ECLI:NL:RBGEL:2017:3450

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 juni 2017
Publicatiedatum
3 juli 2017
Zaaknummer
C/05/321413 / KZ ZA 17-142
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen tot verbod op ingebruikname van hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel

In deze zaak vorderde de eisende partij, bestaande uit meerdere natuurlijke personen en een rechtspersoon, een verbod op het in gebruik nemen door Tennet van de hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de eisende partij afgewezen. De rechter oordeelde dat niet is gebleken dat de hoogspanningsverbinding niet voldoet aan de NEN-norm en dat er geen aannemelijke aanwijzingen zijn dat de brandveiligheid in gevaar komt door de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding. Bovendien was er geen noodzaak om het definitieve advies van TNO af te wachten, aangezien er geen afspraken waren gemaakt die dit vereisten. De voorzieningenrechter concludeerde dat Tennet een zwaarwegend belang heeft bij het in gebruik nemen van de hoogspanningsverbinding zoals gepland. De uitspraak werd gedaan op 15 juni 2017, en de eisende partij werd veroordeeld in de proceskosten van Tennet, die op € 1.434,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/321413 / KZ ZA 17-142
Vonnis in kort geding van 15 juni 2017
in de zaak van

1.[eisende partij sub 1] ,

2.
[eisende partij sub 2],
3.
[eisende partij sub 3],
allen wonende te [woonplaats] , gemeente Doetinchem,
4. [eisende partij sub 4] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Doetinchem,
eisers,
advocaat mr. M.J.H. van Baalen te Wageningen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TENNET T.S.O. B.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. N.H. van den Biggelaar te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eisende partij] (eisers gezamenlijk) en Tennet genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 20;
  • de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 12;
  • het faxbericht van 12 juni 2017 van mr. Van Baalen met producties 21 tot en met 23;
  • het faxbericht van 12 juni 2017 van mr. Van den Biggelaar met productie 13;
  • de mondelinge behandeling, ter gelegenheid waarvan de voorzieningenrechter heeft medegedeeld dat heden een beslissing in de vorm van een kopstaartvonnis zal worden gegeven en dat de motivering van de beslissing later zal volgen;
  • de pleitnota van [eisende partij] ;
  • de pleitnota van Tennet.
1.2.
Vervolgens is een kopstaartvonnis gewezen. In dit vonnis is de motivering opgenomen.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij] exploiteert een vleesvarkensbedrijf aan de [adres] in [plaatsnaam] .
2.2.
Tennet werkt, samen met de Duitse netbeheerder Amprion, aan een nieuwe 150/380 kV-hoogspanningsverbinding tussen Doetinchem en Wesel (Duitsland). De hoogspanningsververbinding is inmiddels aangelegd, maar nog niet in gebruik genomen.
2.3.
Het vleesvarkensbedrijf van [eisende partij] bevindt zich onder de geleiders (kabels) tussen de masten [mastnummer] en [mastnummer] van de hoogspanningsverbinding.
2.4.
Om het project ruimtelijk mogelijk te maken hebben de ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu een rijksinpassingsplan vastgesteld, waarin zij het tracé hebben vastgelegd van de verbinding op Nederlands grondgebied. [eisende partij] en tientallen anderen hebben zich daartegen verzet. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft bij uitspraak van 24 februari 2016 alle beroepen ongegrond verklaard. In de uitspraak is onder meer het volgende overwogen:

(…) Bij het voorgaande betrekt de Afdeling ook dat ten aanzien van de volgens appellanten benodigde maatregelen ter voldoening aan de regels voor brandveiligheid, die betrekking hebben op de brandwerendheid van de daken van de stallen, in het deskundigenbericht staat dat, mochten er geen maatregelen zijn getroffen aan het dak van het gebouw, volgens de ministers nog een Risico Inventarisatie en Evaluatie, inclusief vuurpuntbelasting dient te worden uitgevoerd, wanneer de afstand niet voldoet aan de NEN norm. Als deze leidt tot extra brandvertragende maatregelen zullen deze, aldus het deskundigenbericht, in redelijkheid door TenneT TSO worden vergoed (…)
2.5.
