ECLI:NL:RBGEL:2017:1250

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 maart 2017
Publicatiedatum
9 maart 2017
Zaaknummer
05/740427-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordelingen voor auto-inbraken door rechtbank Gelderland

Op 6 maart 2017 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen van 24 en 25 jaar uit Utrecht. De rechtbank heeft hen veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden voor hun betrokkenheid bij drie auto-inbraken en een poging daartoe, gepleegd op 15 november 2016 in Apeldoorn. De verdachten werden op heterdaad betrapt na een melding van diefstal uit auto’s bij een hotel. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachten samenwerkten bij de inbraken, waarbij diverse waardevolle goederen werden ontvreemd. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de verdachten eerder waren veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat hun handelen een grote impact had op de slachtoffers, die materiële schade en inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer hadden ervaren. De rechtbank achtte het noodzakelijk om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, gezien de ernst van de feiten en het recidiverisico van de verdachten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/740427-16
Datum uitspraak : 6 maart 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1]
thans gedetineerd te P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid te Arnhem
raadsman: mr. Y. Bouchikhi, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 februari 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 november 2016 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (merk [merk 1] ) heeft weggenomen
- een laptop (merk [merk 2] ) en/of
- een laptop-adapter en/of
- een (trolley)tas (met bouwtekeningen) en/of
- een (schrijf)map en/of
- een telefoonlader (merk [merk 3] ) en/of
- een draadloze muis (merk [merk 2] ) en/of
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 15 november 2016 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten
- een laptop (merk [merk 2] ) en/of
- een laptop-adapter en/of
- een (trolley)tas (met bouwtekeningen) en/of
- een (schrijf)map en/of
- een telefoonlader (merk [merk 3] ) en/of
- een draadloze muis (merk [merk 2] )
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij op of omstreeks 15 november 2016 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto heeft weggenomen
- een laptoptas (zwart) en/of
- een laptop (merk [merk 4] ) en/of
- een rugtas (zwart) en/of
- een portemonnee (bruin)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 15 november 2016 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten
- een laptoptas (zwart) en/of
- een laptop (merk [merk 4] ) en/of
- een rugtas (zwart) en/of
- een portemonnee (bruin)
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
hij op of omstreeks 15 november 2016 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto weg te nemen goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, door de (linker)ruit van voornoemde auto in te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op of omstreeks 15 november 2016 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto heeft weggenomen
- een laptoptas en/of
- een laptopadapter en/of
- een laptop en/of
- een telefoonlader (merk [merk 5] ) en/of
- schriftelijke bescheiden en/of
- een (wit/oranje) waterflesje
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde2] en/of [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 15 november 2016 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten
- een laptoptas en/of
- een laptopadapter en/of
- een laptop en/of
- een telefoonlader (merk [merk 5] ) en/of
- schriftelijke bescheiden en/of
- een (wit/oranje) waterflesje
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1, 2 en 4 primair en onder 3 ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat op basis van de aanwijzingen in het dossier onvoldoende betrokkenheid van verdachte kan worden vastgesteld bij de inbraken in de personenauto’s. Dit geldt eveneens voor de onder de feiten 1, 2 en 4 subsidiair ten laste gelegde heling. Niet kan worden vastgesteld dat verdachte zeggenschap heeft gehad over de goederen dan wel wist of moest vermoeden dat de goederen van diefstal afkomstig waren. Verdachte dient van zowel de primair als de subsidiair ten laste gelegde feiten te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 15 november 2016 zijn op de parkeerplaats van het [naam 1] Hotel aan de [adres 2] in Apeldoorn twee auto-inbraken gepleegd. [2]
