ECLI:NL:RBGEL:2017:4397

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 april 2017
Publicatiedatum
24 augustus 2017
Zaaknummer
05/760118-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair voor huiselijk geweld met voorwaardelijke werkstraf en bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland op 24 april 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 40-jarige militair, die werd beschuldigd van huiselijk geweld tegen zijn levensgezel. De verdachte is veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke werkstraf van 38 uren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en deelname aan een gedragsinterventie. De zaak kwam ter terechtzitting op 10 april 2017, waar de verdachte zich bekend heeft verklaard. De tenlastelegging omvatte meerdere mishandelingen in de periode van 1 november 2015 tot en met 14 oktober 2016, waarbij de verdachte zijn levensgezel heeft geslagen, geschopt en vastgepakt.

De militaire kamer heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de hem ten laste gelegde feiten. De kamer heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte heeft een geschiedenis van psychische problemen en heeft hulp gezocht in de vorm van relatietherapie en schematherapie. De kamer heeft geoordeeld dat een voorwaardelijke werkstraf passend is, met het oog op de bescherming van de samenleving en de kans op rehabilitatie van de verdachte.

De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de militaire kamer heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de werkstraf, waaronder een meldplicht bij de reclassering en deelname aan een gedragsinterventie gericht op het beëindigen van relationeel geweld. De uitspraak benadrukt het belang van behandeling en toezicht om herhaling van geweld te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/760118-16
Datum uitspraak : 24 april 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres]
raadsvrouw: mr. T.S.S. Overes, advocaat te Leiden.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 10 april 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 01 november 2015 tot en met 14 oktober 2016 te Zwolle zijn levensgezel, [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer]
  • met kracht tegen het hoofd en/of lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen en/of
  • met kracht met beide handen en/of met de (onder)arm bij de hals en/of nek vast te pakken en/of te houden en/of
  • aan de haren vast te pakken en/of te houden en/of aan de haren over de grond te slepen en/of te trekken en/of
  • met kracht met (de) (beide) hand(en) in/aan het gezicht en/of de wangen vast te pakken en/of te houden
waardoor die [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft gehad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] p. 3-5;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 7-8;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 april 2017.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
een ofmeer tijdstippen in de periode van 22 april 2016 tot en met
14 juni 2016 te Zwolle zijn levensgezel, [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer]
- met kracht tegen het hoofd en/of lichaam te slaan en/of te stompen en/of te

schoppen en/of te trappen en/of

- met kracht
met beide handen en/ofmet de (onder)arm bij de hals
en/of nek
vast te pakken en
/ofte houden en
/of
- aan de haren vast te pakken en/of te houden en/of aan de haren over de grond

te slepen en/of te trekken en/of

- met kracht met (de) (beide) hand(en)
in/aan het gezicht en/ofde wangen vast
te pakken
en/of te houden
waardoor die [slachtoffer]
letsel heeft bekomen en/ofpijn heeft gehad;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 38 uren, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een gedragsinterventie (GI BORG).
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de strafeis van de officier van justitie.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 17 februari 2017;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 23 maart 2017.
De militaire kamer overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zijn vriendin meerdere keren mishandeld door haar onder andere bij de keel te pakken. Hierdoor heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn vriendin. De militaire kamer neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij in huis en binnen zijn relatie geweld heeft gebruikt terwijl dat juist de plek is waar zijn vriendin zich veilig zou moeten voelen.
De militaire kamer houdt ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Uit het reclasseringsrapport volgt dat bij verdachte sprake is van problemen en instabiliteit op verschillende leefgebieden. Er zijn veel conflicten binnen de relatie tussen verdachte en zijn vriendin waarbij zijn vriendin hem vaak uitdaagt. Daarnaast kan verdachte niet meer als militair bij defensie werken omdat hij niet op uitzending kan. Tot op heden heeft verdachte nog geen ander werk gevonden. Verdachte is gediagnostiseerd met PTTS, een periodieke explosieve stoornis en afhankelijke, narcistische en borderline persoonlijkheidstrekken. Voor zijn problemen heeft verdachte in een vrijwillig kader hulp gezocht. Verdachte heeft relatietherapie gevolgd en gaat nu schematherapie volgen.
Verdachte heeft aangegeven wel nog een relatie te hebben met zijn vriendin. Zijn vriendin woont nu tijdelijk bij haar moeder. Verdachte heeft aangegeven dat het daardoor nu beter gaat tussen hen.
Alles afwegend is de militaire kamer van oordeel dat een werkstraf passend en geboden is. De militaire kamer acht het in belang van verdachte dat hij – met name nu hij nog steeds een relatie heeft met zijn vriendin – een behandeling volgt. Daarnaast acht de militaire kamer het van belang dat verdachte een stok achter de deur heeft om te voorkomen dat hij nogmaals de fout in gaat. De militaire kamer zal deze werkstraf dan ook – conform de eis van de officier van justitie – geheel voorwaardelijk opleggen. Aan deze voorwaardelijke werkstraf zal de militaire kamer de bijzondere voorwaarden verbinden van een meldplicht bij de reclassering en het volgen van een “Borg”-training, zijnde een gedragsinterventie gericht op beëindiging van relationeel geweld. De militaire kamer verbindt hieraan een proeftijd van twee jaar.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 57, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De meervoudige militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
het verrichten van een werkstraf gedurende 38 (achtendertig) uren.
Bepaalt dat deze werkstraf
niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren de navolgende bijzondere voorwaarde niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich op uitnodiging meldt bij Reclassering Nederland (Dobbe 70 74 te Zwolle) en zich blijft melden zo frequent en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht en zich houdt aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
5. zal deelnemen aan de gedragsinterventie GI-BORG (partnergeweld), of soortgelijke gedragsinterventie, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die gedragsinterventie zullen worden gegeven.
Geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
Beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast en stelt deze vervangende hechtenis vast op
19 (negentien) dagen.
De termijn binnen welke de werkstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.
Beveeltovereenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht geheel in mindering wordt gebracht, te weten
2 (twee) uren, zijnde 1 (één) dag hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van Linschoten (voorzitter), mr. P.C. Quak, rechter, en
kolonel mr. H.C.M. Snellen, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. M.G.A. Luijckx, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 april 2017.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam] van de Koninklijke Marechaussee, district Noord-Oost, brigade Drenthe IJsselstreek, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL27ND/16-002974, gesloten op 15 augustus 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.