In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 18 oktober 2016 uitspraak gedaan in een rekestprocedure tussen [verzoeker] en ASR Schadeverzekering N.V. Het verzoek van [verzoeker] betreft de vaststelling van het causaal verband tussen een verkeersongeval en de door hem opgelopen letselschade. Op 28 november 2013 werd [verzoeker] in zijn bestelbus van achteren aangereden door een auto die verzekerd was bij ASR. ASR heeft de aansprakelijkheid erkend en heeft reeds schadevergoedingen betaald aan [verzoeker]. Echter, er bestaat een geschil over de causaliteit van de klachten die [verzoeker] na het ongeval heeft ervaren, waaronder hoofdpijn, nekklachten en concentratieproblemen. ASR betwist dat er een geschil bestaat over het causaal verband, maar erkent wel dat [verzoeker] klachten heeft gehad tot juni 2014. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek van [verzoeker] om het causaal verband vast te stellen niet meer relevant is, omdat ASR de klachten erkent. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, maar heeft wel de kosten van de procedure aan de zijde van [verzoeker] begroot op € 5.430,50, welke ASR moet betalen aan de advocaat van [verzoeker]. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.