Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 juni 2017
- het faxbericht van 8 juni 2017 van mr. Çelik
- het faxbericht van 9 juni 2017 van mr. Doornbos
- het e-mailbericht van 14 juni 2017 van de roladministratie
- het proces-verbaal van comparitie van 19 juli 2017.
2.De feiten
(…) Tot slot kwam[de officier van justitie]
tot de conclusie dat hij deze zaak NIET voor de rechter ging brengen.
telefonisch op de hoogte gebracht. dit viel haar en haar man zwaar tegen. Ik heb hen aangedragen dan evt tegen dit besluit in bezwaar te gaan. Dit overwegen zij. (…)”
3.De vordering
€ 27.029,99;
24 juni 2015 om 10:37 uur, maandag 20 juli 2015 om 11:17 uur en maandag 14 september 2015 om 9:50 uur wederom was gebeld, is door Ziggo het telefoonnummer van de stalker vrijgegeven aan [naam wijkagent] . Op dinsdag 5 januari 2016 is door middel van een telefoongesprek door [naam wijkagent] , waarbij ook [eiseres] , haar man en dochter als toehoorders aanwezig waren, naar boven gekomen dat [gedaagde] de dader is. [gedaagde] heeft op
5 februari 2016 op het politiebureau in Zutphen een volledige bekentenis afgelegd ten overstaan van [naam wijkagent] . Na 5 januari 2016 is [eiseres] niet meer telefonisch lastig gevallen.
€ 22.936,00. [eiseres] heeft daarnaast € 4.093,99 aan medische kosten moeten maken. Zij maakt tot slot aanspraak op een smartengeldvergoeding van € 20.000,00 en een aan [gedaagde] op te leggen contactverbod, beide zowel ten behoeve van [eiseres] als ten behoeve van haar man en dochter.
4.Het verweer
5.De beoordeling
e-mailbericht (randnummer 2.4), waaruit blijkt dat het Openbaar Ministerie heeft besloten om [gedaagde]
niet(onderstreping, rb) strafrechtelijk te vervolgen. De bekennende verklaring, waarover [eiseres] bij herhaling heeft gesproken, is door haar niet in het geding gebracht, terwijl [gedaagde] heeft betwist een bekennende verklaring te hebben afgelegd. Met haar ter comparitie ingenomen stelling dat die verklaring op enig moment kan worden ingebracht, miskent (de advocaat van) [eiseres] de verplichting van artikel 85 lid 1 Rv. Overigens heeft [gedaagde] - onweersproken - ter comparitie verklaard dat van het in randnummer 2.3 bedoelde verhoor in het geheel geen proces-verbaal is opgemaakt. Ook enige onderbouwing van het door [naam wijkagent] en [eiseres] op 5 januari 2015 gevoerde telefoongesprek met, naar zij stellen, [gedaagde] , is uitgebleven. Dat [gedaagde] betrokken is geweest bij de gestelde stalking is dus niet komen vast te staan.
1.788,00(2 punten × tarief € 894,00)