Uitspraak
verzonden d.d.:
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
1.Het procesverloop
- de dagvaarding van 13 juni 2016, met producties,
De comparitie is gehouden op 21 november 2016. Hiervan is door de griffier aantekening gehouden. Hierna is vonnis bepaald.
3.De vordering en het verweer in conventie en in reconventie
€ 1.063,00 vanaf 26 december 2015 tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
14 dagen, die in de sommatiebrief van 8 juni 2016 gegeven is, heeft betaald.
4.De beoordeling
In december 2005 is in werking getreden de ‘Regeling modelvliegen’, waarin was opgenomen: “
Artikel 1. In deze regeling wordt verstaan onder een modelvliegtuig: een luchtvaartuig van geringe afmeting, waarvan de totale startmassa niet meer dan 25 kilogram bedraagt.Artikel 2. Voor een vlucht met een modelvliegtuig gelden in afwijking van hoofdstuk III van het Luchtverkeersreglement de volgende regels:a. de vlucht wordt uitgevoerd in overeenstemming met de algemene vliegvoorschriften voor zover daarvan niet wordt afgeweken in de onderdelen b tot en met q;b. de vlucht wordt slechts uitgevoerd onder omstandigheden en op locaties waarbij er vanaf de grond tijdens de gehele vlucht goed zicht is op het modelvliegtuig en het luchtruim daaromheen;c. de bestuurder houdt tijdens de gehele vlucht goed zicht op het modelvliegtuig;d. (…)(…)l. vluchten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 300 meter boven de grond of het water in luchtruim met klasse G, mits (…)
Dat het vliegen met de drone geen overtreding van wettelijke regels voor modelvliegtuigen vormt, wil echter nog niet zeggen dat het geoorloofd is in de concrete situatie. Er kan immers strijd zijn met andere wettelijke regels, zoals die ter bescherming van de privacy. Daarnaast wordt als onrechtmatige daad ook aangemerkt een doen (of nalaten) in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Everyone has the right to respect for his private and family life, his home and his correspondence.’De bescherming van de persoonlijke levenssfeer omvat onder meer het recht om zich in de eigen woning vrij en onbespied te weten, voor zover dat gelet op de (onderlinge afstand van de) bebouwing en plaatselijke omstandigheden verwacht mag worden. Bij de woonsituatie van [eiser] en [gedaagde] betreft dat vrijstaande woningen op ruime percelen in een landelijke omgeving. Geen woonsituatie waarin buren of passanten vrij zicht hebben op hetgeen zich in de woning, laat staan in de kamers op de eerste etage, afspeelt.
Het vliegen met een drone, zodanig dat een aan de drone bevestigde camera beelden kan maken van hetgeen zich in de woning van [gedaagde] afspeelt levert een ongerechtvaardigde schending op van de persoonlijke levenssfeer. In de privésfeer van de eigen woning mag de bewoner absolute eerbiediging van zijn privacy verwachten. Voor een inbreuk daarop is geen rechtvaardiging aangevoerd. Ook indien de camera niet ‘aan’ staat en dus feitelijk geen beelden vastlegt, brengt het enkele gegeven dat de camera aanwezig is en dat onzeker is of deze in werking is, in werking zal worden gesteld, of ‘uit’ blijft een inbreuk op. De onzekerheid zorgt voor een gevoel van onvrijheid waarvan men in de eigen woning gevrijwaard behoort te blijven. Of de camera al dan niet kan inzoomen is dan ook niet relevant. Buiten de eigen woning zal het (mogelijk) filmen eveneens een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer opleveren, zolang het vliegen een privé-domein betreft waar door de bewoner in normale omstandigheden, zonder gebruik van de drone, geen toegang van of zicht door derden hoeft te verwachten.
4.5. Wat op 26 december 2014 nog tot het ongeschreven recht behoorde, maar al wel in ontwikkeling was en inmiddels (deels) is gecodificeerd, kan een aanwijzing zijn voor datgene wat volgens ongeschreven recht als betamelijk of wenselijk wordt beschouwd. Daarbij valt op dat het wenselijk is geacht het gebruik van drones, ook voor recreatief gebruik, verder te reguleren. Ook is algemeen bekend dat in diverse (openbaar toegankelijke) publicaties en media uitzendingen aandacht is geweest voor het gebruik van drones voor toezicht, journalistieke, recreatieve of andere doeleinden, de mogelijkheden voor het uitrusten van drones met camera’s, sensoren en andere apparatuur en de bescherming van persoonsgegevens daarbij.
Nu partijen hebben aangegeven voor het overige thans nog geen verdere beoordeling te wensen, zal iedere verdere beoordeling en beslissing worden aangehouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen zich tot een mediator te wenden.
5.De beslissing
21 december 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.