ECLI:NL:RBGEL:2017:4558
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bijstandsaanvraag en gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 5 september 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een bijstandsaanvraag van verzoekster. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor bijstand op grond van de Participatiewet (Pw) nadat haar eerdere bijstandsverlening was ingetrokken. De gemeente Nijkerk had de aanvraag afgewezen, stellende dat verzoekster een gezamenlijke huishouding voerde met een derde, die gehuwd was, en dat er geen nieuwe feiten waren die recht gaven op bijstand. Tijdens de zitting op 28 augustus 2017 was verzoekster aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de gemeente niet verscheen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente een onjuist toetsingskader had gehanteerd. Volgens de wet kan een ongehuwde die een gezamenlijke huishouding voert met een ander, niet als gehuwd worden aangemerkt als hij niet duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenote. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster zelfstandig recht op bijstand had, omdat de gemeente ten onrechte had aangenomen dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding. De voorzieningenrechter schorste het primaire besluit van de gemeente en kende verzoekster bijstand toe, met terugwerkende kracht tot 3 augustus 2017. Tevens werd de gemeente veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoekster.
De uitspraak benadrukt het belang van een juiste beoordeling van de leefsituatie van betrokkenen bij aanvragen voor bijstand en de noodzaak voor de gemeente om zorgvuldig om te gaan met de toetsingscriteria die in de wet zijn vastgelegd.