Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
advocaat mr. M.J. Mutsaers te Zwolle.
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 februari 2017 met de producties 1 t/m 8
- de incidentele conclusie tot tussenkomst subsidiair voeging van OGD
- het e-mailbericht van de provincie van 10 maart 2017 met productie 1
- het e-mailbericht van OGD van 10 maart 2017 met productie I
- de mondelinge behandeling op 13 maart 2017
- de pleitnota van KPN
- de pleitnota van de provincie
- de pleitnota van OGD.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
in het incident tot tussenkomst, althans voeging van OGD
inhoudelijkzal beoordelen en in bijlage C-010 is expliciet als beoordelingsnorm opgenomen dat de presentatie wordt beoordeeld op basis van de mate van vertrouwen die de provincie door de inhoudelijke toelichting van de onder a. t/m f. genoemde onderwerpen krijgt, dat wordt voldaan aan de onder (i) en (ii) genoemde verwachtingen. Weliswaar is dit een enigszins subjectief gunningscriterium, maar de provincie heeft te dien aanzien reeds voldoende duidelijk gemaakt (en in de aanbestedingsdocumenten omschreven) hoe de beoordeling van dat subgunningscriterium zou plaatsvinden en ook heeft plaatsgevonden, zodat vooralsnog niet kan worden geoordeeld dat met betrekking tot het subgunningscriterium ‘presentatie’ sprake is (geweest) van favoritisme en/of willekeur. Tot slot heeft de provincie de voorlopige gunningsbeslissing voldoende inzichtelijk gemotiveerd. In een ruim veertig pagina’s tellend document heeft de provincie uitgebreid weergegeven waarom de inschrijving van KPN de bijbehorende beoordeling heeft gekregen. Hieruit is voldoende duidelijk geworden dat partijen kennelijk een andere visie hebben op relevante onderdelen van de onderhavige aanbesteding, hetgeen maakt dat de provincie onvoldoende vertrouwen heeft in een samenwerking met KPN voor dit omvangrijke project. Geconcludeerd kan dan ook worden dat KPN onvoldoende heeft gesteld om in rechte met succes het oordeel van de beoordelingscommissie te kunnen aantasten.
816,00