ECLI:NL:RBGEL:2017:2888

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 mei 2017
Publicatiedatum
30 mei 2017
Zaaknummer
05/860671-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan oplichting door registratie van valse domeinnamen en gebruik van valse facturen

Op 23 mei 2017 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 40-jarige vrouw uit Rotterdam, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan meerdere oplichtingen. De vrouw werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een werkstraf van 200 uren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, in de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, samen met anderen opzettelijk handelingen had verricht die leidden tot oplichting van verschillende schoonmaakbedrijven en instellingen. Dit gebeurde door het registreren van domeinnamen die leken op die van bestaande bedrijven, het aanmaken van valse e-mailadressen en het versturen van valse facturen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, hoewel niet de hoofdoplichter, wel een belangrijke rol had gespeeld in het oplichtingsschema door de communicatie tussen de schoonmaakbedrijven en de benadeelde partijen te manipuleren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de primair ten laste gelegde feiten, maar achtte de medeplichtigheid aan oplichting en poging tot oplichting bewezen. De rechtbank hield rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/860671-14
Datum uitspraak : 23 mei 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] .
Raadsman: mr. M.U. Ozsuren, advocaat te Harderwijk.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 mei 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en/of te Rotterdam en/of te Uden en/of te Amsterdam en/of te 's-Gravenhage, in elk geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
a. a) de [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal) 88.978,74 Euro, althans een hoeveelheid geld en/of
b) [slachtoffer 3] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal) 141.158,82 Euro, althans een hoeveelheid geld en/of
c) [slachtoffer 4] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal) 13.726,84 Euro, althans een hoeveelheid geld,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( via het bedrijf [naam 1] ) (een) domeinna(a)m(en) ( [domeinnaam 1] en/of [domeinnaam 2] en/of [domeinnaam 3] en/of [domeinnaam 4] en/of [domeinnaam 5] en/of [domeinnaam 6] en/of [domeinnaam 7] ) geregisteerd, welke le(e)k(en) op de domeinnaam van bovengenoemde bedrijven/instellingen ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) en/of de schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven [naam 2] en/of [naam 3] en/of
- die domeinnamen doorgelinkt naar de websites van die bedrijven/instellingen en/of schoonmaakbedrijven en/of
- ( bij het bedrijf [naam 1] ) een hostingpakket gekocht en/of
- emailadressen gelijkend op de naam van voornoemd(e) schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven en/of bedrijven/instellingen aangemaakt en/of
- een of meer postbussen geopend en/of - (via EReceptionist) telefoonnummers aangevraagd en/of gebruikt voor correspondentie en/of telefoonverkeer, althans als contactadres en/of
- zich voorgedaan als medewerker van [naam 2] schoonmaakbedrijf en/of [naam 3] en/of als [naam 4] , werkzaam bij de [slachtoffer 1] en/of [naam 3] , althans als medewerker van de [slachtoffer 1] en/of [naam 3] en/of
- zich voorgedaan als [naam 5] , medewerker financiele administratie van [naam 2] en/of [naam 2] Amsterdam en/of [slachtoffer 3] , althans als medewerker van [naam 2] schoonmaakbedrijf en/of [naam 3] en/of als [naam 4] , werkzaam bij de [slachtoffer 1] , althans als medewerker van de [slachtoffer 1] en/of
- een of meermalen (telefonisch) contact en/of via e-mail gezocht met voornoemde bedrijf/bedrijven/instelling en/of schoonmaakbedrijven om te vertellen dat de wijze van verwerking van facturen was gewijzigd en/of
- facturen van die schoonmaakbedrijven via e-mail moeten worden ontvangen en/of
- ( vervolgens) nieuwe (valse) facturen aangemaakt, op naam van die schoonmaakbedrijven, met daarop vermeld de/het veranderde correspondentieadres(sen) en/of telefoonnummer(s) en daarop de mededeling dat de/het bankrekening(en) voor het betalen van de facturen was gewijzigd en/of
- die facturen per e-mail verstuurd naar voornoemde bedrijven en/of instellingen en/of
- met voornoemde bedrijven/instellingen gebeld dat er facturen van de schoonmaakbedrijven nog niet waren voldaan, waardoor voornoemd(e) bedrijf/bedrijven/instelling (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
N.N.(zich noemende [naam 6] ), althans een of meer perso(o)n(en), op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en/of te Rotterdam en/of te Uden en/of te Amsterdam en/of te 's-Gravenhage, in elk geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door
een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
a. a) de [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal) 88.978,74 Euro, althans een hoeveelheid geld en/of
b) [slachtoffer 3] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal) 141.158,82 Euro, althans een hoeveelheid geld en/of
c) [slachtoffer 4] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal) 13.726,84 Euro, althans een hoeveelheid geld,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( via het bedrijf [naam 1] ) (een) domeinna(a)m(en) ( [domeinnaam 1] en/of [domeinnaam 2] en/of [domeinnaam 3] en/of [domeinnaam 4] en/of [domeinnaam 5] en/of [domeinnaam 6] en/of [domeinnaam 7] ) geregisteerd, welke le(e)k(en) op de domeinnaam van bovengenoemde bedrijven/instellingen ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) en/of de schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven [naam 2] en/of [naam 3] en/of
- die domeinnamen doorgelinkt naar de websites van die bedrijven/instellingen en/of schoonmaakbedrijven en/of - (bij het bedrijf [naam 1] ) een hostingpakket gekocht en/of
- emailadressen gelijkend op de naam van voornoemd(e) schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven en/of bedrijven/instellingen aangemaakt en/of
- een of meer postbussen geopend en/of
- ( via EReceptionist) telefoonnummers aangevraagd en/of gebruikt voor correspondentie en/of telefoonverkeer, althans als contactadres en/of
- zich voorgedaan als medewerker van [naam 2] schoonmaakbedrijf en/of [naam 3] en/of als [naam 4] , werkzaam bij de [slachtoffer 1] en/of [naam 3] , althans als medewerker van de [slachtoffer 1] en/of [naam 3] en/of
- zich voorgedaan als [naam 5] , medewerker financiele administratie van [naam 2] en/of [naam 2] Amsterdam en/of [slachtoffer 3] , althans als medewerker van [naam 2] schoonmaakbedrijf en/of [naam 3] en/of als [naam 4] , werkzaam bij de [slachtoffer 1] , althans als medewerker van de [slachtoffer 1] en/of
- een of meermalen (telefonisch) contact en/of via e-mail gezocht met voornoemde bedrijf/bedrijven/instelling en/of schoonmaakbedrijven om te vertellen dat de wijze van verwerking van facturen was gewijzigd en/of
- facturen van die schoonmaakbedrijven via email ontvangen en/of
- ( vervolgens) nieuwe (valse) facturen aangemaakt, op naam van die schoonmaakbedrijven, met daarop vermeld de/het veranderde correspondentieadres(sen) en/of telefoonnummer(s) en daarop de mededeling dat de/het bankrekening(en) voor het betalen van de facturen was gewijzigd en/of
- die facturen per e-mail verstuurd naar voornoemde bedrijven en/of instellingen,
waardoor voornoemd(e) bedrijf/bedrijven/instelling (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en/of te Rotterdam en/of te Uden en/of te Amsterdam en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door (telkens)-zakelijk weergegeven-, per email verkregen, opdrachten voor bovengenoemd(e) perso(o)n(en) heeft gekregen en/of -in opdracht- bovengenoemde postbussen heeft geopend en/of bovengenoemde domeinnamen heeft geregistreerd en/of emailadressen heeft aangemaakt en/of diverse telefoons en/of simcards heeft aangeschaft en/of -via EReceptionist- telefoonnummers heeft geregistreerd en/of aangemaakt en/of heeft doorgeschakeld en/of telefonisch contact heeft opgenomen met voornoemde schoonmaakbedrijven en/of instellingen en/of (daarbij) heeft aangegeven en/of heeft gebeld dat de procedure voor verwerking van facturen van schoonmaakwerkzaamheden werd veranderd en via email zou verlopen en/of dat de emailadressen en/of bankrekeningnummers voor betaling van de facturen zouden worden veranderd en/of op de van voornoemde schoonmaakbedrijven verkregen facturen de contactgegevens en/of de bankrekeningnummers heeft gewijzigd en/of die (gewijzigde) facturen –ter betaling- heeft doorgestuurd naar bovengenoemde bedrijven en/of instellingen en/of de op bankrekeningen gestorte gelden heeft overgemaakt en/of heeft laten overmaken op bankrekeningen (onder andere) in Cyprus en/of Letland en/of Rusland;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Meer subsidiair
