I. gedeeltelijke ontbinding van de samenwerkingsovereenkomsten d.d. 19 september 2006, 2 november 2006 en 18 december 2006 tussen Bessels en Du Soleil voor zover de verbintenissen uit deze overeenkomsten nog niet nagekomen zijn;
II. Du Soleil te veroordelen tot vergoeding van de schade die Bessels lijdt doordat gedeeltelijk geen wederzijdse nakoming, doch gedeeltelijke ontbinding van deze samenwerkingsovereenkomst plaatsvindt en/of doordat Bessels
[bedoeld zal zijn Du Soleil, rechtbank]een onrechtmatige daad gepleegd heeft jegens Bessels als vermeld respectievelijk voortvloeiend uit het fundementum petendi van de dagvaarding, en aldus Du Soleil veroordeelt tot betaling aan Bessels van een bedrag van in hoofdsom € 368.564,00, althans tot een door Uw Rechtbank in goede justitie vast te stellen (hoofdsom)bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf de dag der dagvaarding tot de dag van algehele voldoening (zie hierna ook bij IV)
Wat betreft Du Soleil en Rabobank
III. a. dat de rechtbank vernietigt de rechtshandeling(en) waarbij (telkens) het recht van hypotheek resp. de rechten van hypotheek ten behoeve van de oorspronkelijk gedaagden 2., 3. en 4. op het betreffende appartement/appartementsrecht (Zaadmarkt 91H te Zutphen) gevestigd is (zijn);
b. voor het geval dat de rechtbank oordeelt dat deze rechtshandeling(en) door Du Soleil verplicht zou (zouden) zijn aangegaan, dat de rechtbank tevens vernietigt de rechtshandeling(en) voor zover Du Soleil zich daarbij (telkens) verplicht heeft om op het betreffende appartement/appartementsrecht een recht van hypotheek resp. rechten van hypotheek te (laten) vestigen; alsmede
c. dat de rechtbank bepaalt dat overeenkomstig art. 3:300 BW het vonnis dezelfde rechtskracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van Rabobank voor elke rechtshandeling die nodig is voor doorhaling van hun hypothecaire zekerheden op de kadastrale objecten Zutphen F 11374 A 21 en Zutphen F 11374 A 33;
IV. voor het geval het geëiste als geformuleerd bij III afgewezen zou worden dat de rechtbank, zoveel mogelijk hoofdelijk, veroordeelt Du Soleil (in zoverre zij de hiervóór bij II geformuleerde eis veranderd/vermeerderd) en Rabobank om aan Bessels te betalen een bedrag van in hoofdsom € 368.564,00, zijnde schade aan de zijde van Bessels, althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van algehele voldoening, en
V. Du Soleil en Rabobank (zo mogelijk: hoofdelijk) veroordeelt in de kosten van het geding alsmede in de kosten van de gelegde conservatoire beslagen, het nasalaris, proceskosten vermeerderd met de rente daarover als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis indien en voor zover deze niet binnen de termijn zijn voldaan.