ECLI:NL:RBGEL:2017:1421

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 februari 2017
Publicatiedatum
16 maart 2017
Zaaknummer
313363
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil binnen maatschap over verkoop van profitcentres en toepasselijkheid van verblijvingsbeding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland werd behandeld, ging het om een kort geding tussen verschillende vennootschappen binnen de Lodder-groep, waaronder Lodder & Co Accountants en Adviseurs, en Vrijheid Apeldoorn B.V. Het geschil draaide om de vraag of Vrijheid Apeldoorn gerechtigd was om twee profitcentres, ARP Tilburg en Lodder Den Haag, te verkopen. De Lodder-groep stelde dat er een verblijvingsbeding in de maatschapsovereenkomst was opgenomen, dat inhield dat bij beëindiging van het lidmaatschap de activa aan de overblijvende leden toekwamen. Vrijheid Apeldoorn betwistte de geldigheid van dit beding en voerde aan dat er afspraken waren gemaakt die het beding buiten werking stelden.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het verblijvingsbeding nog steeds van toepassing was en dat Vrijheid Apeldoorn niet vrijelijk de vennootschappen kon verkopen zonder toestemming van de maatschap. De rechter wees de vorderingen van Lodder & Co toe, die Vrijheid Apeldoorn verbood om de activa te verkopen of te bezwaren zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Daarnaast werd Vrijheid Apeldoorn veroordeeld om een bedrag van € 90.381,71 aan ARP Tilburg terug te betalen, omdat deze betaling als onverschuldigd werd beschouwd. De rechter compenseerde de proceskosten, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg.

Het vonnis benadrukt de juridische complexiteit van maatschapsverhoudingen en de noodzaak om duidelijke afspraken te maken over de verkoop van activa binnen een maatschap. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van verblijvingsbedingen en de rechten van aandeelhouders binnen vennootschappen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/313363 / KG ZA 16-596
Vonnis in kort geding van 24 februari 2017
in de zaak van
1. de maatschap
LODDER & CO ACCOUNTANTS EN ADVISEURS,
gevestigd te Arnhem, en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LORO VIKING B.V.,
gevestigd te Hengelo (Gld), en
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VICTORIA BEHEER B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage, en
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MONTE ROSA B.V.,
gevestigd te Driebergen-Rijsenburg, en
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ORIKUS B.V.,
gevestigd te Ridderkerk, en
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLUEBELLS B.V.,
gevestigd te Oude IJsselstreek, en
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NIDON HOLDING B.V.,
gevestigd te Hengelo (Ov.), en
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LODDER & CO FACILITAIRE DIENSTEN,
gevestigd te Arnhem,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. J.T. Stekelenburg te Holten,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VRIJHEID APELDOORN B.V.,
gevestigd te Hengelo (Ov.),
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R.J. Sark te Arnhem,
in welke zaak als tussenkomende, althans voegende partij wil komen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LODDER-ATP TILBURG B.V.,
gevestigd te Tilburg
advocaat mr. J.T. Stekelenburg te Holten.
Partijen zullen hierna Lodder & Co, Vrijheid Apeldoorn en ARP-Tilburg worden genoemd.

1.De procedure

in conventie en in reconventie in de hoofdzaak en in het incident tot tussenkomst, althans voeging van ARP-Tilburg

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met productie 1 tot en met 19
  • de akte houdende wijziging van eis van Lodder & Co
  • de incidentele conclusie van tussenkomst, althans voeging van ARP-Tilburg
  • het e-mailbericht van 3 februari 2017 met productie 21 tot en met 30 van Lodder & Co
  • het e-mailbericht van 3 februari 2017 met productie 31 tot en met 55 van Lodder & Co
  • het e-mailbericht van 8 februari 2017 met productie 56 tot en met 67 van Lodder & Co
  • een nagezonden productie 62
- de brief van 7 februari 2017 met productie 1 tot en met 21, tevens aankondiging van eis in reconventie van Vrijheid Apeldoorn
- de brief van 8 februari 2017 met productie 22 tot en met 26 van Vrijheid Apeldoorn
  • de mondelinge behandeling van 9 februari 2017
  • de pleitnota in eerste termijn van Lodder & Co
  • de pleitnota van ARP Tilburg in het incident
  • de pleitnota van Vrijheid Apeldoorn
  • de pleitnota in tweede termijn van Lodder & Co.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

in conventie en in reconventie in de hoofdzaak en in het incident tot tussenkomst, althans voeging van ARP-Tilburg

2.1.
De Lodder-groep bestaat uit de maatschap Lodder & Co Accountants en Adviseurs (hierna: de maatschap) en verschillende daaraan gelieerde vennootschappen en is oorspronkelijk opgezet door [betrokkene 2] .
2.2.
