ECLI:NL:RBGEL:2017:1648

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 maart 2017
Publicatiedatum
27 maart 2017
Zaaknummer
314265
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • N.W. Huijgen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over overname van aandelen en daarop rustend pandrecht met betrekking tot een vaststellingsovereenkomst

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, zijn de eiseressen, N.W.J. B.V. en SEGMENT OPLEIDINGEN B.V., betrokken bij een geschil met de gedaagden, SLIMaanZ B.V. en SEP B.V. Het geschil betreft de overname van aandelen en de daarop rustende pandrechten, alsook de uitleg van een vaststellingsovereenkomst die op 5 december 2016 is gesloten. De eiseressen vorderen dat de gedaagden hun medewerking verlenen aan de akte van aandelenoverdracht en de akte van verpanding van aandelen, en dat de gedaagden het gebruik van de handelsnaam 'Segment en Partners' staken.

De procedure begon met een dagvaarding op 6 februari 2017, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 februari 2017. De eiseressen stellen dat er geen geschil bestaat over de geldlening van € 25.000,00 die voortvloeit uit de verkoop van aandelen, en dat het pandrecht op deze aandelen nog steeds van kracht is. De gedaagden daarentegen beweren dat de vaststellingsovereenkomst hen ontslaat van deze verplichtingen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat er een spoedeisend belang is bij de gevraagde voorzieningen, maar dat een kort geding niet geschikt is voor een grondig onderzoek naar de feiten. De rechter wijst de vorderingen van de eiseressen af, met uitzondering van de vordering om het gebruik van de handelsnaam 'Segment en Partners' te staken, die wordt toegewezen. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/314265 / KG ZA 17-21
Vonnis in kort geding van 6 maart 2017
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
N.W.J. [eiseres sub 1] B.V.,
statutair gevestigd te Maassluis,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SEGMENT OPLEIDINGEN B.V.,
statutair gevestigd te Leusden,
eiseressen,
advocaat mr. R.P. de Bruin te Gouda,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SLIMAANZ B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Wijchen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SEP B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Nijmegen,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. E.G.M. van Ewijk te 's-Hertogenbosch.
Eiseressen zullen hierna [eiseressen] worden genoemd en ieder afzonderlijk [eiseres sub 1] en Segment Opleidingen. Gedaagden zullen hierna tezamen SLIMaanZ genoemd worden en ieder afzonderlijk SLIMaanZ B.V., SEP en [gedaagde sub 3] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 februari 2017 met de producties 1 t/m 19
  • de brief van 16 februari 2017 van SLIMaanZ met de producties 1 t/m 17
  • de mondelinge behandeling op 20 februari 2017
  • de pleitnota van [eiseressen]
  • de wijziging van eis
  • de pleitnota van SLIMaanZ.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij notariële akte van 1 november 2013 heeft [eiseres sub 1] 50 gewone aandelen in het aandelenkapitaal van Segment en Partners B.V., thans genaamd SEP, (genummerd 51 t/m 100) voor een bedrag van € 50.000,00 verkocht en geleverd aan SLIMaanZ B.V. Van deze koopprijs heeft SLIMaanZ B.V. op die datum € 25.000,00 betaald. Voor de andere helft van dat bedrag hebben partijen een geldleningsovereenkomst gesloten. Overeengekomen is onder meer dat de hoofdsom van € 25.000,00 binnen een termijn van vijf jaren afgelost moest worden. Tot zekerheid voor de terugbetaling van het (restant)bedrag van de geldlening is door SLIMaanZ B.V. aan [eiseressen] een pandrecht verstrekt op alle aandelen die SLIMaanZ B.V. houdt in Segment en Partners. Op 1 november 2013 is een akte verpanding aandelen opgesteld. Artikel 2 sub e van die akte bepaalt dat het aan de in pand gegeven aandelen verbonden stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders tijdens de duur van het pandrecht toekomt aan de aandeelhouder, te weten SLIMaanZ B.V. Op diezelfde datum is ook een aandeelhoudersovereenkomst opgesteld.
2.2.
