Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 9 maart 2017;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] en het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] , p.190, p. 193 (feit 4);
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] , p. 221 (feit 5);
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 6] , p. 396 (feit 6);
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7] , p. 212 (feit 7);
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 8] , p. 403 (feit 8);
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 9] , p. 409 (feit 9);
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 1] , p. 412 (feit 9).
3.Bewezenverklaring
of omstreeks23 mei 2016 tot en met 24 mei 2016 te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een woning, gelegen aan de [adres 2] , heeft weggenomen een rugzak en
/ofeen portemonnee met inhoud, waaronder
(een)(bank)pasje(s)
/ofeen geldbedrag van 160,- euro,
althans een geldbedragen/
ofeen iPad (merk Apple) en
/ofeen laptop en
/of een of meersleutel
(s
))en
/ofeen (heren) horloge,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
of meertijdstip
pen althans op enig tijdstipin
of omstreeksde periode van 23 augustus 2016 tot en met 25 augustus 2016 te Zutphen
, (telkens)een
of meergoed
eren, te weten:
tot en met 18 juli 2016, [adres 4] te Zutphen)(Incident 8) en/of
Zutphen)( Incident 10) en/of
[adres 7] te Zutphen)(Incident 15) en/of
(Incident 9) en/of
en/of overgedragen, terwijl hij
(telkens)ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van deze goederen wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 22 augustus 2016 tot en met 27 augustus 2016 te Zutphen
)heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans
(telkens
)opzettelijk
en/of "ik ga je vermoorden en ik maak je kapot";
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 22 augustus 2016 tot en met 27 augustus 2016 te Zutphen [slachtoffer 5]
(meermalen
)heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft verdachte
(telkens
)opzettelijk
en/of "Jullie zijn flikkers en ik vermoord jullie allebei";
of omstreeks29 augustus 2016 te Doetinchem [slachtoffer 6] (hoofdagent bij de politie Oost-Nederland, basisteam IJsselstreek) heeft bedreigd met
enig misdrijf tegen het leven gericht, althansmet zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde
een of meertijdstippen in of omstreeks de periode van 23 augustus 2016 tot en met 29 augustus 2016 te Zutphen [slachtoffer 7]
(meermalen
)heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft verdachte
(telkens
)opzettelijk
en/of "Als er iets mis is dan heb je een probleem he weet je dat, ik maak je dood, ik maak je dood kankerslet, ik maak je dood, ik maak je dood, ik maak je sowieso dood, ik maak je sowieso dood dat sowieso";
of omstreeks30 augustus 2016 te Doetinchem opzettelijk een ambtenaar, [slachtoffer 8] , surveillant B van politie, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, door feitelijkheden, mondeling heeft beledigd,
of omstreeks1 september 2016 te Arnhem [slachtoffer 9] , assistent beveiliger van politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers
/ofterwijl [slachtoffer 9] dit ook hoorde).
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- 106 dagen gevangenisstraf onvoorwaardelijk, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- 12 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde voorwaarden, namelijk meldplicht, een behandelverplichting en een drugs- en alcoholverbod;
- 240 uur werkstraf subsidiair 120 dagen hechtenis.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
210 (tweehonderdtien) dagenen bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
104 (eenhonderdvier) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
werkstrafgedurende
80 (tachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 40 (veertig) dagen;
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
benadeelde partij [naam 5] niet-ontvankelijkin diens vordering (feit 2);
benadeelde partij [naam 4] ( [benadeelde 2] ) niet-ontvankelijkin diens vordering (feit 3);
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 4], van een bedrag van
€ 200,--(tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2016, tot aan de dag der algehele voldoening;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 4] , een bedrag te betalen van
€ 200,--(tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2016, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 4 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 5]van een bedrag van
€ 200,--(tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2016, tot aan de dag der algehele voldoening;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 5] , een bedrag te betalen van
€ 200,--(tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2016, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 4 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;