Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[Gedaagde sub 2],
1.De procedure
2.De feiten in het incident
3.De vordering in het incident
4.De beoordeling in het incident
5.De beslissing
2 augustus 2017voor conclusie van antwoord.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die diende bij de Rechtbank Gelderland, is een incident aanhangig gemaakt door Advolod B.V. en [Gedaagde sub 2] tegen Kippersluis Holding B.V. Het incident betreft een vordering tot het overleggen van processtukken op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft op 21 juni 2017 uitspraak gedaan in het incident. De achtergrond van de zaak ligt in een geschil tussen Kippersluis en [Persoon 1] over een concurrentiebeding dat voortvloeide uit een aandelentransactie. Kippersluis heeft juridische diensten ingeschakeld van [Gedaagde sub 2] en Advolod, maar stelt dat zij niet goed zijn geadviseerd, wat heeft geleid tot een oninbare vordering. In het incident vorderden Advolod en [Gedaagde sub 2] inzage in bepaalde processtukken om hun verweer in de hoofdzaak te kunnen onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de gevorderde stukken voldoende bepaald waren en dat er een rechtmatig belang was voor de afgifte van deze stukken. De rechtbank heeft de vordering tot afgifte van de stukken toegewezen en Kippersluis veroordeeld tot betaling van een dwangsom voor iedere dag dat zij niet aan de veroordeling voldoet, met een maximum van € 300.000,00. Tevens is Kippersluis veroordeeld in de proceskosten van het incident.