Uit de auto van [benadeelde3] (merk [merk 1] ), zijn de volgende goederen weggenomen: een laptop (merk [merk 2] ), een laptop-adapter, een (trolly)tas (met bouwtekeningen), een (schrijf)map, een telefoonlader (merk [merk 3] ) en een draadloze muis (merk [merk 2] ) toebehorende aan [benadeelde3] . [3] Uit de auto van [benadeelde4] zijn de volgende goederen weggenomen: een laptoptas (zwart), een laptop (merk [merk 4] ), een rugtas (zwart, merk [merk 6] met rode bies) en een portemonnee, toebehorende aan [benadeelde4] . [4]
Van de auto toebehorende aan [benadeelde5] is de (linker)ruit ingeslagen. Er zijn uit deze auto geen goederen weggenomen. [5]
Op 15 november 2016 omstreeks 18:30 uur werd door het Operationeel Centrum Apeldoorn een melding uitgegeven van diefstal uit personenauto’s bij het [naam 1] hotel aan de [adres 2] te Ugchelen, in de gemeente Apeldoorn. [6]
Op 15 november 2016 omstreeks 19:12 uur werden in een personenauto, merk [merk 7] , kleur rood met kenteken [kenteken] , op de [adres 3] te Apeldoorn, drie personen aangetroffen: te weten [medeverdachte 1] , [verdachte] en [naam 3] . De [adres 3] is een afgelegen weg die overgaat in een zandpad. [7] In de berm naast de [adres 3] te Apeldoorn lagen twee tassen. Het ging om een laptoptas, kleur zwart, merk [merk 6] en een rugtas, kleur zwart met rode bies van het merk [merk 6] . In de aangetroffen rugtas zaten visitekaartjes van [naam 2] . De rugtas en laptoptas behoorden toe aan [naam 2] . [8]
In de berm lag ook een laptop, zwart, van het merk [merk 2] . [9] In de berm lag ook een tas, type trolley, kleur zwart. Tegen een boom lag een zwarte jas. In de jas waren een laptop van het merk [merk 2] en een adapter van het merk [merk 2] gewikkeld. [10] Onder de jas lag een vuilniszak. In de vuilniszak lag een laptop van het merk [merk 4] , een adapter van het merk [merk 4] en een witte tablet van het merk [merk 3] . [11] De in de jas gewikkelde laptop en oplader waren afkomstig van de diefstal uit de auto van dhr. [benadeelde3] . De [merk 4] laptop en de witte tablet bleken afkomstig van diefstal uit de auto van dhr. [benadeelde4] . [12]
Beoordeling door de rechtbank
Vast staat dat twee auto-inbraken en een poging daartoe zijn gepleegd op het parkeerterrein van [naam 1] in Apeldoorn. Daarbij zijn diverse goederen weggenomen. Deze goederen zijn aangetroffen in de buurt waar verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 1] zijn aangehouden. De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld, of verdachte de persoon is geweest die samen met medeverdachte [medeverdachte 1] de auto-inbraken heeft gepleegd.
[getuige] heeft verklaard dat zij omstreeks 18:30 uur uit het congrescentrum, [naam 1] , kwam lopen. De auto van [getuige] stond op de achterste rij geparkeerd. [getuige] hoorde een vreemd geluid en direct daarna hoorde ze een autoalarm afgaan. Het geluid kwam vanaf een parkeerplek, die grenst aan de verharde parkeerplaats van het [naam 1] Hotel. De alarmlichten van een auto gingen branden. [getuige] zag twee personen rennen. Het waren mannen. Dit deel van de parkeerplaats was goed verlicht of zodanig dat [getuige] het goed kon zien. De mannen renden weg. [getuige] hoorde direct twee portierdeuren dichtslaan en zag dat er een personenauto vanaf een onverharde parkeerplaats kwam rijden. [getuige] zag dat zij snel wegreden, alsof zij haast hadden. Het was een rode auto met kenteken [kenteken] . [13]
Om 18:30 uur is hiervan melding gedaan en is de politie op zoek gegaan naar een rode [merk 7] met het kenteken [kenteken] . Verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 1] , zijn ongeveer 42 minuten nadat getuige [getuige] voornoemde auto had zien wegrijden en de melding bij de politie, aangetroffen in de rode [merk 7] met kenteken [kenteken] . De weggenomen goederen zijn in de nabijheid van de personenauto met kenteken [kenteken] aangetroffen. [14]
Uit het proces-verbaal van bevindingen komt naar voren dat onderzoek is verricht aan de rode [merk 7] met kenteken [kenteken] . Op de grondmatten van de passagierszijde, voorin, zijn glasscherven aangetroffen, vermoedelijk van autoruiten. In een vak, aan de bijrijdersportier is een ‘lifehammer’ aangetroffen. De lifehammer had veelvuldig gebruikerssporen. In voornoemd vak lagen meerdere glassplinters. Op de grondmat, bij de bestuurdersstoel, zijn meerdere glasscherven van autoruiten aangetroffen. Op de bestuurdersstoel zijn glassplinters aangetroffen. Op de grondmat, voor de achterbank, lagen enkele glasscherven. Op de achterbank lagen glassplinters. Ook tussen de kussens van de achterbank lagen glassplinters en glasscherven. De aangetroffen glassplinters en glasscherven zijn vermoedelijk afkomstig van autoruiten. In de kofferbak lagen twee rollen vuilniszakken. [15]
Gelet op het voorgaande in onderlinge samenhang bezien, staat voor de rechtbank vast dat de rode [merk 7] met het kenteken [kenteken] , is gebruikt bij de twee auto-inbraken en één poging daartoe op de parkeerplaats van het [naam 1] Hotel aan de [adres 2] in Apeldoorn.
