ECLI:NL:RBGEL:2017:2934
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. Penning
- R.J. Jue
- G.W.B. Heijmans
- Rechtspraak.nl
Intrekking van subsidie agrarisch natuur- en landschapsbeheer met terugwerkende kracht en de gevolgen van perceelsoppervlakte-eisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 juni 2017 uitspraak gedaan over de intrekking van een subsidie voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De eiser, die een subsidie had ontvangen voor een perceel grond, kreeg te maken met een terugvordering van de subsidie omdat de vastgestelde perceelsoppervlakte niet voldeed aan de minimale eis van 0,3 hectare. De rechtbank oordeelde dat de verweerder, het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland, terecht de subsidie had ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 april 2010. De rechtbank baseerde haar oordeel op de wettelijke voorschriften van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Gelderland 2009.
De eiser had in 2010 een subsidie aangevraagd voor een perceel van 0,35 hectare, maar deze oppervlakte was later aangepast naar 0,27 hectare op basis van een onherroepelijk besluit. De rechtbank stelde vast dat de meting van de perceelsoppervlakte door de verweerder, zowel via teledetectie als het perceelsregister, correct was uitgevoerd. De eiser voerde aan dat de meting niet juist was omdat de schaduw van bomen de meting beïnvloedde, maar de rechtbank oordeelde dat de verweerder de juiste perceelsgrenzen had gehanteerd.
De rechtbank concludeerde dat de eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor de subsidie en dat de terugvordering van de subsidie gerechtvaardigd was. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en bevestigde de beslissing van de verweerder om de subsidie in te trekken. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de voorwaarden voor subsidies en de gevolgen van het niet naleven daarvan.