De op 1 januari 2003 gesloten maatschapsovereenkomst vermeldt voor zover voor het onderhavige geschil van belang:

11.02 Verblijvingsbeding
Indien het lidmaatschap van een lid der maatschap eindigt verblijft het aandeel van dat lid in de activa van de maatschap (naam en stille reserves daaronder begrepen) aan de overblijvende leden, onder de verplichting voor deze leden om de schulden der maatschap per de balansdatum voor hun rekening te nemen en het lid wiens lidmaatschap is geëindigd respectievelijk zijn rechtsopvolgers tegen aanspraken van derden ter zake van zodanige schulden te vrijwaren, tegen schulderkenning aan het desbetreffende ex-lid respectievelijk zijn rechtsopvolgers van het bedrag bedoeld in artikel 11 van de clearingovereenkomst.
(…)’
2.3.
Qua economische structuur bestaat de maatschap uit diverse profitcenters, waarin door één of meer maten wordt deelgenomen. Ieder der maten is gerechtigd tot de winst of het verlies van zijn profitcenter(s), onder aftrek van de aan dit/deze center(s) toebedeelde (facilitaire) kosten. De afrekening van hetgeen waartoe men gerechtigd is, dient uitsluitend via de maatschap te verlopen. Naast de maatschap maken ook afzonderlijke vennootschappen deel uit van de Lodder-groep.
2.4.
De juridische en economische gerechtigdheid met betrekking tot de vennootschappen lopen binnen de Lodder-groep niet altijd parallel. ARP Tilburg en Lodder & Co Den Haag B.V. (hierna: Lodder Den Haag) betreffen twee profitcenters waartoe Vrijheid Apeldoorn economisch gerechtigd is. De juridisch gerechtigde van Lodder Den Haag is Vrijheid Apeldoorn als aandeelhouder. Oorspronkelijk was ARP Tilburg het profitcenter van de heer [betrokkene] , die in het voorjaar van 2015 is overleden. Daarna was Nidon tot april 2016 aandeelhouder van ARP Tilburg. Nidon is een vennootschap waarvan de maatschap aandeelhouder is en [betrokkene 2] . op dat moment de bestuurder.
2.5.
Op 15 april 2016 heeft [betrokkene 2] . als bestuurder van Nidon, ARP Tilburg ‘verhangen’ naar Vrijheid Apeldoorn. Vanaf dat moment was [betrokkene 2] . via Vrijheid Apeldoorn en een achterliggende holding middellijk aandeelhouder en bestuurder van ARP Tilburg.
2.6.
Binnen de maatschap spelen al geruime tijd diverse geschillen.
2.7.
De algemene vergadering van aandeelhouders van Nidon heeft [betrokkene 2] . op
8 augustus 2016 ontslagen als bestuurder en mevrouw V.V.D. [betrokkene 3] , als vertegenwoordiger van Victoria Beheer B.V. en de heer L. [betrokkene 4] , als vertegenwoordiger van Loro Viking B.V., benoemd tot nieuwe bestuurders.
2.8.
In 2016 is de maatschap in overleg getreden met ETL Accountants en Adviseurs B.V. (hierna: ETL) over een mogelijke samenwerking, erop neerkomende dat [betrokkene 2] . zijn belangen aan ETL zou overdragen, waarna de Lodder-groep zou opgaan in ETL. In deze deal zou de verkoop van ARP Tilburg en Lodder Den Haag worden meegenomen. In dat kader is tussen de Lodder-groep en ETL op 19 november 2015 een ‘Vereinbarung’ gesloten. Tijdens de daarop volgende maatschapsvergadering van 15 december 2016 hebben de maten ingestemd met het buiten toepassing laten van het verblijvingsbeding in geval van verkoop van de vennootschappen aan ETL. De opbrengst van de verkoop zou door ETL aan de maatschap worden betaald, waarna deze, na afrekening, zou doorbetalen aan Vrijheid Apeldoorn.
2.9.
Bij kort gedingvonnis van 23 november 2016 heeft de voorzieningenrechter Vrijheid Apeldoorn (onder andere) per direct als lid van de maatschap geschorst voor de duur van zeven maanden, gerekend vanaf de datum van dit vonnis en is Vrijheid Apeldoorn veroordeeld om de aandelen van ARP Tilburg terug te leveren aan Nidon.
2.10.
ETL heeft bij brief van 2 februari 2017 de ‘Vereinbarung’ die zij op
19 november 2015 met de Lodder-groep heeft gesloten buitengerechtelijk ontbonden. Vrijheid Apeldoorn heeft vervolgens een tussenpersoon ingeschakeld om andere partijen aan te zoeken die mogelijk interesse hebben in de koop van de vennootschappen van ARP Tilburg en Lodder Den Haag. In dat kader heeft een aantal gesprekken plaatsgevonden met verschillende geïnteresseerden.
2.11.
