12 november 2015 begonnen met de aanleg van het pad, wat volgens eiser zijn recht van erfdienstbaarheid in gevaar brengt. De rechter heeft de argumenten van beide partijen gehoord en geconcludeerd dat de gemeente inderdaad inbreuk maakt op het recht van eiser om zijn vee op verantwoorde wijze te verplaatsen.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Gemeente Heumen de reeds geplaatste hekwerken en veeroosters moet verwijderen, omdat eiser door de huidige situatie zijn recht van erfdienstbaarheid niet ten volle kan uitoefenen. De rechter heeft de vordering van eiser toegewezen, maar de gevorderde dwangsom afgewezen, omdat de gemeente heeft aangegeven zich aan de uitspraak te zullen houden. De proceskosten zijn voor de gemeente, die grotendeels in het ongelijk is gesteld.