Op enig moment zijn geschillen tussen partijen ontstaan, die zijn uitgemond in een op 5 december 2016 gevoerd kort geding bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem. Nadat partijen hun standpunten hadden bepleit, hebben zij – na overleg – ter zitting een vaststellingsovereenkomst gesloten. In die vaststellingsovereenkomst is onder meer het volgende overeengekomen:
De partijen verklaren dat zij ter beëindiging van deze kort geding procedure het volgende zijn overeengekomen:
1. Mevrouw [gedaagde sub 3] c.q. SLIMaanZ B.V. koopt van [eiseres sub 1] B.V. 50% van de aandelen die [eiseres sub 1] B.V. houdt in Segment en Partners B.V. voor de koopsom van € 160.000,00 welke koopsom zal worden betaald in tien termijnen. In 2017 bedragen de termijnen € 10.000,00 en die zullen vervallen op 1 februari 2017, 1 april 2017, 1 juli 2017 en 1 oktober 2017. De termijnen in 2018 bedragen
€ 15.000,00 en zullen vervallen op 1 januari 2018, 1 april 2018, 1 juli 2018 en 1 oktober 2018. De termijnen in 2019 bedragen € 30.000,00 en zullen vervallen op 1 januari 2019 en 1 april 2019. Tot zekerheid van de betaling van de koopsom zal door SLIMaanZ B.V. aan [eiseres sub 1] B.V. worden verstrekt een pandrecht op de aandelen met stemrecht. De overdracht van de aandelen zal plaatsvinden op 30 december 2016 of de eerst mogelijke datum daarna, tegelijk zal Segment en Partners B.V. haar statutaire naam wijzigen in SEP B.V. De kosten van de notaris zullen bij helfte worden gedragen.
2. Segment en Partners B.V. zal het gebruik van de handelsnaam, het woordmerk (Segment) en de beeldmerken van [eiseres sub 1] B.V. (waaronder begrepen het teken Segment (en Partners)) beëindigen per 1 januari 2017. Segment en Partners B.V. zal de handelsnaam, het merkrecht en de beeldmerken van [eiseres sub 1] in alle communicatiemiddelen en -berichten verwijderen uiterlijk op 1 maart 2017. Segment en Partners B.V. mag wel de handelsnaam SEP voeren.
3. Communicatie over het beëindigen van de naam Segment en Partners c.q. het gaan voeren van de nieuwe handelsnaam SEP zal gebeuren in gezamenlijk overleg. In het geval partijen tijdens dat overleg niet tot overeenstemming zullen geraken zullen zij zich wenden tot een door partijen aan te wijzen mediator die zonodig voor partijen bindend zal beslissen. Segment en Partners B.V. zal een nieuwe LinkedIn pagina aanmaken uiterlijk op 1 januari 2017.
4. De facturen die Segment Opleidingen B.V. en Segment en Partners B.V. elkaar hebben toegezonden en per heden nog onbetaald hebben gelaten, zullen worden gecrediteerd uiterlijk 31 december 2016. De vordering in rekening courant die Segment Opleidingen B.V op Segment en Partners B.V. heeft blijft gehandhaafd en zal door Segment en Partners B.V. worden voldaan conform de tussen partijen gesloten overeenkomst van 1 november 2013.
5. Per 1 januari 2017 zal tussen partijen de aandeelhoudersovereenkomst komen te vervallen. Partijen kunnen daar nadien geen rechten meer aan ontlenen en zij kunnen vrijelijk de markt gaan bewerken zonder enige beperking. [eiseres sub 1] B.V. zal de naam Segment en Partners niet gebruiken gedurende vijf jaar te rekenen vanaf 1 januari 2017.
6. De e-mailaccountants @segment.nl en @segmentenpartners.nl voor zover verbonden aan medewerkers van SEP of ISMS adviseurs worden een dag opengezet voor een zogenaamde datadump. De datum zal in overleg worden gekozen en zal vallen voor 15 januari 2017.
7. De e-mails gericht aan het e-mailadres advies@segment.nl worden tot 1 maart 2017 doorgestuurd aan diensten@sep.nl.
8. Na afwikkeling van bovenstaande afspraken verlenen partijen elkaar finale kwijting voor al hetgeen hen in deze zaak verdeeld houdt.
9. De procedure zal worden doorgehaald.
De partijen dragen ieder de eigen kosten.
2.3.
Bij brief van 20 december 2016, verzonden per e-mail op 21 december 2016, heeft notariskantoor Spek & Van den Beld concept aktes en notulen opgesteld in verband met de uitvoering van de tussen partijen getroffen minnelijke regeling. In de concept akte genaamd afstanddoening pandrecht aandelen was opgenomen dat [eiseres sub 1] afstand zou doen van de verpanding van de aandelen genummerd 51 t/m 100.