zij in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Rotterdam, al thans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) een voorwerp, te weten een hoeveelheid geld (88.978,74 Euro ( [slachtoffer 1] / [naam 7] ) en/of 141.158,82 Euro ( [slachtoffer 3] ) en/of 13.726,84 ( [slachtoffer 4] )) verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten van dat
geld, gebruik gemaakt, in elk geval van dat geld de werkelijke aard, herkomst of de verplaatsing heeft/hebben verborgen of verhuld, terwijl zij wist dat bovenomschreven geld - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Meest subsidiair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en/of te Rotterdam en/of te Uden en/of te Amsterdam en/of te ‘s-Gravenhage, althans (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) voorwerp(en), te weten een hoeveelheid geld (88.978,74 Euro ( [slachtoffer 1] / [naam 7] ) en/of 141.158,82 Euro ( [slachtoffer 3] ) en/of 13.726,84 ( [slachtoffer 4] )), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of overgedragen en/of omgezet, in ieder geval 5175 Euro, althans 5000 Euro en/of 2500 Euro, althans 2313 Euro heeft overgedragen en/of omgezet en/of van (een) voorwerp(en), te weten die hoeveelheid geld gebruik heeft gemaakt, in elk geval van dat geld de werkelijke aard, herkomst of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, terwijl zij redelijkerwijs moest vermoeden dat dat geld, geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
2.
Primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en/of te Rotterdam en/of te 's-Gravenhage en/of te Uden en/of te Diemen en/of te Amsterdam en/of te Eindhoven, in ieder geval (telkens) in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ( [naam 7] / [slachtoffer 1] ) en/of [slachtoffer 3] en/of woningbouwcorperatie [slachtoffer 4] (onderhoud b.v.) en/of Wooninc., te bewegen tot de afgifte van (in totaal) 375.092,86 Euro, althans van een hoeveelheid geld,
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- ( via het bedrijf [naam 1] ) een domeinnaam, welke leek op de domeinnaam van
bovengenoemde bedrijven/instellingen en/of de schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 8] heeft/hebben/laten registeren en/of
- die domeinnamen heeft/hebben doorgelinkt naar de websites van die bedrijven/instellingen en/of schoonmaakbedrijven en/of
- ( bij het bedrijf [naam 1] ) een hostingpakket heeft/hebben gekocht en/of
- emailadressen gelijkend op de naam van voornoemde schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven en/of bedrijven/instellingen heeft/hebben aangemaakt en/of
- een of meer postbussen, voor te voeren correspondentie, heeft/hebben geopend en/of
- ( via EReceptionist) telefoonnummers heeft/hebben aangevraagd en/of gebruikt voor correspondentie en/of telefoonverkeer, althans heeft/hebben gebruikt als contactadres en/of
- een of meermalen (telefonisch) en/of via e-mail contact heeft/hebben gezocht met voornoemde bedrijf/bedrijven/instelling en/of schoonmaakbedrijven om te vertellen dat de wijze van verwerking van facturen was gewijzigd en/of
- facturen van die schoonmaakbedrijven via email heeft/hebben ontvangen en/of
- nieuwe (valse) facturen heeft/hebben aangemaakt op naam van die schoonmaakbedrijven met daarop vermeld door door hen/hem aangevraagde postbusnummer(s) en/of telefoonnummer(s) en daarop vermeld de mededeling dat het bankrekening(en) voor het betalen van de facturen was gewijzigd en/of
- die facturen per e-mail heeft/hebben verstuurd naar voornoemde bedrijven en/of instellingen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
N.N. (zich noemende [naam 6] ) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en/of te Rotterdam en/of te 's-Gravenhage en/of te Uden en/of te Diemen en/of te Amsterdam en/of te Eindhoven, in ieder geval (telkens) in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ( [slachtoffer 1] / [naam 7] ) en/of [slachtoffer 3] en/of woningbouwcorperatie [slachtoffer 4] en/of Wooninc., te bewegen tot de afgifte van (in totaal) 375.092,86 Euro, althans van een hoeveelheid geld, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- ( via het bedrijf [naam 1] ) een domeinnaam, welke leek op de domeinnaam van bovengenoemde bedrijven/instellingen en/of de schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven [naam 2] en/of [naam 3] heeft/hebben/laten registeren en/of
- die domeinnamen heeft/hebben doorgelinkt naar de websites van die bedrijven/instellingen en/of schoonmaakbedrijven en/of
- ( bij het bedrijf [naam 1] ) een hostingpakket heeft/hebben gekocht en/of
- emailadressen gelijkend op de naam van voornoemde schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven en/of bedrijven/instellingen heeft/hebben aangemaakt en/of
- een of meer postbussen, voor te voeren correspondentie, heeft/hebben geopend en/of
- ( via EReceptionist) telefoonnummers heeft/hebben aangevraagd en/of gebruikt voor correspondentie en/of telefoonverkeer, althans heeft/hebben gebruikt als contactadres en/of
- een of meermalen (telefonisch) en/of via e-mail contact heeft/hebben gezocht met voornoemde bedrijf/bedrijven/instelling en/of schoonmaakbedrijven om te vertellen dat de wijze van verwerking van facturen was gewijzigd en/of
- facturen van die schoonmaakbedrijven via email heeft/hebben ontvangen en/of
- nieuwe (valse) facturen heeft/hebben aangemaakt op naam van die schoonmaakbedrijven met daarop vermeld door door hen/hem aangevraagde postbusnummer(s) en/of telefoonnummer(s) en daarop vermeld de mededeling dat het bankrekening(en) voor het betalen van de facturen was gewijzigd en/of
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en/of te Rotterdam en/of te Uden en/of te Amsterdam en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door (telkens)-zakelijk weergegeven-, per email verkregen, opdrachten voor bovengenoemd(e) perso(o)n(en) heeft gekregen en/of -in opdracht- bovengenoemde postbussen heeft geopend en/of bovengenoemde domeinnamen heeft geregistreerd en/of emailadressen heeft aangemaakt en/of diverse telefoons en/of simcards heeft aangeschaft en/of -via EReceptionist- telefoonnummers heeft geregistreerd en/of aangemaakt en/of heeft doorgeschakeld en/of telefonisch contact heeft opgenomen met voornoemde schoonmaakbedrijven en/of instellingen en/of (daarbij) heeft aangegeven en/of heeft gebeld dat de procedure voor verwerking van facturen van schoonmaakwerkzaamheden werd veranderd en via email zou verlopen en/of dat de emailadressen en/of bankrekeningnummers voor betaling van de facturen zouden worden veranderd en/of op de van voornoemde schoonmaakbedrijven verkregen facturen de contactgegevens en/of de bankrekeningnummers heeft gewijzigd en/of die (gewijzigde) facturen -ter betaling- heeft doorgestuurd naar bovengenoemde bedrijven en/of instellingen en/of de op bankrekeningen gestorte gelden heeft overgemaakt en/of heeft laten overmaken op bankrekeningen (onder andere) in Cyprus en/of Letland en/of Rusland;
3.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en/of te Rotterdam en/of te Uden en/of te Amsterdam en/of te 's-Gravenhage, althans (telkens) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) facturen van [naam 2] B.V. en/of [naam 3]
en/of [naam 8] , - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte en/of haar mededaders die facturen, die per e-mail waren aangeleverd, heeft doorgestuurd naar de [slachtoffer 1] en/of [naam 7] / [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]
woningcoöperatie en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op die facturen een nieuw bankrekingnummer voor betaling van die facturen en/of een ander contactadres en/of ander telefoonnummer en/of een ander/nieuw e-mail adres was en/of die facturen (telkens) heeft gebruikt in de telefonische contacten met de [slachtoffer 3] en/of de [slachtoffer 1] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Inleiding
In het onderliggende dossier is onder meer sprake van oplichting en het gebruik maken van valse geschriften. Dat is duidelijk en onbetwist. De vraag is of verdachte dat destijds wist en of zij daar enig aandeel in had. Op die vraag zal later worden ingegaan. De rechtbank zal eerst een korte schets van de oplichting geven.
