Uitspraak
[verzoeker]
Stichting Katholieke Universiteit
Radboud Universitair Medisch Centrum
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft de kantonrechter op 30 mei 2017 uitspraak gedaan in een deelgeschil betreffende medische aansprakelijkheid. De verzoekster, die optreedt als beheerder van de nalatenschap van haar overleden echtgenoot, heeft RadboudUMC aansprakelijk gesteld voor onzorgvuldige behandeling tijdens de ziekenhuisopname van haar echtgenoot in maart 2013. De verzoekster heeft een verzoek ingediend om voor recht te verklaren dat RadboudUMC aansprakelijk is voor de door de nalatenschap en door haar geleden schade. RadboudUMC heeft de aansprakelijkheid betwist en aangevoerd dat de zaak niet door de kantonrechter behandeld kan worden vanwege de waarde van de vordering, die mogelijk hoger is dan € 25.000,00.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoekster heeft aangegeven de vordering te willen beperken tot € 25.000,00 en afstand te doen van het meerdere. Hierdoor is de kantonrechter bevoegd om de zaak te behandelen. De rechter heeft vervolgens de feiten en omstandigheden die door de verzoekster zijn aangevoerd, beoordeeld. De kantonrechter concludeert dat de verzoekster onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar claims, met name door het ontbreken van deskundige medische opinies. Hierdoor is het verzoek volstrekt onnodig geacht, wat leidt tot de afwijzing van het verzoek en het niet toekennen van de gevraagde kosten.
De beslissing van de kantonrechter is dat het verzoek wordt afgewezen, en dat er geen plaats is voor begroting van de kosten op basis van artikel 1019aa Rv, omdat het verzoek volstrekt onnodig is ingesteld. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter op de zittingsplaats Nijmegen.