Uitspraak
- een pistool met munitie, zijnde een vuurwapen en munitie in de zin van categorie III van de Wet Wapens en Munitie, voorhanden heeft gehad (feit 1);
- 370 gram hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, voorhanden heeft gehad (feit 2);
- [slachtoffer] heeft mishandeld (feit 3);
- [slachtoffer] en meerdere (onbekend gebleven) personen heeft bedreigd door in hun richting een vuurwapen af te schieten (feit 4).
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.Bewezenverklaring
of omstreeks30 november 2016 te Arnhem, een wapen van categorie III onder 1, te weten een vuurwapen
(pistool
)(merk Walther, type PP, kaliber 7.65mm) en
/ofmunitie van categorie III, te weten 3 (scherpe) patronen, voorhanden heeft gehad;
of omstreeks26 november 2016 te Arnhem [slachtoffer] heeft mishandeld door
(met gebalde vuist
) meermalen althanseenmaal tegen het gezicht
en/of het hoofdvan die [slachtoffer] te slaan
en/of te stompen;
of omstreeks26 november 2016 te Arnhem, [slachtoffer] en
/ofeen of meer (onbekend gebleven) personen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een vuurwapen (pistool),
althans
/ofdie personen gericht en
/of (vervolgens
) (meermalen
)met voornoemd vuurwapen
/voorwerp op, althansin de nabijheid van die [slachtoffer] en
/ofdie personen geschoten;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
300 (driehonderd) dagen;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op
drie jarenwordt bepaald;
- beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- heft op de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van 4 mei 2017 om 10:00 uur.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van de feiten 3 en 4 tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;