Op 5 december 2016 is vanuit ARP Tilburg een bedrag van € 38.779,36 aan Vrijheid Apeldoorn betaald onder vermelding van betalingskenmerk ‘Interest 2013
€ 38.779,36 inzake Lodder en Co facilitaire diensten aan VA’ en een bedrag van
€ 39.602,35 onder vermelding van betalingskenmerk ‘Interest 2014 Lodder en Co facilitaire diensten BV 39602,35 aan VA’.
2.12.
Op 22 december 2016 heeft Vrijheid Apeldoorn naar aanleiding van het vonnis in kort geding van 23 november 2016 de aandelen in ARP Tilburg terug geleverd aan Nidon.
2.13.
Op 29 december 2016 is vanuit ARP Tilburg een bedrag van € 12.000,00 aan Vrijheid Apeldoorn betaald onder vermelding van betalingskenmerk ‘betaling aflossing schuld aan dakmts LC en directe doorbetaling namens dakmts LC aan VA terzake van schuld dakmts LC aan VA’.
2.14.
Op 2 januari 2017 heeft [betrokkene 2] . namens Vrijheid Apeldoorn aan een medewerker van ARP Tilburg, de heer [betrokkene 5] , per e-mail bericht:
‘Houdt dagelijks in de gaten of de bankpas nog werkt. Zo ja: alsnog als er ruimte is in het saldo, elke dag op vrijheid apeldoorn bv geld overmaken.’

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Lodder & Co vordert samengevat, na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, op straffe van een dwangsom:
I Vrijheid Apeldoorn per direct te verbieden om de onderneming ARP Tilburg en/of delen van de activa en/of passiva te verkopen of doen verkopen, te leveren en/of te bezwaren, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de maatschap, voor de duur van zeven maanden na de datum van dit vonnis;
II Vrijheid Apeldoorn per direct te verbieden om namens ARP Tilburg (rechts)handelingen te verrichten voor de duur van zeven maanden na de datum van dit vonnis;
III Vrijheid Apeldoorn per direct te verbieden (delen van) de aandelen in het kapitaal van Lodder Den Haag en/of delen van de activa/passiva daarvan te kopen aan te (laten) bieden en/of te leveren aan derden en/of te bezwaren zonder schriftelijke toestemming van de maatschap, voor de duur van zeven maanden na de datum van dit vonnis;
IV Vrijheid Apeldoorn te gebieden om binnen 24 uur na de datum van dit vonnis alle informatie die betrekking heeft op de pogingen tot verkoop van ARP Tilburg aan Lodder & Co ter beschikking te stellen;
V Vrijheid Apeldoorn te gebieden om binnen 24 uur na de datum van dit vonnis alle informatie die betrekking heeft op de pogingen tot verkoop aan Lodder Den Haag ter beschikking te stellen;
VI Vrijheid Apeldoorn per direct te verbieden om de vorderingen c.q. koopsommen verband houdende met de verkoop van (aandelen in) Lodder & Co Den Haag B.V en/of ARP Tilburg te bezwaren of aan derden te verkopen en leveren en Vrijheid Apeldoorn te gebieden die geldbedragen per direct op de derdengeldrekening van de advocaat van Lodder & Co te storten, op voorwaarde dat Lodder & Co binnen vijf maanden na de datum van dit vonnis een bodemprocedure zal starten jegens Vrijheid Apeldoorn;
VII Vrijheid Apeldoorn per direct te verbieden om (te dreigen) over te gaan tot het treffen van rechtsmaatregelen tegen Lodder & Co met betrekking tot de geldlening van
€ 1.200.000,00 en rekening-courantverhoudingen, op voorwaarde dat Lodder & Co binnen vijf maanden na de datum van dit vonnis een bodemprocedure zal starten jegens Vrijheid Apeldoorn over het bestaan en de omvang van deze geldlening en verhoudingen;
VIII Vrijheid Apeldoorn te gebieden om binnen 24 uur na de datum van dit vonnis
€ 90.381,71 aan ARP Tilburg te betalen;
IX Vrijheid Apeldoorn, haar bestuurders en/of door haar ingeschakelde derden per direct te verbieden om zich op te houden op het terrein en het kantoorgebouw van ARP Tilburg;
X Vrijheid Apeldoorn, haar bestuurders en/of door haar ingeschakelde derden per direct te verbieden om in contact te treden met medewerkers van ARP Tilburg;
XI Vrijheid Apeldoorn te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Vrijheid Apeldoorn voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.
in reconventie
3.4.