Op internet werden in de jaren 2013 en 2014 domeinnamen geregistreerd die leken op die van al bestaande bedrijven en instellingen. De valse domeinnamen werden doorgelinkt naar de websites van de al bestaande bedrijven en instellingen. Met die domeinnamen werden vervolgens eveneens gelijkende mailadressen aangemaakt. Ook werden postbussen en telefoonnummers aangevraagd met hetzelfde netnummer als de al bestaande bedrijven en instellingen. De vals aangemaakte (gelijkende) communicatiemiddelen werden vervolgens ingezet voor het contact met de verschillende bedrijven en instellingen.
Er werd eerst telefonisch en kort daarna per e-mail contact gelegd met schoonmaakbedrijven, waarbij men zich voordeed als een bestaande klant en er werd verzocht om een wijziging in de facturering door te voeren. De facturen dienden voortaan per post of per e-mail aangeleverd te worden op een daarvoor aangemaakt postbusnummer of een mailadres dat gelijkend was op dat van de ‘echte’ klant. Er werd ook telefonisch en/of per e-mail contact opgenomen met de werkelijke bedrijven en instellingen, waarbij men zich dan voordeed als het betreffende schoonmaakbedrijf. Er werd doorgegeven dat de facturering op een andere wijze zou geschieden. Op deze manier was er controle over de communicatie tussen de schoonmaakbedrijven en de bedrijven en instellingen die van hun diensten gebruik maakten met betrekking tot factureringen en betalingen.
Hierna werden de facturen bij de oplichter(s) aangeleverd. In die facturen werden ook wijzigingen aangebracht. De contactgegevens op de facturen werden vervangen door die van de oplichter(s) en ook het bankrekeningnummer werd gewijzigd. De bankrekeningnummers waren in handen van de oplichter(s) of werden verkregen bij personen die online geld wilden lenen en die onder valse voorwendselen werden bewogen tot het ter beschikking stellen van hun rekeningen en het na ontvangst doorboeken van gelden naar een andere (buitenlandse) bankrekening, die alsnog in handen was van de oplichter(s). Als er daarna vragen kwamen van de schoonmaakbedrijven en/of de bedrijven en instellingen werd de communicatie gevoerd met de oplichter(s), althans een ander dan degene die gepoogd werd te bereiken. Dit werkte vertragend, waardoor betalingen langer door konden gaan, voordat de benadeelden door hadden dat ze oplicht werden.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het meermalen plegen van oplichting (feit 1 primair), het meermalen plegen van een poging tot oplichting (feit 2 primair) en het meermalen plegen van valsheid in geschrift (feit 3). Volgens de officier van justitie was ‘ [naam 6] ’ een verzinsel van verdachte om een verhaal klaar te hebben bij betrapping, oftewel een exitstrategie. Verdachte is de persoon die de valse mailadressen en postbussen heeft aangemaakt, de valse facturen heeft opgesteld, de e-mails heeft verzonden waarin telkens een valse naam en hoedanigheid werd aangenomen, de telefoontjes heeft gepleegd waarin telkens een valse naam en hoedanigheid werd aangenomen en in de contacten heeft aangestuurd op betaling van valse facturen. Verdachte is ook de persoon geweest die de e-mails van [naam 6] aan haarzelf heeft geschreven en aan haarzelf heeft gestuurd. Tot slot heeft de officier van justitie gesteld dat ook als er daadwerkelijk een ‘ [naam 6] ’ zou zijn, er voldoende bewijs is voor een bewezenverklaring van het medeplegen van de oplichting en de poging daartoe door verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak voor alle feiten bepleit. Verdachte heeft weliswaar domeinnamen, postbussen en telefoonnummers aangevraagd en contacten ter zake onderhouden, maar zij was daarbij in de veronderstelling dat zij deze taken verrichtte in het kader van haar assessment en later haar functie als assistent-medewerker binnendienst bij [naam 9] en niet om de onderlinge communicatie tussen verschillende bedrijven over te nemen, teneinde oplichting mogelijk te maken. Verdachte had geen enkel moment het oogmerk om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen. Indien de oplichting door haar zo uiterst geraffineerd was, zoals de officier van justitie doet voorkomen, dan valt niet uit te leggen waarom zij vanuit haar eigen traceerbare IP-adres de tenlastegelegde handelingen pleegde. Bovendien heeft zij nooit haar bankrekening beschikbaar gesteld voor overboekingen van gelden door benadeelde partijen. Verdachte wist niet dat er werd opgelicht. Nu wetenschap ten aanzien van de oplichting van de zijde van verdachte niet is komen vast te staan, kan geen sprake zijn van oogmerk op wederrechtelijke bevoordeling van zichzelf en/of een ander. Nu tweeledig opzet ontbreekt kan verdachte evenmin worden aangemerkt als medeplichtige. Tot slot heeft verdachte de valse facturen niet gebruikt, doorgestuurd of aangeleverd. Zij was evenmin betrokken bij het wijzigen van het bankrekeningnummer op de valse facturen, zodat zij ook van feit 3 dient te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
De aangiftes
De volgende bedrijven en instellingen hebben aangifte gedaan van (poging tot) oplichting:
- De [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) en [slachtoffer 2] (hierna: [naam 7] ), tezamen [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), gevestigd te Wageningen, hebben in de periode tussen 28 oktober 2013 en 27 december 2013 in totaal een bedrag van € 88.978,74 overgemaakt naar een rekening die niet hoorde bij de verlener van de door hen afgenomen schoonmaakdiensten. [2]
- [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ), gevestigd te ’s-Gravenhage, heeft in de periode tussen 3 januari 2014 en 16 januari 2014 in totaal een bedrag van € 141.158,82 overgemaakt naar een rekening die niet hoorde bij de verlener van de door haar afgenomen schoonmaakdiensten. Ook is nog geprobeerd om [slachtoffer 3] in voornoemde periode meer facturen te laten betalen op diezelfde rekening. [3]
- De woningcorporatie [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4] ), gevestigd te Amsterdam, heeft op 20 november 2013 een bedrag van € 13.158,82 overgemaakt naar een rekening die niet hoorde bij de verlener van de door haar afgenomen schoonmaakdiensten. Ook is in december 2013 nog geprobeerd [slachtoffer 4] een factuur te laten betalen op diezelfde rekening. [4]
- De schoonmaakbedrijven [naam 2] B.V. (hierna: [naam 2] ) en [naam 3] . (hierna: [naam 3] ) hebben verklaard dat zij niet betaald zijn voor de aan de hiervoor genoemde bedrijven en instellingen geleverde schoonmaakdiensten. [5]
De rechtbank stelt vast dat [naam 2] en [naam 3] schoonmaakdiensten hebben geleverd aan [slachtoffer 1] , [naam 7] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] waarvoor zij niet betaald hebben gekregen.