2.4.
De advocaat van [eiseressen] heeft mr. Spek bij e-mail van 28 december 2016 bericht dat [eiseres sub 1] niet kan instemmen met de inhoud van de concept akte, omdat partijen het verval van het pandrecht niet zouden zijn overeengekomen. Tevens heeft hij medegedeeld dat de akte van aandelenoverdracht gewijzigd dient te worden voor zover het betreft een te houden vergadering van aandeelhouders van Segment en Partners over de door te voeren statutenwijziging.
2.5.
Naar aanleiding daarvan heeft mr. Spek bij brief van 29 december 2016, verzonden per e-mail, aan partijen aangepaste concepten doen toekomen ter zake de akte van aandelenoverdracht en de notulen van een te houden aandeelhoudersvergadering van Segment en Partners.
2.6.
[gedaagde sub 3] heeft de notaris op 29 december 2016 bericht dat zij niet akkoord gaat met de aanpassingen, dat SLIMaanZ B.V. weigert haar medewerking te verlenen aan het passeren van de aktes en dat [gedaagde sub 3] de notulen niet zal te ondertekenen.
2.7.
Bij akte van 30 januari 2017 heeft een statutenwijziging van Segment en Partners plaatsgevonden. Haar naam is toen gewijzigd in SEP B.V.
2.8.
Bij brief van 15 februari 2017 heeft de advocaat van SLIMaanZ [eiseressen] bericht dat hij bij brief van 3 februari 2017 de vaststellingsovereenkomst van 5 december 2016 buitengerechtelijk heeft vernietigd omdat sprake zou zijn van dwaling, en heeft hij [eiseressen] verzocht om de oorspronkelijk door mr. Spek opgestelde stukken alsnog te ondertekenen.
2.9.
Op 17 februari 2017 is door SLIMaanZ B.V. en SEP bij de rechtbank Rotterdam een bodemprocedure aanhangig gemaakt tegen [eiseressen] waarin wordt gevorderd om primair te verklaren voor recht dat de buitengerechtelijke ontbinding van de vaststellingsovereenkomst van 5 december 2016 terecht door SLIMaanZ is ingeroepen en daarmee de overeenkomst is komen te vervallen, subsidiair de overeenkomst te ontbinden c.q. te vernietigen op grond van dwaling, en meer subsidiair de overeenkomst aan te passen in die zin dat uitdrukkelijk wordt opgenomen dat onder de finale kwijtingsbepaling ook valt het vervallen van de geldleningsovereenkomst van 1 november 2013, en de verplichting van [eiseres sub 1] om mee te werken aan de op grond van die overeenkomst verpande aandelen te laten vallen.

3.Het geschil

3.1.
[eiseressen] vordert – na een vermindering van eis – dat de voorzieningenrechter
I. SLIMaanZ gebiedt op 15 maart 2017 om 11:30 uur te verschijnen ten kantore van notaris mr. M.R.E.M. Magnée te Leusden aan de Hamersveldseweg 65 en alsdan haar medewerking te verlenen en al datgene te verrichten hetgeen noodzakelijk of gewenst is voor het door de notaris doen verlijden van de akte van aandelenoverdracht en de akte van verpanding van aandelen, welke akten zijn geconcipieerd door mr. D.A. Spek en welke als productie 18 aan de dagvaarding zijn gehecht, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor elke dag dat SLIMaanZ hiermee in gebreke blijft, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 200.000,00,
II. [gedaagde sub 3] , zulks in haar hoedanigheid van statutair bestuurder van SLIMaanZ B.V., welke vennootschap op haar beurt – na de aandelenoverdracht – enig aandeelhoudster en bestuurder is van SEP, gebiedt op 15 maart 2017 om 11:30 uur te verschijnen ten kantore van notaris mr. M.R.E.M. Magnée te Leusden aan de Hamersveldseweg 65 om de notulen van de aandeelhoudersvergadering van SEP te ondertekenen, waarvan het concept als productie 19 aan de dagvaarding is gehecht, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.000,00 per dag dat [gedaagde sub 3] hiermee in gebreke blijft, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 40.000,00,
III. SEP veroordeelt om binnen twee dagen na dit vonnis, althans per 1 maart 2017, het gebruik c.q. de verwijzing naar de handelsnaam “Segment en Partners” te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding, te vermeerderen met een bedrag van € 500,00 per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum bedrag aan te verbeuren dwangsommen van € 100.000,00,
IV. SLIMaanZ veroordeelt tot het verrichten van die (rechts)handelingen die de voorzieningenrechter geraden mocht achten,
V. SLIMaanZ hoofdelijk veroordeelt in de kosten van deze procedure.
3.2.