Vrijheid Apeldoorn vordert samengevat, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, op straffe van een dwangsom:
I ARP-Tilburg en Nidon te verbieden om na betekening van dit vonnis gelden en/of middelen te onttrekken aan het vermogen van ARP-Tilburg ten gunste van de maatschap;
II a. ARP-Tilburg en Nidon te gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis Vrijheid Apeldoorn volledig te informeren over door of tegen ARP-Tilburg aanhangig gemaakte gerechtelijke procedures, waarbij het gaat om aanspraken/vorderingen van de maatschap;
b. Nidon, Lodder Facilitaire Diensten en de maatschap te veroordelen bovengenoemde procedures te staken en gestaakt te houden en geen (nieuwe of andere) rechtsmaatschappen te treffen tegen ARP-Tilburg over vermeende aanspraken/vorderingen van de maatschap;
III a. ARP en Nidon te gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis iedere beperking ten aanzien van het gebruik van de geautomatiseerde systemen van ARP-Tilburg, opgelegd aan het personeel van ARP-Tilburg te staken en gestaakt te houden;
b. ARP-Tilburg te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de werkzaamheden voor Vrijheid Apeldoorn en/of de heer Lodder te hervatten;
c. Nidon en de maatschap te veroordelen om te gehengen en te gedogen dat ARP-Tilburg, Lodder & Co Facilitaire Diensten en overige aan de maatschap gelieerde bedrijven de onder b. bedoelde werkzaamheden verrichten;
IV a. de maatschap, Nidon en ARP-Tilburg te gebieden om alle handelingen te staken en gestaakt te houden die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat onderhandelingen over een mogelijke verkoop van de activa van ARP-Tilburg en/of Lodder Den Haag onmogelijk worden gemaakt dan wel worden tegen gegaan;
b. de maatschap te verbieden om zonder schriftelijke toestemming van Vrijheid Apeldoorn jegens derden enige mededeling te doen over lopende onderhandelingen c.q. een mogelijke verkoop van de activa van ARP-Tilburg en/of Lodder Den Haag;
V Lodder & Co hoofdelijk te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente,
3.5.
Lodder & Co voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.6.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.
in het incident tot tussenkomst, althans voeging van ARP-Tilburg
3.7.
ARP-Tilburg vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, in het incident primair dat haar wordt toegestaan dat zij in het geding worden toegelaten als tussenkomende partij en subsidiair dat zij wordt toegelaten als voegende partij aan de zijde van Lodder & Co, met veroordeling van Vrijheid Apeldoorn in de proceskosten, en in de hoofdzaak, op straffe van een dwangsom:
I Vrijheid Apeldoorn per direct te verbieden om de onderneming ARP Tilburg en/of delen van de activa en/of passiva te verkopen of doen verkopen, te leveren en/of te bezwaren, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de maatschap, voor de duur van zeven maanden na de datum van dit vonnis;
II Vrijheid Apeldoorn per direct te verbieden om namens ARP Tilburg (rechts)handelingen te verrichten, voor de duur van zeven maanden na de datum van dit vonnis;
III Vrijheid Apeldoorn te gebieden om binnen 24 uur na de datum van dit vonnis alle informatie die betrekking heeft op de pogingen tot verkoop van ARP Tilburg aan Lodder & Co ter beschikking te stellen;
IV Vrijheid Apeldoorn te gebieden om binnen 24 uur na de datum van dit vonnis
€ 90.381,71 aan ARP Tilburg te betalen;
V Vrijheid Apeldoorn, haar bestuurders en/of door haar ingeschakelde derden per direct te verbieden om zich op te houden op het terrein en het kantoorgebouw van ARP Tilburg;
VI Vrijheid Apeldoorn, haar bestuurders en/of door haar ingeschakelde derden per direct te verbieden om in contact te treden met medewerkers van ARP Tilburg;
VII Vrijheid Apeldoorn te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.8.
Vrijheid Apeldoorn refereert zich aan het oordeel van de voorzieningenrechter.
3.9.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

In het incident tot tussenkomst, althans voeging van ARP-Tilburg

4.1.
ARP Tilburg vordert primair om in dit kort geding te mogen tussenkomen. Lodder & Co en Vrijheid Apeldoorn voeren geen verweer tegen deze tussenkomst. Bovendien heeft ARP Tilburg een rechtstreeks en in rechte te erkennen belang om als tussenkomende partij in het geding te komen, omdat een aantal namens Lodder & Co ingestelde vorderingen rechtstreeks betrekking hebben op haar. Daarom zal ARP Tilburg worden toegelaten als tussenkomende partij. Lodder & Co en Vrijheid Apeldoorn zullen in de kosten van het incident worden veroordeeld, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
In de hoofdzaak in conventie en in reconventie
4.2.
In de samenhang tussen de vordering in conventie en de vordering in reconventie ziet de voorzieningenrechter aanleiding deze vorderingen hierna gezamenlijk te behandelen.
4.3.
De spoedeisendheid van de vordering vloeit voldoende voort uit de stellingen van partijen..
4.4.