De ten laste gelegde handelingen, gepleegd door verdachte
Verdachte heeft verklaard dat zij in de ten laste gelegde periode voor ‘ [naam 6] ’ heeft gewerkt. Zij heeft [naam 6] nooit gezien of gesproken, maar zij voerde wel opdrachten voor hem uit. Zij kreeg vrijwel geen loon voor haar werkzaamheden, terwijl zij volgens de advertentie € 3.500,- per maand zou gaan verdienen. [6]
Verdachte heeft verklaard dat zij:
  • via het bedrijf [naam 1] verschillende domeinnamen heeft geregistreerd die leken op de domeinnamen van de [slachtoffer 1] , [naam 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [naam 3] ;
  • emailadressen gelijkend op de naam van voornoemde (schoonmaak)bedrijven en instellingen heeft aangemaakt;
  • meerdere postbussen heeft geopend;
  • via eReceptionist telefoonnummers heeft aangevraagd en gebruikt voor telefoonverkeer;
  • zich heeft voorgedaan als medewerker van [naam 2] en [naam 3] en als [naam 4] , werkzaam bij de [slachtoffer 1] en [naam 3] ;
  • zich heeft voorgedaan als [naam 5] , medewerker financiële administratie van [naam 2] , [naam 2] Amsterdam en [slachtoffer 3] ;
  • telefonisch contact heeft gezocht met voornoemde (schoonmaak)bedrijven en instellingen om te vertellen dat de wijze van verwerking van facturen was gewijzigd.
De volgende domeinnamen waren via het bedrijf [naam 1] geregistreerd:
[domeinnaam 1] ; [domeinnaam 4] ; [domeinnaam 7] .nl; [domeinnaam 2] ; [domeinnaam 9] ; [domeinnaam 5] ; [domeinnaam 3] ; [domeinnaam 6] .nl en [domeinnaam 8] [8]
De overige ten laste gelegde handelingen
De overige ten laste gelegde handelingen zijn eveneens uitgevoerd:
- de door verdachte (via eReceptionist) aangevraagde telefoonnummers zijn gebruikt in de correspondentie (e-mails) naar voornoemde (schoonmaak)bedrijven en instellingen [9] ;
- via e-mail is contact gezocht met voornoemde (schoonmaak)bedrijven en instellingen om te vertellen dat de wijze van verwerking van facturen was gewijzigd [10] ;
- er zijn facturen van die schoonmaakbedrijven via email ontvangen [11] ;
- er zijn vervolgens nieuwe (valse) facturen aangemaakt, op naam van die schoonmaakbedrijven, met daarop vermeld het veranderde correspondentieadres en telefoonnummer en daarop de mededeling dat het bankrekeningnummer voor het betalen van de facturen was gewijzigd [12] ;
- de (valse) facturen zijn per e-mail verstuurd naar voornoemde bedrijven en instellingen [13] ;
- een deel van de (valse) facturen is betaald aan derden, die niet de schoonmaakdiensten hadden geleverd [14] .
Bij het bedrijf [naam 1] waren hostingpakketten gekocht met prepaid (anonieme) betaalkaarten van [naam 10] . Met een hostingpakket kon men onder andere een website koppelen aan het domein en e-mailadressen met dat domein aanmaken en gebruiken Alle valse e-mails aan de schoonmaakbedrijven en instellingen werden gestuurd vanuit die domeinen waarbij IP-adressen van die domeinen werden weergegeven in de technische gegevens (headergegevens). Deze ‘valse’ domeinnamen werden, voor zover bekend, allemaal doorgelinkt naar de werkelijke websites van de benadeelden. [15]
Het is de vraag of verdachte, zoals de officier van justitie stelt, deze handelingen ook heeft uitgevoerd, of dat een ander (of zelfs anderen) daarvoor verantwoordelijk is (zijn). Daarop zal hieronder worden ingegaan.
Oplichting
De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat [slachtoffer 1] , [naam 7] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] door het aannemen van een valse hoedanigheid, meerdere listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels zijn bewogen tot afgifte van de ten laste gelegde hoeveelheden geld. Ook is geprobeerd [slachtoffer 1] , [naam 7] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] op die wijze te dwingen tot afgifte van een hoeveelheid geld.
Overige werkzaamheden verdachte
Verdachte heeft naast de werkzaamheden die zij ten aanzien van [slachtoffer 1] , [naam 7] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft verricht nog meer gedaan. In opdracht van ‘ [naam 6] ’ heeft zij onder een alias ( [naam 11] ) gesproken met twee personen ( [naam 12] en [naam 13] ) die investeerders voor hun bedrijf zochten. De informatie die zij van hen kreeg, speelde zij door aan ‘ [naam 6] ’. Verdachte ontving de mails gericht aan hen ook (in de postbus cc), zodat zij hen te woord kon staan, indien zij haar op een prepaid nummer belden. Hiervoor had zij specifiek een losse simkaart gekocht. [16]
Daarnaast heeft verdachte twee keer voor ‘ [naam 6] ’ contant geld bij [naam 14] opgehaald om dat vervolgens grotendeels via [naam 15] naar een persoon in Rusland door te storten. Een klein gedeelte mocht zij zelf houden als voorschot op haar loon. [17] Verder heeft zij als opdracht ook nog tien of vijftien marktplaatsaccounts aangemaakt genaamd “ [naam 16] ”. Ze maakte steeds telkens nieuwe emailadressen aan. Zij heeft later begrepen dat op deze accounts aanbiedingen van smartphones zijn geplaatst voor een goedkope prijs. Mensen hebben betaald en kregen geen telefoon. Volgens verdachte is dit oplichting. [18]
(Mede)plegen versus medeplichtigheid
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat verdachte ‘ [naam 6] ’, de door de officier van justitie genoemde ‘exitstrategie’, is. Daarbij heeft de rechtbank betrokken dat niet is gebleken dat er een geldstroom, afkomstig van een van de oplichtingen, bij verdachte terecht is gekomen of dat zij op een andere wijze -evenredig aan het bedrag van de oplichtingen- daarbij voordeel heeft gehad. Zij heeft enkel soms wat onkostenvergoedingen en eenmaal € 800,- als loonvoorschot ontvangen. Verder heeft de rechtbank betrokken de grote hoeveelheid correspondentie per e-mail tussen verdachte en ‘ [naam 6] ’, waarin verdachte in detail haar opdrachten opgedragen kreeg. Gebleken noch aannemelijk is dat zij al deze e-mails aan haarzelf gericht, heeft geschreven. Tot slot heeft verdachte zelf aangifte willen doen van oplichting door ‘ [naam 6] ’ voordat zij is aangehouden.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, gelet op voornoemde door haar uitgevoerde handelingen en de overige genoemde omstandigheden, wel willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zij met de door haar uitgevoerde opdrachten behulpzaam is geweest bij oplichting door een ander (of anderen). Zij heeft gedurende een aantal maanden werkzaamheden verricht voor een bedrijf van ‘ [naam 6] ’, terwijl zij deze persoon nooit heeft gezien of gesproken en zij heeft bijna geen salaris voor de werkzaamheden ontvangen, terwijl haar een salaris van € 3.500,- per maand was voorgehouden. Haar werkzaamheden bestonden onder andere uit het laten maken van telefoonnummers, domeinnamen en postbussen voor bestaande grote bedrijven. Vervolgens moest zij zich onder een andere naam voordoen als medewerker van die bedrijven en moest zij aangeven dat de wijze van facturering werd aangepast. De verklaring die verdachte hiervoor heeft gegeven, namelijk dat zij dacht dat dit allemaal in het kader van een onderzoek door recherchebureau ‘ [naam 6] ’ moest, vindt de rechtbank onvoldoende om verdachte vrij te pleiten. Er