Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Inleiding
2.Overwegingen
3.Beslissing
2 - het verzetschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland uitspraak gedaan over een verzoekster die in beroep ging tegen een besluit van het UWV, waarin haar aanvraag voor een Wajong-uitkering was afgewezen. Het primaire besluit werd genomen op 13 januari 2015, en na een ongegrond verklaard bezwaar op 21 augustus 2015, heeft verzoekster op 29 september 2015 beroep ingesteld. Op 14 maart 2017 trok het UWV het bestreden besluit in en erkende verzoekster recht te hebben op een Wajong-uitkering per 4 december 2014. Op 27 maart 2017 heeft verzoekster haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de intrekking van het beroep plaatsvond omdat het UWV tegemoet was gekomen aan verzoekster. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 1.008,48, inclusief rechtsbijstand en reiskosten. De reiskosten voor bezoeken aan de verzekeringsarts werden niet vergoed, omdat deze niet onder de relevante regelgeving vallen. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de redelijke termijn voor de procedure was overschreden, wat resulteerde in een schadevergoeding van € 500,- voor immateriële schade. De rechtbank heeft het UWV veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding aan verzoekster.
De uitspraak benadrukt de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de relevante artikelen met betrekking tot proceskosten en schadevergoeding. De rechtbank heeft de overschrijding van de redelijke termijn volledig aan het UWV toegerekend, aangezien de behandeling van het bezwaar te lang heeft geduurd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze beslissing.