ECLI:NL:RBGEL:2017:1816
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- T.P.E.E. van Groeningen
- L. van Gijn
- S. Djebali
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter wegens vermeende vooringenomenheid en schending van het beginsel van hoor en wederhoor
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 27 maart 2017 een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. C.J.M. Fens, was gericht tegen de rechter die een zaak behandelde waarin verzoeker als eiser optrad. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de bewering dat de rechter zich op een vooringenomen manier had opgesteld tijdens de zitting op 15 februari 2017. Verzoeker stelde dat de rechter prikkelende vragen stelde die de indruk wekten dat zij haar oordeel al had gevormd voordat de zitting daadwerkelijk was begonnen. Daarnaast werd aangevoerd dat de rechter verzoeker niet voldoende gelegenheid had gegeven om zijn standpunt naar voren te brengen, wat zou leiden tot een schending van het beginsel van hoor en wederhoor.
De rechtbank overwoog dat wraking alleen mogelijk is op basis van feiten die wijzen op een mogelijke vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank concludeerde dat de door verzoeker aangevoerde punten niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig was. De rechtbank stelde vast dat verzoeker de mogelijkheid had om te reageren op de opmerkingen van de rechter en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een vooringenomenheid. De rechtbank benadrukte dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is voor klachten over de manier waarop een rechter een zaak behandelt, tenzij deze klachten zo ernstig zijn dat ze een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleveren.
Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, en de rechtbank verklaarde dat er geen rechtsmiddel openstond tegen deze beslissing. De beschikking werd uitgesproken in het openbaar, met de griffier aanwezig.