komt namelijk nog bij dat zij, ook onder weer een andere naam, gesprekken heeft gevoerd met onder andere mevrouw [naam 12] over een investering in haar bedrijf door ‘ [naam 6] ’. En dat zij contant geld moest ophalen bij een collega en onder andere via [naam 15] moest overmaken aan iemand in Rusland, die zij niet kende. Voor deze handelingen heeft verdachte geen verklaring kunnen geven die zouden passen bij werkzaamheden die bij een recherchebureau zouden horen. Tot slot kwam verdachte er, nog voordat zij definitief stopte met het verrichten van werkzaamheden voor ‘ [naam 6] ’, achter dat accounts die zij in opdracht van hem had aangemaakt konden worden gelinkt aan oplichting. Dit alles bij elkaar maakt dat de rechtbank van oordeel is dat de handelingen van verdachte niet meer als enkel naïef kunnen worden bestempeld. Verdachte heeft dermate veel handelingen verricht die bij elkaar een groot deel van de uitvoeringshandelingen van de oplichting hebben opgeleverd, dat zij hiermee willens en wetens de aanmerkelijke kans in het leven heeft geroepen en heeft aanvaard dat een ander zich met die handelingen wederrechtelijk heeft bevoordeeld. Dit maakt haar medeplichtig aan de oplichting gepleegd door een ander of anderen. Dat niet haar volle opzet gericht was op het oplichten van anderen, zoals door de verdediging gesteld, doet daar niet aan af.
De rechtbank komt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting tot de conclusie dat een ander of anderen, zich noemend [naam 6] , de initiator achter de oplichting is/zijn. De oplichter(s) maakte(n) gebruik van kwetsbare mensen in de samenleving. In dit geval betrof het verdachte, die op social media aangaf werk/geld nodig te hebben. In het kader daarvan is het zover gekomen dat zij niet alleen geld doorsluisde, maar ook zich als een soort “geheim agent” -onder valse naam- van [naam 9] voordeed, aldus de (schoonmaak)bedrijven misleidend.
Conclusie
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het (mede)plegen van de oplichting en de poging daartoe (onder 1 en 2, beide primair). Ook zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het gebruikmaken van valse geschriften (onder 3).
De rechtbank vindt wel bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd, en ook aan de poging daartoe, eveneens meermalen gepleegd (onder 1 en 2, beide subsidiair).

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het volgende heeft begaan:
1.
Subsidiair
N.N.(zich noemende [naam 6] ), althans een of meer perso
(o)n
(en
), op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en
/of te Rotterdam en/of te Uden en/ofte Amsterdam en
/ofte 's-Gravenhage
, in elk geval (telkens) in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens
)met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens
)door het aannemen
van een valse naam en/ofvan een valse hoedanigheid en
/ofdoor
een of meer listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
a. a) de [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal) 88.978,74 Euro,
althans een hoeveelheid gelden
/of
b) [slachtoffer 3] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal) 141.158,82 Euro,
althans een hoeveelheid gelden
/of
c) [slachtoffer 4] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal) 13.726,84 Euro,
althans een hoeveelheid geld,
hebbende deze N.N. (zich noemende [naam 6] ) en/of zijn mededader(s) toen aldaar
(telkens
)met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-
(via het bedrijf [naam 1]
) (een)domeinna
(a)m
(en
)( [domeinnaam 1] en
/of[domeinnaam 2] en
/of[domeinnaam 3] en
/of[domeinnaam 4] en
/of[domeinnaam 5] en
/of[domeinnaam 6] en
/of[domeinnaam 7] ) geregistreerd, welke le
(e)k
(en
)op de domeinnaam van bovengenoemde bedrijven/instellingen ( [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] ) en
/ofde
schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven [naam 2] en
/of[naam 3] en
/of
- die domeinnamen doorgelinkt naar de websites van die bedrijven/instellingen en
/ofschoonmaakbedrijven en
/of
-
(bij het bedrijf [naam 1]
)een hostingpakket gekocht en
/of
- emailadressen gelijkend op de naam van voornoemd
(e
) schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven en
/ofbedrijven/instellingen aangemaakt en
/of
-
een ofmeer postbussen geopend en
/of
-
(via eReceptionist
)telefoonnummers aangevraagd en
/ofgebruikt voor correspondentie en
/oftelefoonverkeer,
althans als contactadresen
/of
- zich voorgedaan als medewerker van [naam 2] schoonmaakbedrijf en
/of[naam 3] en
/ofals [naam 4] , werkzaam bij de [slachtoffer 1] en
/of[naam 3]
, althans als medewerker van de [slachtoffer 1] en/of [naam 3]en
/of
- zich voorgedaan als [naam 5] , medewerker financiële administratie van [naam 2] en
/of[naam 2] Amsterdam en
/of[slachtoffer 3] ,
althans als medewerker van [naam 2] schoonmaakbedrijf en/of [naam 3] en/of als [naam 4] , werkzaam bij de [slachtoffer 1] , althans als medewerker van de [slachtoffer 1]en
/of
-
een ofmeermalen
(telefonisch
)contact en
/ofvia e-mail gezocht met voornoemde en
/ofbedrijven/instellingen en
/ofschoonmaakbedrijven om te vertellen dat de wijze van verwerking van facturen was gewijzigd en
/of
- facturen van die schoonmaakbedrijven via email ontvangen en
/of
-
(vervolgens
)nieuwe (valse) facturen aangemaakt, op naam van die schoonmaakbedrijven, met daarop vermeld
de/het veranderde correspondentieadres
(sen)en
/oftelefoonnummer
(s)en daarop de mededeling dat
de/het bankrekening
(en)voor het betalen van de facturen was gewijzigd en
/of
- die facturen per e-mail verstuurd naar voornoemde bedrijven en
/ofinstellingen,
waardoor voornoemd
(e
) bedrijf/bedrijven/instellingen
(telkens
)werd
(en
)bewogen tot bovenomschreven afgifte,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en
/of te Rotterdam en/of te Uden en/ofte Amsterdam en
/ofelders in Nederland, opzettelijk gelegenheid
, middelenen
/ofinlichtingen heeft verschaft door
(telkens
)-zakelijk weergegeven-, per email verkregen, opdrachten voor bovengenoemd(e) perso(o)n(en) heeft gekregen en
/of-in opdracht- bovengenoemde postbussen heeft geopend en
/ofbovengenoemde domeinnamen heeft geregistreerd en
/ofemailadressen heeft aangemaakt en
/ofdiverse telefoons en
/ofsimcards heeft aangeschaft en
/of-via eReceptionist- telefoonnummers heeft geregistreerd en
/ofaangemaakt en
/ofheeft doorgeschakeld en
/oftelefonisch contact heeft opgenomen met voornoemde (schoonmaak)bedrijven en
/ofinstellingen en
/of(daarbij) heeft aangegeven en
/ofheeft gebeld dat de procedure voor verwerking van facturen van schoonmaakwerkzaamheden werd veranderd en via email zou verlopen en
/ofdat de emailadressen en
/ofbankrekeningnummers voor betaling van de facturen zouden worden veranderd
en/of op de van voornoemde schoonmaakbedrijven verkregen facturen de contactgegevens en/of de bankrekeningnummers heeft gewijzigd en/of die (gewijzigde) facturen –ter betaling- heeft doorgestuurd naar bovengenoemde bedrijven en/of instellingen en/of de op bankrekeningen gestorte gelden heeft overgemaakt en/of heeft laten overmaken op bankrekeningen (onder andere) in Cyprus en/of Letland en/of Rusland;
2.