Tennet heeft ten aanzien van [eisende partij] met een beroep op de Belemmeringenwet Privaatrecht een gedoogplicht aangevraagd en verkregen van de Minister van Infrastructuur en Milieu. [eisende partij] is daartegen in beroep gegaan. Voordat de Afdeling een uitspraak had gedaan hebben partijen in maart 2017 alsnog overeenstemming bereikt over een overeenkomst tot vestiging van een opstalrecht.
In aanvulling op deze overeenkomst hebben partijen op 9 maart 2017 nadere afspraken gemaakt, die op schrift zijn gezet. Enkele van die afspraken luiden als volgt:

(…)
2. Tennet staat in voor de juistheid van het door Petersburg uitgevoerde interferentieonderzoek d.d. 17-02-2017, nog lopende, daaruit voortvloeiende, onderzoeken en verklaart dat er op basis van de huidige feitelijk bekende staat geen nadere maatregelen nodig zijn. Tennet houdt zich aansprakelijk voor storingen aan apparatuur die het gevolg zijn van de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kV en mits dit is vastgesteld door een onafhankelijke deskundige. Met dien verstande dat, indien er wel maatregelen nodig zijn, en Grondeigenaar deze niet (op kosten van Tennet) uitvoert of doet uitvoeren, Tennet niet aansprakelijk is voor de storingen c.q. de schades die daarvan het gevolg zijn. Bij de uitvoering van de aanpassingswerkzaamheden op basis van het Petersburgrapport zal alle eventuele gevolgschade ten gevolge van de werkzaamheden (bijvoorbeeld tijdelijke leegstand) worden vergoed.
3. Tennet staat in voor de juistheid van de toepassing van de NEN normen. Indien komt vast te staan dat hieraan toch niet wordt voldaan, dan zullen op kosten van Tennet die voorzieningen / aanpassingen aan het bedrijf dan wel het werk worden aangebracht die noodzakelijk zijn zodat alsnog daaraan wordt voldaan. Bij de uitvoering van de aanpassingswerkzaamheden zal alle eventuele gevolgschade ten gevolge van de werkzaamheden (bijvoorbeeld tijdelijke leegstand) worden vergoed.
(…)
9. De kosten van beoordeling van het interferentieonderzoek, de NEN normering en eventueel daarop volgend veiligheidsonderzoek komen voor rekening van Tennet (het betreft dan in het bijzonder de kosten van TNO, DLV, het installatiebedrijf). Deze kosten zullen door [eisende partij] worden doorbelast. (…)
2.6.
Bij e-mailbericht van 10 maart 2017 heeft de heer [naam adviseur] (hierna: [naam adviseur] ), adviseur van [eisende partij] , Tennet medegedeeld dat een deel van de voorgestelde tekst van voormeld punt 2. van de afspraken is weggevallen, en dat de eerste zin van dit punt als volgt moest luiden:

2. Tennet staat in voor de juistheid van het door Petersburg uitgevoerde interferentieonderzoek d.d. 17 februari 2017 en nog lopende, daaruit voortvloeiende, onderzoeken en verklaart dat er op basis van de huidige feitelijk bekende staat, behoudens die maatregelen die in het rapport staan vermeld, en nog uit nadere onderzoeken voortvloeien geen nadere maatregelen nodig zijn.”
Bij e-mailbericht van 10 maart 2017 heeft Tennet ingestemd met deze aanpassing.
2.7.
Omdat [eisende partij] van mening was dat de afstand van de geleiders van de hoogspanningsverbinding en de stallen niet voldeed aan de NEN-normering, heeft hij TNO verzocht een rapportage uit te brengen en duidelijkheid te geven over de minimale afstand van de geleiders tot de objecten van [eisende partij] , volgens de van toepassing zijnde NEN-norm NEN-EN-50341-1:2013. Op 27 februari 2017 heeft TNO haar rapport uitgebracht, en daarin geconcludeerd dat Tennet bij het toepassen van voormelde norm bij de hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel op objecten van [eisende partij] een minimale afstand van 10,6 meter moet kunnen garanderen voor de onderste retourstroomgeleider, onder de in de norm beschreven condities.