In de kern genomen komt het geschil tussen partijen neer op de vraag of Vrijheid Apeldoorn, en meer specifiek haar bestuurder [betrokkene 2] ., gerechtigd is de ondernemingen van ARP Tilburg en Lodder Den Haag aan een derde partij te verkopen en de opbrengst daarvan rechtstreeks te ontvangen en volledig te behouden. Lodder & Co stelt dat dit niet het geval is en voert daartoe aan dat in de maatschapsovereenkomst een verblijvingsbeding is opgenomen. In dit beding staat kort gezegd vermeld dat indien het lidmaatschap van een lid in de maatschap eindigt, het aandeel van dat lid in de activa van de maatschap verblijft aan de overblijvende leden van de maatschap. Lodder & Co stelt dat door het uittreden van Vrijheid Apeldoorn als lid van de maatschap, de participaties van Vrijheid Apeldoorn in de maatschap toevallen aan de achterblijvende maten, zodat het Vrijheid Apeldoorn niet vrijstaat de vennootschappen van ARP Tilburg en Lodder Den Haag aan een derde te verkopen en de opbrengst buiten de maatschap om te ontvangen en te behouden.
4.5.
Vrijheid Apeldoorn heeft deze stellingen weersproken en aangevoerd dat de maatschap in onderhandeling is over een mogelijke samenwerking met ETL. In deze deal zouden ook ARP Tilburg en Lodder Den Haag worden betrokken, waarbij de opbrengst van de verkoop van deze twee vennootschappen weliswaar aan de maatschap zou worden betaald, maar uiteindelijk - na eventuele verrekening - aan Vrijheid Apeldoorn ten goede zou komen. Vrijheid Apeldoorn stelt dat de maatschap goedkeuring voor deze constructie heeft verleend en geen toepassing aan het verblijvingsbeding wilde geven, zodat met dat beding niet langer rekening hoeft te worden gehouden. Vrijheid Apeldoorn stelt dat zij eind 2016 bericht van ETL heeft ontvangen dat zij ARP Tilburg en Lodder Den Haag niet wenst over te nemen. Nu volgens Vrijheid Apeldoorn het verblijvingsbeding niet langer van toepassing is en daar overigens ook niet uit voort vloeit dat Vrijheid Apeldoorn ARP Tilburg en Lodder Den Haag niet vrijelijk zou mogen verkopen, en deze twee vennootschappen op zichzelf bovendien geen bestaansrecht hebben, mag zij de vennootschappen aan een derde verkopen en de opbrengst daarvan rechtstreeks ontvangen en behouden.
4.6.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Vaststaat dat in de maatschapsovereenkomst een verblijvingsbeding is opgenomen. Partijen verschillen allereerst van mening over de vraag of dit beding, vanwege afspraken die partijen hebben gemaakt, nog wel geldt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat aan dit beding als zodanig geen einde is gekomen door gemaakte afspraken. Ter zitting heeft Lodder & Co voldoende aannemelijk gemaakt dat zij het verblijvingsbeding buiten toepassing wilde laten in het geval dat ARP Tilburg en Lodder Den Haag als onderdeel van de deal met ETL aan ETL zouden worden verkocht. Onderdeel van deze afspraak was dat de (ver)koopprijs van de twee vennootschappen via de maatschap aan Vrijheid Apeldoorn zou worden betaald en dat op basis van de clearingovereenkomst eerst zou worden verrekend wat Vrijheid Apeldoorn nog aan Lodder & Co Facilitaire Diensten, althans de maatschap is verschuldigd, voordat het eventuele restantbedrag aan Vrijheid Apeldoorn zou worden uitbetaald. Dat Lodder & Co ook bij verkoop van de ondernemingen aan een derde partij en aldus zonder deze voorwaarden heeft ingestemd met het buiten toepassing laten van het verblijvingsbeding, is niet aannemelijk. Nu vaststaat dat de verkoop van ARP Tilburg en Lodder Den Haag aan ETL geen doorgang zal vinden, is aannemelijk dat de met betrekking tot het verblijvingsbeding gemaakte afspraken voor de verkoop aan ETL niet langer van kracht zijn.
4.7.