SLIMaanZ voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Met de aard van het gevorderde en het daaraan ten grondslag gelegde acht de voorzieningenrechter het spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen gegeven.
4.2.
[eiseressen] vordert allereerst dat SLIMaanZ haar medewerking verleent aan het verlijden van de akte van aandelenoverdracht en de akte van verpanding van aandelen genummerd 1 t/m 50 en dat [gedaagde sub 3] de notulen van de aandeelhoudersvergadering van SEP, waarin goedkeuring wordt verleend aan de vestiging van het pandrecht op die aandelen en de geldleningsovereenkomst, ondertekent. Aan deze vordering legt [eiseressen] ten grondslag dat over het bestaan van de geldlening en de verschuldigdheid van het bedrag van € 25.000,00 nimmer is getwist en het daarmee geen onderwerp was dat partijen verdeeld hield, zodat partijen hierover ook niet gedwaald kunnen hebben ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst. Partijen hebben niet de afspraak gemaakt dat SLIMaanZ B.V. zou worden ontslagen uit haar verplichtingen voortvloeiende uit de geldleningsovereenkomst. De vordering van [eiseres sub 1] bestaat dus nog steeds, hetgeen ook geldt voor het pandrecht op de aandelen genummerd 51 t/m 100 in SEP. De finale kwijting (artikel 8 van de vaststellingsovereenkomst) ziet niet op de vordering die [eiseres sub 1] nog op SLIMaanZ B.V. heeft, maar enkel op de getroffen minnelijke regeling betreffende de geschillen die partijen verdeeld hielden. Evenmin ziet de overeengekomen creditering van de wederzijdse facturen (artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst) op de vordering van [eiseres sub 1] .
4.3.
SLIMaanZ voert verweer en stelt zich op het standpunt dat het op 1 november 2013 aan [eiseres sub 1] verstrekte pandrecht op de aandelen 51 t/m 100 is komen te vervallen, omdat partijen op 5 december 2016 zijn overeengekomen dat zij elkaar finale kwijting verlenen. Deze finale kwijting houdt onder meer in dat [eiseres sub 1] afstand heeft gedaan van haar vordering op SLIMaanZ B.V., zoals deze is opgenomen in de geldleningsovereenkomst van 1 november 2013. In de koopprijs voor de aandelen genummerd 1 t/m 50 van € 160.000,00 is het bedrag van € 25.000,00 verdisconteerd.
Daarnaast dient het pandrecht op de door [eiseres sub 1] aan SLIMaanZ B.V. over te dragen aandelen te vervallen naar rato van de aflossingen die worden verricht op de geldlening van in totaal € 160.000,00, welke lening door [eiseres sub 1] aan SLIMaanZ zal worden verstrekt bij de overdracht van de aandelen genummerd 1 t/m 50.
4.4.
Om een voorziening te kunnen treffen als gevorderd, dient met een redelijke mate van zekerheid aangenomen te kunnen worden dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat deze - of een vergelijkbare - vordering (in dit geval het verlenen van medewerking aan het verlijden van de akte van aandelenoverdracht en de akte van verpanding van aandelen) zal slagen. Bij de onderhavige beoordeling kan dus slechts een voorlopig oordeel worden gegeven en die beoordeling moet geschieden op basis van hetgeen in deze kort geding procedure naar voren is gebracht en aannemelijk is gemaakt.
4.5.