2.8.
Tennet heeft het bureau Petersburg Consultants (hierna: Petersburg) gevraagd een onderzoek te doen naar de elektrische beïnvloeding op de objecten behorende bij de woning/boerderij van [eisende partij] en aan te geven, in geval van ontoelaatbare beïnvloeding, welke maatregelen getroffen moeten worden zodat aan de eisen kan worden voldaan. De laatste versie (2.2) van het rapport van Petersburg dateert van 17 februari 2017. In dat rapport concludeert Petersburg dat sprake is van ontoelaatbare elektrische beïnvloeding op het perceel van [eisende partij] vanwege de nieuwe hoogspanningsverbinding van Tennet. Petersburg heeft in zijn rapport maatregelen voorgesteld om de optredende beïnvloeding terug te dringen naar acceptabele waarden. De maatregelen die volgens Petersburg moeten worden genomen zijn de aarding van de stalen draagbalken/spanten en de stalen damwanden van de stallen.
2.9.
Bij e-mailbericht van 9 mei 2017 heeft Tennet [eisende partij] onder meer medegedeeld dat de 150kV-verbinding vanaf 15 juni 2017 gefaseerd in gebruik zal worden genomen en dat de 380 kV-verbinding in 2018 in gebruik zal worden genomen. Ook heeft Tennet in haar e-mailbericht aangegeven dat zij voor 15 juni 2017 de stalen kolommen en spanten van de stallen wilde laten aarden, en dat zij het bedrijf Van der Heide Bliksembeveiliging (hierna: Van der Heide) had ingeschakeld, die de werkzaamheden op korte termijn zou kunnen uitvoeren.
2.10.
In reactie op het e-mailbericht van Tennet van 9 mei 2017 heeft [naam adviseur] Tennet bij e-mailbericht van 11 mei 2017 medegedeeld dat [eisende partij] niet instemde met het laten uitvoeren van de werkzaamheden door Van der Heide, omdat afgesproken was dat de werkzaamheden zouden worden uitgevoerd door het door [eisende partij] ingeschakelde installatiebedrijf Derksen. Verder is in het e-mailbericht gemeld dat voordat de verbinding (gedeeltelijk) in gebruik zou kunnen worden genomen, naast aarding van de stalling ook aan gebouwen en installaties aanpassingen moesten plaatsvinden en dat de verbinding pas in gebruik kon worden genomen als die aanpassingen gerealiseerd waren. Tevens is aangegeven dat voor gedeeltelijke ingebruikname van de verbinding alle fases en daarbij behorende onderzoeken opnieuw tegen het licht moesten worden gehouden om na te gaan of een gedeeltelijke ingebruikname planologisch, civielrechtelijk en technisch verantwoord is.
2.11.
Bij e-mailbericht van 13 mei 2017 heeft Tennet [naam adviseur] onder meer medegedeeld dat zij de offerte van Derksen graag wilde ontvangen, dat zij voor de aardingswerkzaamheden ook een offerte van Van der Heide wilde in verband met de marktconformiteit, en dat zij graag in gesprek wilde over de opties en mogelijkheden. Verder heeft Tennet in haar e-mailbericht aangegeven dat zij de toegankelijke stalen delen van de stallen voor 15 juni 2017 wilde aarden.
2.12.
Bij e-mailbericht van 24 mei 2017 heeft Tennet [naam adviseur] medegedeeld dat het van belang was de aan te raken metalen kolommen en spanten van de stallen 3, 4, 5 en 6 voor 15 juli 2017 te aarden, maar dat zij had geconstateerd dat daartoe nog geen concrete stappen waren ondernomen en er ook nog geen offerte van de installateur van [eisende partij] was ontvangen. Tennet heeft in het e-mailbericht verder medegedeeld dat zij het voornemen had om vanaf 15 juni 2017 de 150 kV circuits in bedrijf te gaan nemen, dat zij assistentie aanbood om de stallen tijdig te aarden en dat zij graag zag dat er concrete stappen werden ondernomen om de gewenste maatregelen tijdig uit te voeren.