Verdachte heeft verklaard dat hij weliswaar in de buurt van de goederen is aangehouden maar dat hij niets weet van de auto-inbraken. Hij is met [medeverdachte 1] en [naam 3] vanuit Utrecht naar Apeldoorn gereden. Daar is [naam 3] met een onbekende man weg geweest. Verdachte heeft samen met medeverdachte [medeverdachte 1] in Apeldoorn rondgehangen. In die tijd moet [naam 3] met de onbekende man de auto-inbraken hebben gepleegd. Vervolgens is hij opgehaald door [naam 3] en zouden zij weer terug naar Utrecht rijden. [naam 3] nam alleen een afslag eerder en zei dat hij iets moest ophalen. Vervolgens zijn zij het carpoolterrein opgereden, waarna zij zijn aangehouden.
De rechtbank is van oordeel dat het alternatief scenario dat door verdachte is geschetst, niet aannemelijk is. Verdachte heeft geen verklaring voor het feit dat hij met [naam 3] vanuit Utrecht naar Apeldoorn is gegaan, anders dan dat hij gewoon is meegegaan toen dat werd voorgesteld, hij kan niet vertellen waar hij in Apeldoorn is geweest of wat hij heeft gezien, ook niet bij benadering, en komt na doorvragen door de rechtbank niet verder dan dat hij heeft rondgelopen en ergens een colaatje heeft gedronken, terwijl hij toch naar eigen zeggen een aantal uur in Apeldoorn is geweest. De onbekende man die in zijn lezing samen met [naam 3] verantwoordelijk moet zijn voor de auto-inbraak kent hij ook niet en over afspraken die hij met [naam 3] heeft gemaakt over wegbrengen en ophalen in Apeldoorn en over hoe dat feitelijk is gegaan kan hij geen details geven. . De rechtbank is daarom van oordeel dat het door verdachte geschetste alternatieve scenario dat hij ten tijde van de inbraken met [medeverdachte 1] in Apeldoorn was niet aannemelijk is.
Gelet op het feit dat de gestolen goederen nog geen uur na de melding door de getuige zijn aangetroffen in de korte nabijheid van de auto met hetzelfde kenteken als gezien door de getuige staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de aangetroffen goederen daar zijn neergelegd door personen die zich in de rode [merk 7] met kenteken [kenteken] bevonden. Uit het feit dat de goederen droog waren toen ze werden gevonden, terwijl het volgens de verbalisanten op dat moment regende, leidt de rechtbank af dat deze goederen er zijn neergelegd vlak voor de verbalisanten deze goederen vonden. [16] Vlak voordat de verbalisanten de goederen vonden zijn in de [merk 7] met kenteken [kenteken] naast de berm waarin (een deel van) de goederen zijn gevonden aangehouden verdachte, [medeverdachte 1] en [naam 3] . Dit betekent dat verdachte zeer kort na de diefstal van de goederen deze gestolen goederen in zijn bezit heeft gehad. Verdachte noch [medeverdachte 1] heeft hiervoor een aannemelijke verklaring. Gelet op de korte tijdsverloop en het ontbreken van een aannemelijke verklaring voor het aantreffen van de gestolen goederen, in onderling verband beschouwd met hetgeen hiervoor overwogen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte samen met de medeverdachte [medeverdachte 1] de auto-inbraken en een poging daartoe heeft gepleegd en de aangetroffen goederen heeft weggenomen.
