In deze zaak heeft eiseres, die een Wajong-uitkering ontvangt, beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV met betrekking tot de vergoeding van woon-werkvervoer en leefkilometers. Eiseres ontving eerder een vergoeding voor een bruikleenauto en leefkilometers, maar het UWV had de vergoeding voor werkvervoer en leefkilometers aangepast. Eiseres was van mening dat de aanpassing onterecht was en dat zij meer leefkilometers maakte dan het UWV had vastgesteld. De rechtbank Gelderland heeft op 29 maart 2017 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat het UWV bij de vaststelling van de vergoeding voor woon-werkvervoer de geldende wet- en regelgeving correct had toegepast. Echter, de rechtbank stelde vast dat het aantal leefkilometers dat eiseres maakte, niet wettelijk was gemaximeerd op 2000 km per jaar. Gezien de specifieke omstandigheden van eiseres, zoals haar handicap en de noodzaak om te reizen voor sportbeoefening, heeft de rechtbank het aantal leefkilometers vastgesteld op 3.500 per jaar. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herstelde het primaire besluit, waarbij de ingangsdatum van de aangepaste vergoeding werd vastgesteld op 1 augustus 2016. Tevens werd het UWV veroordeeld in de proceskosten van eiseres.