2.13.
[eisende partij] heeft TNO gevraagd om het hiervoor genoemde rapport van Petersburg te beoordelen. Op 30 mei 2017 heeft TNO een brief met een memo naar [eisende partij] gestuurd, waarin TNO [eisende partij] verzoekt Tennet c.q. Petersburg te vragen in te gaan op haar vragen en opmerkingen naar aanleiding van het rapport.
Op 7 juni 2017 heeft Petersburg schriftelijk gereageerd op de door TNO gestelde vragen.
2.14.
Bij brief van 1 juni 2017 heeft Tennet [eisende partij] onder meer het volgende medegedeeld:

(…) Op 15 juni 2017 zal (…) gestart worden met het testen van de 150kV verbinding, welke hierna binnen enkele weken in bedrijf zal worden genomen (het eerste 150kV-circuit zal op 30 juni 2017 in bedrijf worden genomen en het tweede op 15 juli 2017). TenneT heeft hierbij aangeboden om, aangezien uw eigen installatiebedrijf hierin nog geen actie lijkt te ondernemen, haar eigen installateur hiertoe in te schakelen. (…)
Maatregelen
Tijdens de bespreking is door TenneT aangegeven dat de maatregelen die, idealiter vóór de ingebruikname van de 150kV-verbindingen moeten zijn uitgevoerd, alleen het aarden van de stalen spanten en steunkolommen van de stallen 3,4,5 en 6 betreft. (…) Door u is aangegeven dat u van mening bent dat alle maatregelen (dus ook de maatregelen t.b.v. de luchtwasinstallatie) ineens moeten worden uitgevoerd. Een duidelijke reden hiervoor heeft u echter niet gegeven. (…) Er is onzes inziens dus geen reden om niet te starten met het aarden van de betreffende onderdelen van uw stallen. Hierbij blijft u bij de stelling dat de aarding dient plaats te vinden aan de binnenzijde van de stallen. TenneT en haar installateur zien hier geen reden toe. (…)
Als laatste geeft u aan dat alleen uw eigen installateur (Derksen) de aarding mag uitvoeren. De installateur van TenneT (Van der Heide) is hiervoor niet welkom. Wij benadrukken nogmaals dat Van der Heide, afhankelijk van de gekozen oplossing, nog steeds de mogelijkheid heeft om de stallen te aarden voor de datum van 30 juni, mits TenneT hiervoor tijdig opdracht kan geven.
TenneT ziet zich genoodzaakt nogmaals aan te geven dat het uitblijven van tijdige actie aan uw zijde ten behoeve van de aarding van de daarvoor aangewezen spanten en steunkolommen niet tot uitstel van de in gebruik name van de 150 kV verbinding zal leiden. De 150 kV verbinding zal vanaf 15 juni in gebruik worden genomen, ook als de aardingswerkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd. De verantwoordelijkheid en de eventuele aansprakelijkheid voor de consequenties die het niet of niet tijdig aarden van de aangegeven spanten en kolommen mogelijk met zich meebrengt, wijst TenneT hierbij nadrukkelijk af. (…)
2.15.
