Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift
- de brief van 9 mei 2017 van mr. Schirmeister met producties
- de brief van 21 juni 2017 van mr. Schirmeister met een productie
- de brief van 7 juli 2017 van mr. Le Poole met daarin de mededeling dat zij mondeling verweer zal voeren ter zitting, alsmede de punten die Unigarant in haar verweer aan de orde zal stellen
- de mondelinge behandeling op 11 juli 2017.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- primair: Unigarant zal veroordelen om met ingang van 1 september 2016 bij wege van voorschot maandelijks een bedrag van € 2.000,00 per maand te voldoen, tot aan het moment dat partijen een eindregeling hebben bereikt, dan wel vanaf en tot aan een zodanig moment als de rechtbank in goede justitie meent te moeten bepalen, met de wettelijke rente over de verschuldigde bedragen voor zover deze niet op de eerste dag van de verschenen maand zijn voldaan, dan wel Unigarant zal veroordelen tot betaling van een voorschot als de rechtbank meent te moeten bepalen;
- subsidiair: voor recht zal verklaren dat [eiser] heeft voldaan aan de op hem rustende informatieverplichting omtrent zijn schade en dat geen sprake is van schending door hem van zijn schadebeperkingsverplichting, zodat er geen grond is voor Unigarant om de onderhandelingen thans te staken;
- Unigarant zal veroordelen tot vergoeding van de door [eiser] gemaakte buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van € 5.902,09;
- Unigarant zal veroordelen in de kosten van de procedure en deze zal begroten op een bedrag van 24,5 uur à € 250,00 exclusief btw + 5% kantoorkosten, te vermeerderen met de betaalde griffierechten.
4.De beoordeling
“reiskosten ivm verzorging”na het ongeval niet zijn afgenomen. Kennelijk verbindt Unigarant hieraan de conclusie dat [eiser] - nu zijn zorgtaken voornamelijk zagen op het vervoeren van de kinderen - na het ongeval evenveel taken heeft verricht als voor het ongeval, althans dat van een achteruitgang geen sprake is, waardoor van een inkomensverlies evenmin sprake zou zijn.
[eiser] heeft verzocht Unigarant te veroordelen in de kosten van het deelgeschil. [eiser] heeft deze kosten begroot op een bedrag van € 7.781,81 (24,5 uur x € 250,00 + 5% kantoorkosten en 21% btw), alsmede een bedrag van € 833,00 aan griffierecht.