2.3Van den Enden heeft het dossier bestudeerd en eiseres gezien op zijn spreekuur van 29 juli 2014. Van den Enden vat samen dat eiseres in het verleden meerdere langdurige perioden van ziekte heeft doorgemaakt. Van maart 2004 tot september 2005 was er bij eiseres sprake van angstklachten bij relatieproblematiek. Van mei 2006 tot november 2007 was eiseres ziek ten gevolge van chronische vermoeidheid en een depressie. In 2008 is er sprake geweest van een periode waarin eiseres chronisch vermoeid was. Deze ziektehistorie wordt door eiseres op het spreekuur bevestigd. Eiseres is inmiddels wel weer bij de haptonoom onder behandeling. Fysiek zou zij het werk nu wel weer aankunnen, echter de psychische problemen vormen een belemmering. Van den Enden conformeert zich aan de bevindingen van Klerkx.
3. Eiseres voert als beroepsgrond aan dat verweerder ten onrechte niet is ingegaan op de inhoud van de maatgevende arbeid. Eiseres was maatschappelijk werkster en begeleidde vrouwen in de vrouwenopvang. Het is een pittige functie in soms hectische omstandigheden, waarin eiseres vrouwen met ernstige psychische problemen dient te begeleiden. Het moge duidelijk zijn dat in deze functie goede sociale vaardigheden en een goede concentratie zijn vereist en dat eiseres adequaat moet kunnen handelen. Eiseres heeft cognitieve klachten en is uitermate prikkelgevoelig. Daarnaast heeft zij nog steeds bekkenklachten.
Eiseres heeft een verklaring van haar behandelend psycholoog C. van Embden van 4 februari 2015 ingebracht, waarin deze melding maakt van een gegeneraliseerde angststoornis bij eiseres. In verband hiermee vindt Van Embden het werken als maatschappelijk werkster niet verantwoord.
4. De rechtbank stelt voorop dat voor de werkloze verzekerde als maatgevende arbeid heeft te gelden werkzaamheden die bij een soortgelijke werkgever gewoonlijk kenmerkend zijn voor de laatstelijk voor de ziekmelding feitelijk verrichte arbeid. In geschil is of eiseres daarvoor geschikt is op de datum in geding. Voor eiseres is dat de functie van maatschappelijk werkster.
5. Het beroep is op 19 mei 2015 ter zitting behandeld. Op 2 juni 2015 heeft de rechtbank het onderzoek heropend en verweerder verzocht de volgende vragen te beantwoorden:
-Behandelend psycholoog C. van Emden schrijft in haar brief van 4 februari 2015 dat er bij eiseres sprake is van een gegeneraliseerde angststoornis. Verweerders verzekeringsarts bezwaar en beroep (va b&b) stelt in zijn rapport van 10 maart 2015 dat eiseres weliswaar spanningsklachten heeft, maar dat deze klachten niet het gevolg zijn van ziekte of gebrek. De rechtbank stelt de va b&b in de gelegenheid (aanvullend) te motiveren waarom er, in tegenstelling tot de visie van de psycholoog, bij eiseres geen sprake is van ziekte in de vorm van een gegeneraliseerde angststoornis;
-De maatstaf zijn arbeid voor de Ziektewet is in dit geval de functie van maatschappelijk werkster. Door verweerder is niet betwist dat voor het uitoefenen van een dergelijke functie de nodige stabiliteit is vereist. De rechtbank stelt de va b&b in de gelegenheid te motiveren dat eiseres in psychisch opzicht over voldoende stabiliteit beschikt om de functie van maatschappelijk werkster te kunnen vervullen.
6. In reactie op de heropeningsbeslissing van de rechtbank heeft verweerder een rapport ingezonden van Van den Enden. In dit rapport benadrukt Van den Enden dat eiseres op de spreekuren van 29 juli 2014 en 2 maart 2015 (zaaknummer 15/20210 een in psychisch opzicht volstrekt ongestoorde indruk maakte. Dit is geheel in lijn met de informatie van de huisarts. Eiseres is niet depressief, reageert vlot en is voldoende assertief, zij presenteert geen cognitieve problemen. Er zijn met name geen tekenen van angst of somatische equivalenten daarvan (vegetatieve verschijnselen). Zij heeft geen thuis-ondersteuning nodig van enige instantie en zij gebruikt geen psychomedicatie. Eiseres oogt kerngezond, niet vermoeid, en eerder strijdvaardig dan angstig.