Bij brief van 1 juni 2017 heeft de advocaat van [eisende partij] onder meer het volgende aan Tennet medegedeeld:

(…) Zoals zijdens [eisende partij] reeds kenbaar is gemaakt (…) heeft [eisende partij] er uitdrukkelijk bezwaar tegen dat de verbinding onder de geschetste omstandigheden in gebruik wordt genomen. Immers, nog geen van de noodzakelijke maatregelen zijn gerealiseerd. (…)
Namens [eisende partij]verzoeken voor zoveel nodigsommeerik u hierbij om uiterlijk dinsdag 6 juni 2017, 17.00 uur, mij schriftelijk (…) te bevestigen dat de verbinding niet geheel noch gedeeltelijk in gebruik wordt genomen voordat de second opinion door TNO op de rapportages van bureau Petersburg (…) heeft geresulteerd in een definitieve rapportage, en voorts een Risico Inventarisatie en Evaluatie is opgesteld, en dat aan de hand van dit een en ander alle maatregelen zijn uitgevoerd.
Dit betekent hoogstwaarschijnlijk dat de verbinding niet geheel noch gedeeltelijk vanaf de door u genoemde datum van 15 juni 2017 in gebruik kan worden genomen. (…)
2.16.
Bij brief van 6 juni 2017 heeft de advocaat van Tennet gereageerd op de brief van
1 juni 2017 van de advocaat [eisende partij] en heeft zij onder meer het volgende medegedeeld:

(…) De inbedrijfneming van de 150 kV-verbinding is noodzakelijk ten behoeve van de leveringszekerheid. Op dit moment wordt daarin voorzien door middel van een tijdelijke
150 kV-verbinding. Deze tijdelijke 150 kV-verbinding is naar haar aard niet bedoeld
voor langdurig gebruik en mag in beginsel slechts gedurende maximaal 1 jaar in bedrijf
zijn. Weliswaar heeft TenneT (zekerheidshalve) voor het langer in gebruik zijn van de
tijdelijke verbinding een afwijkingsvergunning aangevraagd en is deze ook verleend tot
en met medio december 2017. Dat is alleen bedoeld voor eventuele en zeer beperkte
onvoorziene uitloop van de werkzaamheden. Daarvan is in dit geval geen sprake (…).
(…)
Maatregelen ten behoeve van ingebruikneming 150 kV-verbinding
TenneT heeft in de brief van 1 juni jl. ook aangegeven waarom zij geen reden ziet het testen en in gebruik nemen van de 150 kV-verbinding uit te stellen. Kort gezegd komt het er op neer dat tijdig kan worden voorzien in de aarding van de spanten/kolommen van de stallen 3, 4, 5 en 6. Dat zijn de enige maatregelen die blijkens de rapportage van Petersburg nodig zijn ten behoeve van de ingebruikneming van de 150 kV-verbinding. TNO stelt deze maatregelen ten behoeve van de 150 kV-verbinding ook niet ter discussie. Ter nadere toelichting wijst TenneT in dat verband op het volgende.
Bureau Petersburg heeft een inventarisatie gedaan van de uit te voeren maatregelen
ten behoeve van de ingebruikneming van de volledige verbinding. Deze inventarisatie
(versie 2.2 van 17 februari 2017) is door TNO beoordeeld en hierover heeft TNO een
aantal verduidelijkende vragen gesteld (second opinion TNO van 24 mei 2017).
Petersburg adviseert aarding van de stalen spanten en kolommen van de stallen en
aanpassing (en afscherming) van enkele onderdelen van de installaties, omdat deze
binnen de zone liggen van een hoger magneetveld dan 3A/m.
Naast het bovenstaande rapport, dat opgesteld is ten behoeve van de ingebruikneming van zowel de 150 kV-verbinding als de 380 kV-verbinding, heeft Petersburg een beoordeling verricht van de situatie voor alleen ingebruikname van de 150 kV-verbinding. Petersburg heeft in deze rapportage, die ook aan [eisende partij] is overhandigd, geoordeeld dat alle installatie-onderdelen buiten een magneetveld van 3A/m vallen en dat voor de ingebruikneming van de 150 kV-verbinding alleen de spanten/kolommen van de stallen 3, 4, 5 en 6 geaard dienen te worden. Dit aarden moet gebeuren om te kunnen voldoen aan de ontwerpnorm voor hoogspanningslijnen (NEN-EN 50341) en om toekomstvast te zijn. (…)
Overigens geldt dat Van der Heide Bliksembeveiliging (de partij die namens TenneT EMC-maatregelen uitvoert) heeft aangegeven dat de aarding het gemakkelijkst te realiseren valt via het benaderen van de kolommen van binnenuit (daarvoor hoeven de varkens niet te worden verplaatst) waarna de leiding direct door de muur naar buiten wordt gebracht en buiten de aardpennen worden aangebracht. Aarding van de leidingen (voor zover nodig) kan ook via deze weg plaatsvinden. Kolommen worden zekerheidshalve aan beide zijden van de stal geaard. Alles bij elkaar is het aarden geen invasieve ingreep; de stallen hoeven niet leeg, want de werkzaamheden per kolom/spant zijn maar kort. De werkzaamheden kunnen binnen een week zijn uitgevoerd.