Partijen verschillen daarnaast van mening over het antwoord op de vraag of het verblijvingsbeding ook ten aanzien van ARP Tilburg en Lodder Den Haag geldt. Zij geven aan het verblijvingsbeding ieder een andere uitleg. Ten aanzien van dit geschilpunt geldt het volgende. ARP Tilburg en Lodder Den Haag zijn zelf geen lid van de maatschap. Als zodanig zijn zij dus ook niet (zonder meer) aan de maatschapsovereenkomst gebonden. Daarvan maakt alleen Vrijheid Apeldoorn deel uit. Vrijheid Apeldoorn is de aandeelhouder van Lodder Den Haag en de economisch gerechtigde in zowel ARP Tilburg als Lodder Den Haag. De aandelen in ARP Tilburg worden gehouden door Nidon. Weliswaar worden de aandelen in Nidon gehouden door de maatschap, maar als zodanig maakt Nidon geen deel uit van de maatschap. De vraag is dan ook of de ondernemingen in ARP Tilburg en Lodder Den Haag via Vrijheid Apeldoorn, respectievelijk Nidon, aan het verblijvingsbeding zijn gebonden, dat is gekoppeld aan het lidmaatschap van de maatschap. Dat, en zo ja, op welke wijze ARP Tilburg en Lodder Den Haag ook aan het beding zijn gebonden heeft Lodder & Co op geen enkele wijze onderbouwd. De enkele stelling dat deze vennootschappen als participatie onder het verblijvingsbeding vallen is onvoldoende, nu de tekst van het beding in de maatschapsovereenkomst daarvoor geen aanknopingspunten biedt. Gelet op het feit dat de juridische gerechtigdheid van de vennootschappen niet in alle gevallen parallel loopt met de economische gerechtigdheid daarvan en gelet op het verweer van Vrijheid Apeldoorn, had het naar het oordeel van de voorzieningenrechter op de weg van Lodder & Co gelegen om op basis van een juridische onderbouwing aannemelijk te maken dat en op welke wijze ARP Tilburg en Lodder Den Haag op basis van het verblijvingsbeding aan de achterblijvende leden van de maatschap dienen te verblijven. Nu deze onderbouwing ontbreekt en in kort geding geen plaats is voor nadere onderbouwing of bewijslevering, kan op dit moment niet worden vastgesteld dat de ondernemingen in ARP Tilburg en Lodder Den Haag door de economisch gerechtigde Vrijheid Apeldoorn niet vrijelijk aan een derde mogen worden verkocht. De vorderingen die betrekking hebben op een verbod voor Vrijheid Apeldoorn om tot daadwerkelijke verkoop van deze twee ondernemingen over te gaan of met derden daarover in onderhandeling te treden alsmede de verplichting om de koopsommen op de derdengeldrekening van de advocaat van Lodder & Co te storten, zullen dan ook worden afgewezen. Dit brengt met zich dat de vorderingen van Vrijheid Apeldoorn in reconventie, strekkende tot een gebod voor Lodder & Co om verkooponderhandelingen met derden niet langer te frustreren, zal worden toegewezen.
4.8.
Lodder & Co vordert voorts een verbod voor Vrijheid Apeldoorn om (te dreigen) over te gaan tot het treffen van rechtsmaatregelen tegen Lodder & Co met betrekking tot een vermeende geldlening van € 1.200.000,00 en een aantal rekening-courantverhoudingen. Volgens vaste jurisprudentie dient met de beperking van grondrechten, in dit geval een beperking van de artikelen 13 en 6 EVRM waarin het recht op toegang tot de rechter is geregeld, zeer terughoudend te worden omgegaan. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Lodder & Co onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld op grond waarvan een dergelijk verbod in dit geval kan worden gerechtvaardigd. Daarom zullen de vorderingen strekkende tot dat verbod worden afgewezen.
4.9.
Vervolgens vordert ARP Tilburg veroordeling van Vrijheid Apeldoorn tot (terug)betaling van een bedrag van € 90.381,71. Ter zitting is duidelijk geworden dat aan deze vordering ten grondslag ligt de stelling dat sprake is van onverschuldigde betaling, omdat Vrijheid Apeldoorn geen (incasseerbare) vordering op ARP Tilburg heeft en dit bedrag aldus zonder rechtsgrond is overgemaakt. Vrijheid Apeldoorn heeft deze stellingen betwist en in dat kader ter zitting aangevoerd dat voor de betalingen wel een rechtsgrond aanwezig is. Vrijheid Apeldoorn stelt dat zij een vordering van ruim € 700.000,00 van Vrijheid Apeldoorn op Lodder & Co Facilitaire Diensten voorwaardelijk aan ARP Tilburg heeft gecedeerd, voor het geval dat Lodder & Co Facilitaire Diensten aanspraak maakt op betaling van (één of meerdere) vordering(en) op ARP Tilburg. In dat geval zou dan verrekening kunnen plaatsvinden. Vrijheid Apeldoorn voert aan dat ARP Tilburg voor deze voorwaardelijke cessie rente aan Vrijheid Apeldoorn is verschuldigd en dat het betaalde bedrag van € 90.381,71 als zodanig dient te worden gekwalificeerd. De juistheid van dit verweer is echter niet komen vast te staan. Vrijheid Apeldoorn heeft de aktes van cessie weliswaar in het geding gebracht, maar daarmee zijn de vragen omtrent het bestaan van de gecedeerde vordering als zodanig (Lodder & Co Facilitaire Diensten pretendeert juist een vordering op Vrijheid Apeldoorn te hebben) en de geldigheid van de cessie – in verband met het cessieverbod als opgenomen in de maatschapsovereenkomst – niet beantwoord. Hoewel in de betalingskenmerken ‘interest’ staat vermeld, acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat de gestelde voorwaardelijke cessie aan de betalingen ten grondslag ligt. Niet weersproken is immers dat [betrokkene 2] . namens Vrijheid Apeldoorn aan een werknemer van ARP Tilburg opdracht heeft gegeven om dagelijks te controleren of voldoende saldo aanwezig is op de rekening van ARP Tilburg en in het geval dat dat zo is, geld over te maken aan Vrijheid Apeldoorn. Dit duidt er bepaald niet op dat er sprake is van gereguleerde rentebetalingen, maar veeleer op het leegtrekken van een rekening. Op basis daarvan is aannemelijk dat de betalingen tot een bedrag van € 90.381,71 onverschuldigd hebben plaatsgevonden. Waar zonder recht of titel gelden zijn weggesluisd, moet de vordering tot (terug)betaling van dit bedrag aan ARP Tilburg worden toegewezen.