Subsidiair
N.N. (zich noemende [naam 6] ) op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en
/of te Rotterdam en/ofte 's-Gravenhage en
/of te Uden en/of te Diemenen
/ofte Amsterdam
en/of te Eindhoven, in ieder geval (telkens) in Nederland, ter uitvoering van het door N.N. (zich noemende [naam 6] ) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van
een valse naam en/of vaneen valse hoedanigheid en
/ofdoor een of meer listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] ( [slachtoffer 1] / [naam 7] ) en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4]
en/of Wooninc., te bewegen tot de afgifte van (
in totaal) 375.092,86 Euro, althans vaneen hoeveelheid geld, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
-
(via het bedrijf [naam 1]
)een domeinnaam, welke leek op de domeinnaam van bovengenoemde bedrijven/instellingen en
/ofde
schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven [naam 2] en
/of[naam 3] heeft/hebben/laten registeren en
/of
- die domeinnamen heeft/hebben doorgelinkt naar de websites van die bedrijven/instellingen en
/ofschoonmaakbedrijven en
/of
-
(bij het bedrijf [naam 1]
)een hostingpakket heeft/hebben gekocht en
/of
- emailadressen gelijkend op de naam van voornoemde
schoonmaakbedrijf/schoonmaakbedrijven en
/ofbedrijven/instellingen heeft/hebben aangemaakt en
/of
-
een ofmeer postbussen, voor te voeren correspondentie, heeft/hebben geopend en
/of
-
(via eReceptionist
)telefoonnummers heeft/hebben aangevraagd en
/ofgebruikt voor correspondentie en
/oftelefoonverkeer,
althans heeft/hebben gebruikt als contactadresen
/of
-
een ofmeermalen
(telefonisch
)en
/ofvia e-mail contact heeft/hebben gezocht met voornoemde
bedrijf/bedrijven/instellingen en
/ofschoonmaakbedrijven om te vertellen dat de wijze van verwerking van facturen was gewijzigd en
/of
- facturen van die schoonmaakbedrijven via email heeft/hebben ontvangen en
/of
- nieuwe (valse) facturen heeft/hebben aangemaakt op naam van die schoonmaakbedrijven met daarop vermeld door hen/hem aangevraagde postbusnummer
(s)en
/oftelefoonnummer
(s)en daarop vermeld de mededeling dat het bankrekening
(en)voor het betalen van de facturen was gewijzigd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
en
/of
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 7 april 2014, te Wageningen en
/of te Rotterdam en/of te Uden en/ofte Amsterdam en
/ofelders in Nederland, opzettelijk gelegenheid
, middelenen
/ofinlichtingen heeft verschaft door
(telkens
)-zakelijk weergegeven-, per email verkregen, opdrachten voor bovengenoemd(e) perso(o)n(en) heeft gekregen en
/of-in opdracht- bovengenoemde postbussen heeft geopend en
/ofbovengenoemde domeinnamen heeft geregistreerd en
/ofemailadressen heeft aangemaakt en
/ofdiverse telefoons en
/ofsimcards heeft aangeschaft en
/of-via eReceptionist- telefoonnummers heeft geregistreerd en
/ofaangemaakt en
/ofheeft doorgeschakeld en
/oftelefonisch contact heeft opgenomen met voornoemde (schoonmaak)bedrijven en
/ofinstellingen en
/of(daarbij) heeft aangegeven en
/ofheeft gebeld dat de procedure voor verwerking van facturen van schoonmaakwerkzaamheden werd veranderd en via email zou verlopen en
/ofdat de emailadressen en
/ofbankrekeningnummers voor betaling van de facturen zouden worden veranderd
en/of op de van voornoemde schoonmaakbedrijven verkregen facturen de contactgegevens en/of de bankrekeningnummers heeft gewijzigd en/of die (gewijzigde) facturen –ter betaling- heeft doorgestuurd naar bovengenoemde bedrijven en/of instellingen en/of de op bankrekeningen gestorte gelden heeft overgemaakt en/of heeft laten overmaken op bankrekeningen (onder andere) in Cyprus en/of Letland en/of Rusland.
De rechtbank merkt op dat in feit 1 subsidiair, in de veertiende zin, en feit 2 subsidiair, in de vierde zin ‘verdachte’ is vervangen door ‘deze N.N. (zich noemende [naam 6] )’ en ook dat is toegevoegd de zinsnede ‘terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid’. Verdachte is daardoor niet in haar verdediging geschaad. Uit het feit en de wijze waarop het ten laste is gelegd, bezien in samenhang met het dossier, volgt immers eenduidig dat hier is bedoeld ten laste te leggen de medeplichtigheid aan de poging tot oplichting. De rechtbank vat een en ander op als kennelijke verschrijving.
Voor zover er verder in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Ook hierdoor is verdachte niet in haar verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1, subsidiair:
Medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van de feit 2, subsidiair:
Medeplichtigheid aan poging tot oplichting, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1, primair, 2, primair en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van het voorarrest. De officier van justitie is, gelet op de geraffineerde oplichting, niet uitgegaan van het advies van de psycholoog om verdachte voor het bewezen verklaarde verminderd toerekeningsvatbaar te achten. Verder heeft de officier van justitie bij zijn eis nog rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak voor alle feiten bepleit. Indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring, wordt verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd. Daarbij wordt onder meer verwezen naar het rapport van de psycholoog. Verdachte is een first offender en heeft sindsdien geen nieuwe strafbare feiten gepleegd. Verder hebben de inval, de aanhouding en de doorzoeking in de woning grote impact op haar gehad en heeft de psycholoog geconcludeerd dat zij daardoor een posttraumatische stressstoornis heeft opgelopen. Tot slot is de redelijke termijn ernstig geschonden. Volgens de verdediging zou een geheel voorwaardelijke werkstraf met een proeftijd van één dag dan ook volstaan.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Verder heeft de rechtbank gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister van 31 maart 2017;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland van 6 juli 2016;
- een Pro Justitia rapportage van [naam 17] , GZ-psycholoog, van 30 oktober 2015.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan (poging tot) oplichting van verschillende bedrijven. Het betrof een zeer geraffineerde oplichting. De communicatie met betrekking tot wijze van factureren en betalen tussen landelijke schoonmaakbedrijven en grote bedrijven en instellingen werd overgenomen. Nadat controle was bemachtigd over deze communicatie werden facturen aangepast met valse contactgegevens en een gewijzigd bankrekeningnummer. De betalingen van de uitgevoerde schoonmaakwerkzaamheden werden gedaan op de door de oplichters opgegeven bankrekeningen. De gebruikte bankrekeningen voor het ontvangen van de gelden werden onder meer verkregen bij personen die online geld wilden lenen en die, zo nodig opnieuw na een oplichting, het geld overboekten naar een andere (buitenlandse) bankrekening.