Van der Heide levert, als de werkzaamheden zijn uitgevoerd, een certificaat op met de
gemeten waarden waarmee bewijs wordt geleverd dat de kolommen/spanten zijn
geaard.
TNO bevestigt in de second opinion van 24 mei 2017 (…) feitelijk ook dat een deel van de stalen spanten geaard moeten worden om een capacitieve beïnvloeding te voorkomen. De door TNO in de second opinion gestelde vragen, betreffen vragen ter verduidelijking en vragen over de toegepaste onderliggende details waarop de analyse is gebaseerd, die geen gevolgen hebben voor de maatregelen die nodig zijn om de 150 kV-verbinding in gebruik te kunnen nemen. TenneT ziet dan ook niet in dat sprake is van doorkruising van gemaakte afspraken over de second opinion van TNO.
Slot
TenneT hoopt dat zij met de brief van 1 juni en met deze brief [eisende partij] voldoende informatie heeft gegeven over de in verband met de ingebruikneming van de 150 kV-
verbinding noodzakelijke maatregelen aan de stallen 3, 4, 5 en 6. TenneT is nog steeds
graag bereid deze maatregelen door Van der Heide te laten uitvoeren op de kortst mogelijke termijn. Uitvoering door de installateur van [eisende partij] is wat TenneT betreft ook nog steeds een optie. (…)

3.Het geschil

3.1.
[eisende partij] vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
1. Tennet zal verbieden om de hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel, althans het gedeelte tussen de masten [mastnummer] en [mastnummer] in gebruik te nemen;
subsidiair:
2. Tennet zal verbieden om de hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel, althans het gedeelte tussen de masten [mastnummer] en [mastnummer] in gebruik te nemen voordat is afgerond:
a. de risico-inventarisatie en -evaluatie inclusief vuurpuntbelasting;
b. de second opinion van TNO en de rapportages van Petersburg inzake interferentie;
c. een second opinion op de rapportages van Petersburg over beïnvloeding van [eisende partij] als gevolg van een ingebruikname van (enkel) de 150 kV-circuits;
alsmede dat aan de hand van dit een en ander alle vereiste maatregelen zijn uitgevoerd;
althans een in goede justitie te bepalen verbod zal opleggen;
in alle gevallen:
3. aan het verbod zal verbinden een dwangsom van € 100.000,00 per aangevangen dag dat het verbod wordt overtreden in de ruimste zin des woords, met een maximum van
€ 10.000,00;
4. Tennet zal veroordelen in de proceskosten en nakosten, voor zover deze noodzakelijk zijn, met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan betaling.
3.2.
[eisende partij] heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat Tennet de gemaakte afspraken niet nakomt, doordat de hoogspanningsverbinding niet aan de NEN-normering voldoet en er nog onderzoek loopt naar de elektrische beïnvloeding van de verbinding op het bedrijf/de bedrijfsapparatuur van [eisende partij] , en dat Tennet onrechtmatig handelt omdat Tennet de hoogspanningsverbinding in gebruik wil nemen zonder dat de stallen zijn geaard, wat volgens [eisende partij] een onveilige situatie zal opleveren.