4.10.
ARP Tilburg vordert voorts een gebieds- en contactverbod voor Vrijheid Apeldoorn om zich op te houden in of rondom haar kantoorgebouw of contact met haar personeel op te nemen. Dergelijke verboden kunnen echter niet aan een vennootschap worden opgelegd, omdat een rechtspersoon zich niet feitelijk op een terrein kan begeven of met personeel in contact kan treden. Dit gedeelte van de vorderingen zal aldus worden afgewezen. ARP Tilburg vordert dezelfde verboden voor door Vrijheid Apeldoorn ingeschakelde derden. Nu deze derden niet nader zijn gespecificeerd, is dit gedeelte van de vordering te onbepaald om voor toewijzing in aanmerking te komen. Ook de vordering strekkende daartoe zal dus worden afgewezen. Ten aanzien van het gevorderde gebieds- en contactverbod voor de bestuurders van Vrijheid Apeldoorn geldt het volgende. Bij kort gedingvonnis van 23 november 2016 zijn een groot aantal ordemaatregelen getroffen. Deze maatregelen werden in die procedure aangewezen geacht om (kort gezegd) de rust in de maatschap te herstellen, althans voor enige tijd te waarborgen. Vaststaat dat in dat kader een gebiedsverbod aan [betrokkene 2] . is opgelegd om zich op het terrein van de maatschap en drie aan de maatschap gelieerde vennootschappen te begeven en dat dit verbod nog een aantal maanden voortduurt. ARP Tilburg wenst dit verbod in deze procedure ook voor haar te laten gelden. Daarvoor zijn op dit moment echter onvoldoende gronden aanwezig. Vaststaat dat [betrokkene 2] . economisch gerechtigde en daarmee feitelijk belanghebbende van ARP Tilburg is en in die hoedanigheid belang heeft bij de mogelijkheid tot contact met dit profitcenter. Nu dit contact (kennelijk) al enige tijd niet heeft mogen plaatsvinden en deze situatie, zonder rechtvaardiging, niet steeds kan voortduren, had het op de weg van ARP Tilburg gelegen om juridisch te onderbouwen op grond waarvan een gebieds- en contactverbod op dit moment nog steeds geboden is. Dit geldt temeer nu het aandeelhouderschap en het bestuur in andere handen zijn en [betrokkene 2] . dus niet vrij spel heeft. Nu een dergelijke onderbouwing ontbreekt en voor het (opnieuw) treffen van een ordemaatregel aldus onvoldoende is gesteld, zullen de gevorderde verboden ook jegens de bestuurders van Vrijheid Apeldoorn worden afgewezen.
4.11.
Gelet op het vorenstaande, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het in reconventie door Vrijheid Apeldoorn gevorderde gebod voor ARP Tilburg om haar werkzaamheden voor Vrijheid Apeldoorn en haar bestuurders te hervatten, de beperkingen ten aanzien van de geautomatiseerde systemen op te heffen en het gedogen van deze handelingen door Nidon en de maatschap, toe te wijzen. Ook ten aanzien van deze vorderingen heeft te gelden dat eerder opgelegde ordemaatregelen gelet op de economische belangen van Vrijheid Apeldoorn en haar bestuurders in ARP Tilburg zonder juridisch onderbouwde grondslag niet steeds kunnen voortduren. Daar waar het aandeelhoudershap en het bestuur van ARP Tilburg in andere handen blijft, zullen partijen met elkaar in overleg moeten treden om de tussen hen bestaande geschillen zo spoedig mogelijk op te lossen en zo lang geen oplossing is bereikt ziet de voorzieningenrechter in kort geding geen grond om het verrichten van werkzaamheden voor Vrijheid Apeldoorn en haar bestuurders door ARP Tilburg (nog langer) onmogelijk te laten zijn.
4.12.