Ten aanzien van feit 4
Beoordeling door de rechtbank
Uit de aangifte van [benadeelde2] komt naar voren dat zij haar auto op 15 november 2016 omstreeks 17:15 uur in de parkeergarage [naam 4] aan de [adres 4] te Apeldoorn had geparkeerd. Toen [benadeelde2] omstreeks 20:30 uur terugkwam bij haar auto zag zij dat de achterruit volledig was vernield. Uit de auto zijn de volgende goederen weggenomen, een laptoptas, een latopadapter, een zwarte [merk 2] Probook laptop, een telefoonlader (merk [merk 5] ), schriftelijke bescheiden en een (wit/oranje) waterflesje. [17] Deze laptop is met de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde goederen aangetroffen in de berm aan de [adres 5] . [18]
Uit het proces-verbaal van bevindingen komt naar voren dat de bewegende beelden van de in- en uitgang van de parkeergarage [naam 4] , locatie [adres 4] Apeldoorn zijn uitgekeken. Op de beelden is te zien dat op 15 november 2016 omstreeks 18:00 uur een rode personenauto merk [merk 7] de parkeergarage komt ingereden. Omstreeks 18:15 uur verliet de personenauto merk [merk 7] voorzien van het kenteken [kenteken] de parkeergarage, nadat door de bestuurder de uitrijkaart bij de slagbomen in het apparaat was gedeponeerd. [19]
Blijkens de verklaring van de getuige [getuige] is een rode [merk 7] met het kenteken [kenteken] omstreeks 18:30 uur op de parkeerplaats van het [naam 1] Hotel aan de [adres 2] in Apeldoorn gesignaleerd. [20] De afstand gelegen tussen het [naam 4] [adres 4] en de [adres 2] te Apeldoorn bedraagt 6,1 km. De gemiddelde reistijd met een personenauto tussen deze locaties bedraagt ongeveer 8 minuten. [21]
Gelet op het voorgaande in onderlinge samenhang bezien, met name hetgeen overwogen ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3, is de rechtbank van oordeel dat verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 1] zich ook schuldig hebben gemaakt aan de inbraak in de auto van [benadeelde2] en daarbij de ten laste gelegde goederen hebben weggenomen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het voorgaande door verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 1] bij de feiten zoals omschreven onder 1, 2, 3 en 4 nauw en bewust is samengewerkt. Op grond hiervan acht de rechtbank ook het bestanddeel van medeplegen bewezen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 en feit 4 primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks15 november 2016 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (merk [merk 1] ) heeft weggenomen
- een laptop (merk [merk 2] ) en
/of
- een laptop-adapter en
/of
- een (trolley)tas (met bouwtekeningen) en
/of
- een (schrijf)map en
/of
- een telefoonlader (merk [merk 3] ) en
/of
- een draadloze muis (merk [merk 2] ) en
/of
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde3] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft
en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik hebben gebrachtdoor middel van braak
en/of verbreking en/of inklimming;
2.
hij op
of omstreeks15 november 2016 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto heeft weggenomen
- een laptoptas (zwart) en
/of
- een laptop (merk [merk 4] ) en
/of
- een rugtas (zwart) en
/of
- een portemonnee (bruin)
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde4] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en
/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik hebben gebrachtdoor middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
3.
hij op
of omstreeks15 november 2016 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto weg te nemen goederen,
geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde5] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededadersen zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen
en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, door de (linker)ruit van voornoemde auto in te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op
of omstreeks15 november 2016 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto heeft weggenomen
- een laptoptas en
/of
- een laptopadapter en
/of
- een laptop en
/of
- een telefoonlader (merk [merk 5] ) en
/of
- schriftelijke bescheiden en
/of
- een (wit/oranje) waterflesje
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde2] en/of [benadeelde] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en
/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik hebben gebrachtdoor middel van braak,
verbreking en/of inklimming.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 4 primair telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Ten aanzien van feit 3:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 en feit 4 primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
Door de raadsman van verdachte is geen strafmaatverweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 10 januari 2017 en een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 13 februari 2017.