[eisende partij] heeft ter onderbouwing aangevoerd dat de afstand tussen de retourstroomgeleider en de stallen niet voldoet aan de NEN-normering, en dat daarom ingevolge de uitspraak van 24 februari 2016 van de Afdeling een Risico Inventarisatie en Evaluatie inclusief vuurpuntbelasting moet worden uitgevoerd voordat de verbinding in gebruik wordt genomen. Verder heeft [eisende partij] betoogd dat, nu de rapportages van Petersburg over de ingebruikname van de 150kV-verbinding nog niet zijn geverifieerd, niet vast staat dat de bedrijfsvoering ongestoord doorgang kan vinden als de verbinding in gebruik wordt genomen. Met ingebruikname dreigt volgens [eisende partij] een dermate ernstige elektronische beïnvloeding van de bedrijfsapparatuur dat deze uitvalt, wat in het ergste geval het overlijden van de dieren of het optreden van schade aan de stallen tot gevolg kan hebben. Volgens [eisende partij] heeft Tennet er ook geen enkel belang bij dat de hoogspanningsverbinding is gebruik wordt genomen, gelet op de vergunningen waaruit blijkt dat thans gebruikte verbinding in ieder geval tot en met 15 december 2017 in gebruik kan blijven.
3.3.
Tennet voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Blijkens de op 9 maart 21017 vastgelegde afspraken staat Tennet in voor de juistheid van de toepassing van de NEN-norm en zullen de kosten van voorzieningen of aanpassingen aan het bedrijf van [eisende partij] , zodat alsnog aan die normen wordt voldaan, voor rekening van Tennet komen. Tennet heeft zich op het standpunt gesteld dat aan de afstandseisen uit de NEN-norm wordt voldaan, ook voor wat betreft de (geaarde) retourstroomgeleider, en dat er dus geen aanleiding is om een Risico Inventarisatie en Evaluatie uit te voeren.
Volgens [eisende partij] bevindt de retourstroomgeleider zich op te korte afstand van de stallen. [eisende partij] heeft niet weersproken dat de retourstroomgeleider geen spanningvoerende geleider is en dat de huidige NEN-norm uitgaat van hoogspanningsverbindingen waarbij de onderste geleiders de stroomverbinding vormen. Kennelijk is de NEN-norm opgesteld in de tijd dat er nog geen hoogspanningsverbindingen met retourstroomgeleiders waren. Dat de normcommissie momenteel werkt aan een update van het Nederlandse deel van de NEN-norm (mede) op dat punt, is door [eisende partij] niet weersproken. Gelet op het voorgaande is voldoende aannemelijk dat de te hanteren afstand voor spanningvoerende geleiders uit de huidige NEN-norm niet geldt voor de retourstroomgeleider. Dat de hoogspanningsverbinding niet voldoet aan de NEN-norm is dan ook onvoldoende aannemelijk geworden. Blijkens de uitspraak van 24 februari 2016 van de Afdeling dient een Risico Inventarisatie en Evaluatie, inclusief vuurpunt belasting te worden uitgevoerd wanneer de afstand niet voldoet aan de NEN-norm. Nu dit laatste niet is gebleken, bestaat geen verplichting voor Tennet om, voordat de hoogspanningsverbinding in gebruik wordt genomen, een Risico Inventarisatie en Evaluatie te (laten) uitvoeren.
4.2.
[eisende partij] heeft aangevoerd dat een brand in de stallen, al dan niet veroorzaakt door interferentie, niet zonder meer kan worden bestreden/geblust. Tennet heeft dit betwist en daarbij verwezen naar de uitspraak van 24 februari 2016, waarin de Afdeling heeft geoordeeld dat het betoog van de appellanten (waaronder [eisende partij] ) op dat punt faalde, om reden dat voldoende verzekerd is dat de brandweer adequaat kan optreden bij een stalbrand en dat bij een brand in de nabijheid van een hoogspanningsverbinding passende maatregelen worden getroffen. Uit een door Tennet overgelegd verslag van een bespreking tussen partijen, waarbij ook medewerkers van de brandweer aanwezig waren, blijkt ook dat het voor de werkwijze van de brandweer bij een brand op het bedrijf van [eisende partij] niet uitmaakt of er een hoogspanningsverbinding in de nabijheid is of niet. [eisende partij] heeft dit niet weersproken. Dat door de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding de brandveiligheid verslechtert is dan ook onvoldoende aannemelijk geworden.