Verdachte is niet de grote vis, maar zij heeft naar het oordeel van de rechtbank wel een belangrijke rol gespeeld in de oplichtingen en de pogingen daartoe. Zij legde het eerste contact met zowel de schoonmaakbedrijven als de ontvangende bedrijven en instellingen over de wijzigingen ten aanzien van de facturering en betalingen. Dit deed zij met gebruikmaking van een valse naam en hoedanigheid. Verder maakte zij domeinnamen en mailadressen aan, die gelijkend waren op die van de echte (schoonmaak)bedrijven en instellingen. Ook vroeg zij postbussen en telefoonnummers aan met hetzelfde netnummer als de betreffende bedrijven en instellingen. De informatie speelde zij door aan de oplichter(s). Hiermee is zij behulpzaam geweest bij het meermalen plegen van (poging tot) oplichting. De rechtbank acht haar handelen bijzonder kwalijk. Door op deze wijze te handelen heeft zij eraan bijgedragen dat het vertrouwen in het economische verkeer alsmede het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer pleegt te worden gesteld in schriftelijke stukken met een bewijsbestemming, in ernstige mate is geschaad. De rechtbank vindt oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte als uitgangspunt dan ook gerechtvaardigd.
Verdachte is door een psycholoog onderzocht. Geconcludeerd is dat zij lijdt aan een depressieve stoornis, een posttraumatische stressstoornis, zwakbegaafdheid en een persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke en vermijdende persoonlijkheidstrekken. Deze problematiek was aanwezig ten tijde van de feiten en hebben haar gedragskeuzen en gedragingen beïnvloed. Geadviseerd wordt om haar verminderd toerekeningsvatbaar te achten. De rechtbank ziet, anders dan de officier van justitie, geen aanleiding om te twijfelen aan de conclusies van de deskundige en neemt deze over. Daarbij weegt mee dat het op de weg van de officier van justitie had gelegen om een tweede psychologische rapportage over verdachte op te laten maken, indien hij zich niet kan vinden in de bevindingen van de eerste rapportage. Dit heeft hij niet gedaan, zodat de rechtbank uitgaat van de beschikbare rapportage.
Volgens de psycholoog heeft verdachte een gebrekkig vermogen de wereld te analyseren en correct in te schatten. Ze is beïnvloedbaar, naïef en volgzaam. Vanwege het lage recidiverisico zijn door de psycholoog geen bijzondere voorwaarden geadviseerd. De rechtbank ziet in deze karaktereigenschappen van verdachte wel aanleiding om een voorwaardelijke straf op te leggen. Zij dient zich, met deze stok achter de deur om herhaling te voorkomen, voortaan twee keer te bedenken voordat zij in zee gaat met schimmige praktijken als waarvoor zij zal worden veroordeeld.
De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn is geschonden. Op 7 april 2014 is verdachte aangehouden. Dat is nu ruim 37 maanden geleden. Dit betekent een overschrijding van de redelijke termijn van 13 maanden. De rechtbank zal hiermee, in het voordeel van verdachte, rekening houden bij de straftoemeting.
De verminderde toerekeningsvatbaarheid en de forse overschrijding van de redelijke termijn maken dat de rechtbank van oordeel is dat aan verdachte nu niet meer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd. Alles afwegende zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met een proeftijd van twee jaren, en het verrichten van een werkstraf van 200 uren, zo nodig te vervangen door 100 dagen hechtenis. Dit alles met aftrek van de tijd zij in voorarrest heeft doorgebracht. De straf wijkt af van de eis, omdat de officier van justitie voor meer feiten en het primair tenlastegelegde onder 1 en 2 een veroordeling heeft verzocht en omdat de rechtbank verdachte wel verminderd toerekeningsvatbaar acht en mogelijk meer dan de officier van justitie in het voordeel van verdachte met de overschrijding van de redelijke termijn heeft rekening gehouden.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De volgende benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit:
  • [slachtoffer 1] voor een bedrag van € 43.669,10;
  • [naam 7] voor een bedrag van € 38.242,15;
  • [slachtoffer 4] voor een bedrag van € 17.062,39, te vermeerderen met de wettelijke rente;
  • [naam 2] voor een bedrag van € 332.167,-, te vermeerderen met de wettelijke rente;
  • [naam 3] ( [naam 18] ) voor een bedrag van € 2.756,65.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vordering dienen te worden verklaard, nu onduidelijk is welke bedragen al verrekend zijn en wat de mate van eigen schuld van de benadeelde partijen is. Hierdoor meent de officier van justitie dat de vorderingen een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren.
Het standpunt van de verdediging
Indien de rechtbank komt tot een veroordeling (ter zake van een van de feiten), heeft de verdediging naar voren gebracht dat de vorderingen een onevenredige belasting voor het strafgeding opleveren en zodoende niet-ontvankelijk verklaard zouden moeten worden. Onduidelijk is of de verschillende facturen daadwerkelijk zijn betaald en welk aandeel verdachte daarin zou hebben gehad. Verder staan de kosten gemaakt door [slachtoffer 4] en [naam 3] ten behoeve van [naam 19] in een te ver verwijderd verband van het tenlastegelegde en is de gevorderde BTW – in het geval van [slachtoffer 4] – ten onrechte doorbelast. Bovendien ontbreekt bij de vorderingen van [naam 2] en [naam 3] het causale verband tussen het bewezenverklaarde feit en de gevorderde schade. In de tenlastelegging komen zij immers niet terug als benadeelde partijen. Verder ontbreekt bij de vordering van [naam 2] een nadere onderbouwing van de (noodzaak van de gemaakte) kosten. Ook is niet gebleken dat sprake zou zijn van oninbare vorderingen. Daarnaast wordt nog ten aanzien van alle vorderingen aangevoerd dat onduidelijk is in hoeverre de (reeds in 2014 geleden) schade inmiddels door de verzekeraar is gecompenseerd. Verzocht wordt om de wettelijke rente niet toe te wijzen, omdat het openbaar ministerie de zaak onnodig lang heeft liggen. Tot slot wordt verzocht om aan verdachte niet de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, omdat de benadeelde partijen daar geen belang bij hebben.
Beoordeling door de rechtbank
[naam 18] / [naam 3]
Eerst stelt de rechtbank vast dat de vordering van [naam 18] niet expliciet namens [naam 3] is ingediend. Bij de vordering ontbreekt een uittreksel van de Kamer van Koophandel inzake de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [naam 18] . Uit het dossier (p. 3064) blijkt echter dat [naam 18] directeur/eigenaar is van het schoonmaakbedrijf [naam 3] . Hieruit leidt de rechtbank af dat hij bevoegd is [naam 3] te vertegenwoordigen. Voorts leidt de rechtbank uit de vordering, met name uit de toelichting onder 4a. en de bijgevoegde factuur geadresseerd aan [naam 3] , af dat de vordering door [naam 18] is ingediend namens [naam 3] .
Vorderingen voor wat betreft de bedragen waarvoor is opgelicht
De rechtbank stelt vast dat de oplichting van de verschillende bedrijven enkele jaren geleden heeft plaatsgevonden. Hierdoor is schade ontstaan. Een onbekend gebleven oplichter(sbende) heeft geldbedragen van de [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] ontvangen die voor onder andere partijen, zoals [naam 2] en [naam 3] ., waren bedoeld. Verder stelt de rechtbank vast dat de gehele vorderingen van [slachtoffer 1] (€ 43.669,10) en [naam 7] (€ 38.242,15) zien op onverschuldigde betalingen. Voor [slachtoffer 4] geldt dit voor een bedrag van € 13.726,84. [naam 2] vordert een bedrag van
€ 298.078,- onder de noemer ‘oninbare vorderingen’.
