ECLI:NL:RBGEL:2017:4094
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- R.J. Jue
- Rechtspraak.nl
Weigering van een tijdelijke omgevingsvergunning voor het bewonen van een bijgebouw in strijd met het bestemmingsplan
Op 2 augustus 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de weigering van een tijdelijke omgevingsvergunning voor het bewonen van een bijgebouw. Verzoeker, een inwoner van Putten, had op 2 juni 2017 een aanvraag ingediend voor een tijdelijke vergunning om een bijgebouw op zijn perceel te bewonen. Dit bijgebouw, aangeduid als pand 1A, grenst aan zijn woonhuis en is in het verleden bewoond door zijn grootouders. Verzoeker verhuurt het pand momenteel aan een werknemer van zijn bedrijf, dat ook op het perceel is gevestigd. Hij stelde dat het pand niet zelfstandig bewoond zou worden en dat hij de vergunning nodig had om de periode van 2,5 jaar te overbruggen totdat hij van plan was om een ander bedrijf over te nemen en samen te voegen met zijn eigen bedrijf.
De gemeente Putten, als verweerder, heeft de aanvraag afgewezen op basis van het bestemmingsplan "Westelijk Buitengebied", dat slechts één bedrijfswoning op het perceel toestaat. De voorzieningenrechter oordeelde dat de zelfstandige bewoning van het pand 1A in strijd is met het bestemmingsplan, en dat de gemeente niet verplicht was om van het bestemmingsplan af te wijken. De voorzieningenrechter concludeerde dat de redenen van de gemeente om de vergunning te weigeren goed onderbouwd en redelijk waren. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, en benadrukte dat de toekomstplannen van verzoeker niet voldoende waren om de vergunning te rechtvaardigen.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.