In deze zaak vordert eiser, een timmer- en klusbedrijf, betaling van een bedrag van € 79.226,24 van gedaagde sub 3, alsook de vernietiging van een verkoopovereenkomst en hypothecaire en pandrechtelijke afspraken die door gedaagde sub 1 met gedaagde sub 3 zijn gemaakt. Eiser stelt dat deze transacties paulianeus zijn, omdat ze zijn gedaan met het doel om hem als schuldeiser te benadelen. De rechtbank Gelderland heeft op 4 januari 2017 vonnis gewezen in deze zaak, waarbij het verloop van de procedure en de feiten zijn uiteengezet. Eiser heeft in het verleden werkzaamheden verricht voor gedaagde sub 1, die hem een aanzienlijk bedrag verschuldigd is. Gedaagde sub 1 heeft onroerend goed verkocht aan gedaagde sub 3, wat eiser als een benadeling van zijn vordering beschouwt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er deskundigenonderzoek nodig is om de executiewaarde en de vrije verkoopwaarde van de onroerende zaken vast te stellen, aangezien deze waarden van belang zijn voor de beoordeling van de benadeling. De zaak is aangehouden voor verdere procesafspraken en het indienen van deskundigen.