Vrijheid Apeldoorn vordert voorts een verbod voor ARP Tilburg en Nidon om gelden en/of middelen aan het vermogen van ARP Tilburg te onttrekken ten gunste van de maatschap. Vaststaat dat Nidon sinds 22 december 2016 weer aandeelhouder is van ARP Tilburg en dat zij sindsdien de juridisch gerechtigde van ARP Tilburg is. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, valt niet in te zien op grond waarvan ARP Tilburg en haar (indirecte) bestuurders [betrokkene 3] en [betrokkene 4] kunnen worden verboden om betalingen te verrichten, ook als die betalingen ten gunste van de maatschap worden gedaan. ARP Tilburg heeft als zelfstandige juridische entiteit eigen verplichtingen die nagekomen zullen moeten worden. Het enkele feit dat Vrijheid Apeldoorn economisch belanghebbende van ARP Tilburg is, is onvoldoende om een dergelijk vergaand verbod in kort geding te kunnen rechtvaardigen. Derhalve zal deze vordering worden afgewezen.
4.13.
Ook de vorderingen van Vrijheid Apeldoorn tot veroordeling van ARP Tilburg en Nidon om haar volledig te informeren over door of tegen ARP Tilburg aanhangig gemaakte gerechtelijke procedures, waarbij het gaat om aanspraken en/of vorderingen van de maatschap, en deze procedures te staken en gestaakt te houden zullen worden afgewezen. Een wettelijke grondslag voor deze vorderingen ontbreekt op dit moment en Vrijheid Apeldoorn heeft onvoldoende gesteld en onderbouwd waarom deze vorderingen in de vorm van een (voorlopige) ordemaatregel zouden moeten worden toegewezen.
4.14.
Nu partijen over en weer deels in het gelijk en deel in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten zowel in conventie als in reconventie worden gecompenseerd als na te melden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in het incident tot tussenkomst, althans voeging van ARP-Tilburg
5.1.
laat ARP Tilburg toe als tussenkomende partij in het kort geding van Lodder & Co tegen Vrijheid Apeldoorn,
5.2.
veroordeelt Lodder & Co en Vrijheid Apeldoorn in de proceskosten in het incident tot tussenkomst, aan de zijde van ARP Tilburg tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil,
in de hoofdzaak in conventie
5.3.
veroordeelt Vrijheid Apeldoorn om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis tegen bewijs van kwijting aan ARP Tilburg terug te betalen € 90.381,71,
5.4.
compenseert de proceskosten in conventie in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders in conventie gevorderde af,
in de hoofdzaak in reconventie
5.7.
gebiedt ARP Tilburg en Nidon om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis iedere beperking ten aanzien van het gebruik van de geautomatiseerde systemen van ARP Tilburg, opgelegd aan het personeel van ARP Tilburg, te staken en gestaakt te houden, daaronder (mede, maar niet uitsluitend) begrepen de beperkingen ten aanzien van de programma’s Allure, Twinfield en Basecone,
5.8.
veroordeelt ARP Tilburg om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de werkzaamheden voor Vrijheid Apeldoorn en/of [betrokkene 2] . te hervatten, daaronder (mede, maar niet uitsluitend) begrepen het verrichten van secretariële en administratieve werkzaamheden,
5.9.
veroordeelt Nidon, de maatschap en de maten om te gehengen en te gedogen dat ARP Tilburg, Lodder Den Haag en Lodder-Dales DAZ Beheer B.V. en haar dochterondernemingen de onder 5.8. bedoelde werkzaamheden verrichten,
5.10.
gebiedt de maatschap, de maten, Nidon en ARP Tilburg om alle handelingen te staken en gestaakt te houden die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat onderhandelingen over een mogelijke verkoop van de activa van ARP Tilburg en/of Lodder Den Haag en/of enig ander kantoor waartoe Vrijheid Apeldoorn rechthebbende is, tussen Vrijheid Apeldoorn en een of meer derden als mogelijke kopers van de activa van ARP Tilburg en/of Lodder Den Haag, onmogelijk worden gemaakt dan wel worden tegen gegaan,
5.11.
verbiedt de maatschap en de maten om - behoudens na voorafgaande schriftelijke toestemming van Vrijheid Apeldoorn - jegens derden enige mededeling te doen over lopende onderhandelingen c.q. een mogelijke verkoop van de activa van ARP Tilburg en/of Lodder Den Haag en/of Lodder-Dales DAZ Beheer B.V. en haar dochterondernemingen,
5.12.
veroordeelt Lodder & Co hoofdelijk, in die zin dat wanneer de een betaalt de ander tot dat bedrag zal zijn gekweten, tot betaling van een dwangsom van € 2.500,00 per dag, een dagdeel daaronder begrepen, telkens als niet aan een van de veroordelingen onder 5.7. tot en met 5.11. wordt voldaan, tot een maximumbedrag van in totaal € 1.000.000,00,
5.13.
compenseert de proceskosten in reconventie in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.14.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.15.
wijst het meer of anders in reconventie gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M Vaessen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier E.H.J. Krijnen op 24 februari 2017.