Op basis van de stukken is het voor de rechtbank op dit moment niet duidelijk in hoeverre de onverschuldigde betalingen daadwerkelijk schade hebben opgeleverd. De schoonmaakwerkzaamheden waar deze betalingen op zien, zijn immers wel verricht en door [slachtoffer 1] , [naam 7] en [slachtoffer 4] is niet gesteld, noch onderbouwd, dat zij een tweede keer hebben moeten betalen aan de juiste (rechtmatige) bedrijven. Verder is niet is komen vast te staan dat [naam 2] oninbare vorderingen heeft, omdat zij diensten heeft geleverd waarvoor blijkbaar nog niet is betaald. Betaling aan een derde (de oplichter) die geen diensten heeft geleverd bevrijdt de schuldenaar immers niet van betaling aan de partij die de diensten wèl heeft geleverd. Het staat [naam 2] dus vrij alsnog betaling voor haar diensten te vragen.
Nu de schadeposities van de [slachtoffer 1] , [naam 7] , [slachtoffer 4] en [naam 2] voor wat betreft de hiervoor genoemde bedragen op dit moment dus onduidelijk zijn, is de rechtbank van oordeel dat dat deel van de vorderingen een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre zullen de benadeelde partijen dan ook in hun vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard.
De vorderingen voor wat betreft de overige bedragen
[naam 2] heeft het overige deel van haar vordering (kosten onderzoek oplichting, loonkosten medewerkers [naam 2] en advocaatkosten) onvoldoende onderbouwd. Niet is gebleken dat sprake is van noodzakelijk gemaakte kosten.
[slachtoffer 4] (€ 3.335,55, inclusief BTW) en [naam 3] (€ 2.756,56, exclusief BTW) hebben samen [naam 19] ingeschakeld om ten aanzien van hun (grootste) klant aan te tonen dat er aan hun kant bij de oplichting geen sprake was van interne betrokkenheid. Zij hebben hiermee, als gevolg van het bewezen verklaarde onder 1 en 2, kosten moeten maken om te achterhalen wat er precies is gebeurd en of hun eigen bedrijven daarbij iets te verwijten viel. Dat was niet nodig geweest, indien hun klanten en zij niet mede door toedoen van verdachte waren opgelicht. De rechtbank vindt deze kosten, een bedrag van € 2.756,56 per benadeelde partij (exclusief BTW), voldoende onderbouwd en voorts niet onredelijk van hoogte. In zoverre zal de rechtbank de vorderingen toewijzen, nu verdachte daarvoor naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
Verder zal de rechtbank [slachtoffer 4] in haar vordering voor wat betreft het gevorderde bedrag aan BTW (€ 578,99) afwijzen. Dit betreffen immers kosten die zij van de belastingdienst kan terugvragen.
In de stelling van de verdediging dat de zaak door toedoen van het openbaar ministerie lang is blijven liggen en de wettelijke rente daardoor is opgelopen, ziet de rechtbank geen aanleiding om geen wettelijke rente toe te wijzen. Verdachte had met de benadeelde partijen in overleg kunnen treden en (alvast) (een deel van) de schade kunnen vergoeden.
Ten aanzien van [slachtoffer 4] is de gevorderde wettelijke rente over het bedrag van € 2.756,56 toewijsbaar vanaf 4 maart 2014, de datum van de factuur van [naam 19] . [naam 3] heeft geen rente gevorderd.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank, anders dan de verdediging, aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag inclusief de wettelijke rente daarover ten behoeve van genoemde benadeelde partij. Bij de vaststelling van de vervangende hechtenis zal de wettelijke rente buiten beschouwing worden gelaten.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 27, 36f, 45, 48, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 1, primair, 2, primair en 3 tenlastegelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
 bepaalt, dat deze gevangenisstraf,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
- dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 een
werkstrafgedurende
200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1)
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijkin haar vordering;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 1)
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijkin haar vordering;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Woningstichting [slachtoffer 4] (feit 1)
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1, subsidiair tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij Woningstichting [slachtoffer 4], van een bedrag van
€ 2.756,65 (tweeduizendzevenhonderdzesenvijftig euro en vijfenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;

wijst de vordering af voor wat betreft het bedrag van € 578,99(aan BTW);
 verklaart de
benadeelde partij Woningstichting [slachtoffer 4] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij Woningstichting [slachtoffer 4] , een bedrag
te betalen van € 2.756,65 (tweeduizendzevenhonderdzesenvijftig euro en vijfenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 37 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 2] B.V. / [naam 2]
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 1] B.V. / [naam 2] niet-ontvankelijkin haar vordering;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 3] . (feit 1)
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1, subsidiair tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [naam 3], van een bedrag van
€ 2.756,65 (tweeduizendzevenhonderdzesenvijftig euro en vijfenzestig eurocent), met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [naam 3] ., een bedrag
te betalen van € 2.756,65 (tweeduizendzevenhonderdzesenvijftig euro en vijfenzestig eurocent), met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 37 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Klep (voorzitter), mr. W.L.F. Prisse en mr. S.H. Keijzer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Kolkman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 mei 2017.
mr. M. Kolkman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant(en) van de politie Oost Nederland, Districtsrecherche Gelderland-Midden, dossier 07WDR14001 ALBATROS, opgemaakte proces-verbaal, BVH-zaaknummers PL0700-2014029845 en PL074L-2014002719 (werkproces) gesloten op 19 januari 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van F.L.B. Dinnissen, namens [slachtoffer 1] en [naam 7] , p. 2687 en 2688.
3.Proces-verbaal van aangifte van B.J. Schoelink, namens [slachtoffer 3] , p. 2905 t/m 2908.
4.Proces-verbaal van aangifte van W.P. Gispen, namens [slachtoffer 4] , p. 3018 t/m 3021 en 3047.
5.Proces-verbaal van aangifte van E.W.H. Gooren, namens [naam 2] , p. 2946 t/m 2950 en proces-verbaal van aangifte van [naam 18] , namens [naam 3] , p. 3063 t/m 3066.
6.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 11 mei 2017.
7.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 11 mei 2017, de processen-verbaal van verhoor van verdachte, p. 99, 100, 102
8.Rechtshulpverzoek België, p. 976 en 977.
9.E-mailbericht, p. 2692, e-mailbericht, p. 2870, proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 2906, e-mailbericht, p. 2929, proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 2947-2949, proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 3019-3020, e-mailbericht, p. 3023, en e-mailbericht, p. 3068
10.E-mailbericht, p. 2711, proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 2906, e-mailbericht, p. 2929, proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 2947, proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 3019-3020, e-mailberichten, p. 3023 en 3032, proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , p. 3065-3066, en e-mailberichten, p. 3068 en 3077
11.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 2907, e-mailbericht, p. 2929, proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 2948, proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 3020, en e-mailbericht, p. 3038,
12.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 2906 t/m 2908, proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 2948 t/m 2950, proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 3020, en proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , p. 3065
13.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 2688, proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 2907, proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 3020, en proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , p. 3065
14.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 2907, proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 2950, proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 3020, en proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , p. 3064
15.Proces-verbaal algemeen dossier, p. 29 en proces-verbaal onderzoek domeinnamen internet p. 1105 t/m 1112.
16.Proces-verbaal van verdachte, p. 101.
17.Proces-verbaal van verdachte, p. 103.
18.Proces-verbaal van verdachte, p. 107.