De verdachte heeft zich samen met in ieder geval één ander schuldig gemaakt aan meerdere diefstallen uit auto’s. In korte tijd hebben de verdachte en zijn mededader in diverse auto’s ingebroken, waardoor dit handelen het karakter van een strooptocht kreeg. Daarbij zijn verdachte vanuit Utrecht naar Apeldoorn gereden om daar deze auto-inbraken te plegen. Bij de auto-inbraken zijn voor de eigenaren waardevolle goederen ontvreemd. Er is materiële schade toegebracht aan de benadeelden en inbreuk gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer. Dergelijke inbraken veroorzaken maatschappelijke onrust en leiden bij veel mensen tot een groot gevoel van onveiligheid.
De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van de verdachte in aanmerking genomen dat blijkens een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 10 januari 2017, verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. De rechtbank neemt verdachte zijn strafbare gedragingen bijzonder kwalijk. Eerdere veroordelingen wegens soortgelijke feiten hebben blijkbaar geen enkel positief effect op verdachte gehad.
Uit het reclasseringsrapport van 13 februari 2017 komt naar voren dat verdachte niet beschikt over zinvolle dagbesteding en waarschijnlijk niet over een eigen woonruimte. Daarnaast zijn er aanzienlijke schulden. Verdachte heeft zelf geen hulpvragen en benoemt niet mee te zullen werken aan een verplicht reclasseringstoezicht. Het recidiverisico kan op basis van de beschikbare informatie niet worden ingeschat, omdat verdachte zich beroept op zijn zwijgrecht. De reclassering adviseert dan ook om de zaak af te doen zonder oplegging van verdere reclassering bemoeienis. Een straf die deels voorwaardelijk is, acht de rechtbank dan ook niet van belang.
Uit voorgaande feiten en omstandigheden en de houding van verdachte ter terechtzitting komt het beeld naar voren van een verdachte die zijn verantwoordelijkheid voor zijn criminele handelen ontkent en afschuift op anderen. De rechtbank is van oordeel dat derhalve thans aan het belang van de beveiliging van de samenleving een bijzonder gewicht moet worden toegekend. In dat kader acht de rechtbank dan ook oplegging van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur noodzakelijk. De rechtbank ziet geen ruimte voor een andere of lichtere sanctie.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C.A.M. Janssen (voorzitter), mr. Y.M.J.I. Baauw en mr. J.B.J. Driessen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 maart 2017.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Apeldoorn, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600 2016564348, gesloten op 17 november 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde3] , d.d. 15 november 2016, p. 4 en het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde4] , d.d. 15 november 2016, p. 8.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde3] , d.d. 15 november 2016, p. 4 en 5 alsmede het proces-verbaal van verhoor aangever [benadeelde3] , d.d. 16 november 2016, p. 6 en 7.
4.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde4] , d.d. 15 november 2016, p. 8 en 9.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde5] , d.d. 15 november 2016, p. 11.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2016, p. 85.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 5 november 2016, p. 19.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2016, p. 86.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2016, p. 86.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2016, p. 86, het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde3] , d.d. 15 november 2016, p. 4 en 5 alsmede het proces-verbaal van verhoor aangever [benadeelde3] , d.d. 16 november 2016, p. 6 en 7.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2016, p. 86 alsmede het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde4] , d.d. 15 november 2016, p. 8 en 9.
12.Proces-verbaal PL0600-2016564348, p. 10.
13.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , d.d. 15 november 2016, p. 1 en 2.
14.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2016, p. 85 en 86.
15.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 15 november 2016, p. 24.
16.Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2016, p. 13 en 14.
17.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde2] mede namens [benadeelde] , d.d. 15 november 2016, p. 21 en 22.
18.Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 november 2016, p. 86.
19.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 14 december 2016, p. 105 en 106.
20.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , d.d. 15 november 2016, p. 2.
21.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 3 januari 2017, p. 118.