4.3.
Petersburg heeft in haar rapport aangegeven dat voor de ingebruikneming van de 150 kV-verbinding de damwanden en spanten van de stallen 3, 4, 5 en 6 geaard moeten worden, teneinde de elektrische beïnvloeding van de hoogspaningsverbinding op het bedrijf van [eisende partij] terug te brengen. [eisende partij] heeft onvoldoende onderbouwd dat de conclusies en voorgestelde maatregelen in het rapport van Petersburg onjuist zijn. [eisende partij] heeft weliswaar aangevoerd dat TNO twijfels heeft bij de houdbaarheid van Petersburg advies, maar hij heeft dat niet, althans onvoldoende onderbouwd. [eisende partij] heeft niet betwist dat de vragen die TNO op 30 mei 2017 heeft gesteld en waarop Tennet op 7 juni 2017 heeft gereageerd, vragen betroffen ter verduidelijking en over details waarop de analyse is gebaseerd, en dat die geen gevolgen hebben voor de maatregelen die nodig zijn voor ingebruikneming van de 150 kV-verbinding. Dat partijen hebben afgesproken dat Tennet met de ingebruikneming van de hoogspanningsverbinding moet wachten totdat TNO heeft geoordeeld dat het advies van Petersburg kan worden uitgevoerd, is onvoldoende aannemelijk geworden. Uit de e-mailberichten van 10 maart 2017, waarnaar [eisende partij] in dat kader heeft verwezen, blijkt niet dat partijen een dergelijke afspraak hebben gemaakt.
4.4.
Tennet heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat het aanleggen van de aarding voor eind juni 2017 kan zijn gerealiseerd en dat zij de kosten daarvan voor haar rekening zal nemen. Van der Heide, de installateur van Tennet, heeft de situatie opgenomen, heeft reeds een offerte gemaakt en kan na uitvoering van de aardingswerkzaamheden een certificaat afgeven waaruit blijkt dat de stallen op de juiste wijze zijn geaard.
4.5.
Tennet heeft erkend dat de thans in gebruik zijnde, tijdelijke verbinding volgens de verleende omgevingsvergunning tot medio december 2017 mag worden gebruikt, maar zij heeft daarbij ook aangegeven dat die vergunning alleen is bedoeld voor een eventuele (beperkte) uitloop van de werkzaamheden en niet voor een situatie als de onderhavige, waarbij wel maatregelen kunnen worden genomen, maar [eisende partij] deze (nog) niet wil treffen. [eisende partij] heeft dit niet, althans onvoldoende weersproken. Verder is niet weersproken dat Tennet de werkzaamheden heeft ingepland voor de periode vanaf 15 juni 2017, en dat het een aanzienlijke extra kostenpost zal opleveren wanneer die werkzaamheden moeten worden uitgesteld. Dat Tennet een zwaarwegend belang heeft bij de door haar geplande (gefaseerde) ingebruikneming van de hoogspanningsverbinding is dan ook voldoende aannemelijk geworden.
4.6.
Gelet op het vorenstaande bestaat geen grond voor het oordeel dat Tennet afspraken met [eisende partij] schendt of onrechtmatig handelt jegens hen door de hoogspanningsverbinding in gebruik te nemen zoals door Tennet is voorgenomen. De vorderingen van [eisende partij] zullen daarom worden afgewezen.
4.7.
[eisende partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Tennet worden begroot op:
- griffierecht € 618,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.434,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisende partij] in de proceskosten, aan de zijde van Tennet tot op heden begroot op € 1.434,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2017.
sa/on De voorzieningenrechter is buiten staat dit vonnis te ondertekenen