2.4De kantonrechter stelt eerst een aantal feiten vast:
a. [eisende partij] , die in [plaats] als zelfstandige een praktijk voor systeemtherapie voert, heeft in de periode van 12 december 2011 tot 25 februari 2012 mevrouw [Persoon C] te [plaats] behandeld. De behandelkosten bedroegen in totaal € 991,73.
b. [eisende partij] had met [rechtspersoon B] te [plaats] een “raamovereenkomst ter behandeling van cliënten in de tweede lijn” gesloten. Een afschrift van deze overeenkomst, gedagtekend 28 oktober 2009, is als productie 7 in het geding gebracht.
c. Blijkens deze raamovereenkomst trad [rechtspersoon B] als opdrachtgever op en [eisende partij] als opdrachtnemer die door [rechtspersoon B] werd ingeschakeld voor de feitelijke therapie van cliënten/patiënten van [rechtspersoon B] . [rechtspersoon B] was in formele zin een GGZ-instelling.
f. Blijkens artikel 2 van de raamovereenkomst kon [eisende partij] als opdrachtnemer jegens [rechtspersoon B] aanspraak maken op een vergoeding op basis van een deel van de DBC-opbrengst. Deze opbrengst werd verminderd met de kosten die [rechtspersoon B] aan de opdrachtnemer (in casu [eisende partij] ) in rekening mocht brengen.
g. In februari 2012 staakten vrijwel alle zorgverzekeraars de betalingen aan [rechtspersoon B] naar aanleiding van publicaties in de Volkskrant. [rechtspersoon B] heeft nog in kort geding een zorgverzekeraar (CZ) geprobeerd te dwingen de betalingen te hervatten. Deze vorderingen werden door de voorzieningenrechter te Breda afgewezen. Vervolgens wordt op 15 juni 2012 [rechtspersoon B] in staat van faillissement verklaard. Dit faillissement is op 12 november 2014 wegens gebrek aan baten opgeheven.
h. Omdat betaling van de therapiebehandeling van mevrouw [Persoon C] uitbleef, heeft [eisende partij] mevrouw [Persoon C] rechtstreeks de nota toegezonden (zie productie 1 dagvaarding). De kantonrechter citeert uit deze productie als volgt:
“11-12-2012
Declaratie nr. 10192
NB: Deze factuur is eerder door [rechtspersoon D] namens [rechtspersoon B] aan de zorgverzekeraar aangeboden op 11-12-2012 en staat nog open! Onder factuurnummer 10192
[rechtspersoon D] draagt niet langer zorg voor de facturatie van mijn zorgverlening, de vorderingen daarover en de incasso daarvan; dat nam ik inmiddels zelf ter hand.
Naam: [Persoon C] ( [nummer] )
Geb.datum: [geboortedatum]
Verzekeraar: IZZ Verz.nr.: [nummer]
Betreft: PRT/diagnostiek Therapie conform Behandelovereenkomst over de periode:
Begindatum: 12-12-2011 Einddatum: 25-02-2012
Totaal: € 991,73
Init DBC:Declaratiecode: 102815
Prestatiecode: 101000000162
Diagnostiek
400-799 minuten
AGB Code: 73-731218
Deze rekening betreft een behandelingen die zijn uitgevoerd door [eisende partij] onder Raamovereenkomst met GGz-instelling [rechtspersoon B] . Na faillissement van [rechtspersoon B] op 6 juni 2012 is door de verantwoordelijke curator Mr. R. Maas aan deze individuele hoofdbehandelaar het zgnd. “Zelfstandig declaratierecht” overgedragen.
Met deze factuur wordt tevens de verjaring gestuit.
Nb.: Betaling graag binnen 10 dagenop onderstaande rekeningmet vermelding van decl.nr. Stuur de declaratie svp zsm in naar uw Zorgverzekeraar envoorkom zodoende verjaring!
i. Mevrouw [Persoon C] dient de nota vervolgens bij IZZ in. Dat doet zij kennelijk eerst in februari 2014. Bij brief d.d. 12 februari 2014 wijst IZZ de vergoeding van de nota van [eisende partij] af. De kantonrechter citeert de tweede en derde alinea van deze brief:
U hebt bij ons een nota ingediend van meneer [eisende partij] . Hij declareerde via [rechtspersoon B] en later zelf € 991,73 voor uw behandeling in de periode van 12 november 2011 tot en met 25 februari 2012. Wij hebben een verantwoordelijkheid waar het gaat om het inkopen en betalen van doelmatige zorg. Wij zijn ook verplicht hier onderzoek naar te doen.
Door onderzoek naar de declaraties van [rechtspersoon B] hebben wij vastgesteld dat [rechtspersoon B] zorg levert die niet voldoet aan wet- en regelgeving (onrechtmatige zorg). Dit betekent voor u dat wij de nota van de heer [eisende partij] niet vergoeden. Graag geef ik u meer informatie waarom wij deze kosten niet vergoeding.”