Het geschil betreft de vraag of de geldlening van € 25.000,00 voor de aandelen genummerd 51 t/m 100 nog afbetaald moet worden en daarmee of het pandrecht op die aandelen nog bestaat. [eiseressen] stelt zich op het standpunt dat de verschuldigdheid van dat bedrag niet is betwist door SLIMaanZ en dat het bedrag niet inbegrepen was/is in de schikking op 5 december 2016 omdat partijen daar geen geschil over hadden en het er dus over eens waren dat dit bedrag sowieso nog verschuldigd was. Het standpunt van SLIMaanZ – kort gezegd inhoudende dat de geldleningsovereenkomst onder het finale kwijtingsbeding valt – staat hier lijnrecht tegenover. Om een goed oordeel hierover te kunnen vormen, is een gedegen onderzoek naar de feiten noodzakelijk. Een kort geding leent zich evenwel niet voor een dergelijk grondig onderzoek, daarvoor is een bodemprocedure de geëigende weg. Bovendien betreft de onderhavige vordering in feite een geldvordering ten aanzien waarvan in kort geding terughoudendheid dient te worden betracht. In het bestek van dit kort geding kan aldus niet worden vastgesteld of de geldleningsovereenkomst en daarmee het pandrecht op de aandelen 51 t/m 100 nog bestaan. Alleen in het geval dat zulks eenvoudig vast te stellen zou zijn, kan de vordering onder I. en de daarmee verband houdende vordering onder II. worden toegewezen. Gelet op het gevoerde partijdebat is dat dus niet het geval en zullen de vorderingen onder I. en II. worden afgewezen.
4.6.
Tot slot vordert [eiseressen] dat SEP wordt veroordeeld om per 1 maart 2017 het gebruik c.q. de verwijzing naar de handelsnaam “Segment en Partners” te staken en gestaakt te houden. Partijen zijn op 5 december 2016 overeengekomen dat SEP het gebruik van de handelsnaam (Segment en Partners), het woordmerk (Segment) en de beeldmerken van [eiseres sub 1] B.V. (waaronder begrepen het teken Segment (en Partners)) zal beëindigen per 1 januari 2017. In alle communicatiemiddelen en -berichten zal SEP de handelsnaam, het merkrecht en de beeldmerken van [eiseres sub 1] uiterlijk op 1 maart 2017 verwijderen. Volgens [eiseressen] heeft Segment en Partners haar statutaire handelsnaam pas op 30 januari 2017 gewijzigd in SEP en gebruikt SEP in al haar communicatie uitingen nog steeds de naam “Segment en Partners” door te vermelden dat SEP voorheen was geheten Segment en Partners. Daarnaast gebruikt SEP nog steeds het e-mailaccount heldpdesk@segment.nl. SEP stelt zich op het standpunt dat zij de handelsnaam “Segment en Partners” niet meer gebruikt en enkel (tot 1 maart 2017) vermeldt ‘voorheen Segment en Partners’.
4.7.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat SEP haar statutaire naam eerst op 30 januari 2017 heeft gewijzigd. Niet weersproken is dat SEP nog steeds de toevoeging ‘voorheen Segment en Partners’ gebruikt bij ieder gebruik van haar handelsnaam SEP. Dit blijkt uit de door [eiseressen] overgelegde stukken, te weten een uitdraai van de website van SEP van 27 januari 2017, een (credit)nota van SEP van 24 januari 2017 en het twitteraccount van SEP. Ook werd het e-mailadres heldpdesk@segment.nl op 25 januari 2017 nog gebruikt en werd in januari 2017 “Segment en Partners” nog vermeld op het LinkedIn profiel van [gedaagde sub 3] . Het gebruik van de handelsnaam “Segment en Partners” is met ingang van 1 januari 2017 niet langer toegestaan. Voor zover SEP nog heeft betoogd dat zij pas uiterlijk 1 maart 2017 in alle communicatiemiddelen en -berichten de handelsnaam “Segment en Partners” diende te verwijderen, heeft [eiseressen] zich op het standpunt gesteld dat daarmee foldermateriaal en dergelijke werd bedoeld en dat die datum daaraan is gekoppeld zodat het bestaande materiaal nog gebruikt kon worden. Wat hier verder ook van zij, de voorzieningenrechter is van oordeel dat SEP de vermelding ‘voorheen Segment en Partners’ en/of een andere verwijzing naar de handelsnaam “Segment en Partners” niet langer, en daarmee dus zeker niet na 1 maart 2017, mag gebruiken. De vordering van [eiseressen] is dan ook toewijsbaar. Aan deze veroordeling zal een dwangsom worden verbonden die zal worden gematigd en gemaximeerd.
4.8.
Voor het toewijzen van de vordering onder IV. bestaat geen grond.
4.9.
Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt SEP om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis het gebruik c.q. de verwijzing naar de handelsnaam “Segment en Partners” te staken en gestaakt te houden,
5.2.
veroordeelt SEP om aan [eiseressen] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst op 6 maart 2017.