Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 september 2017
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
“ De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende kenbaar heeft gemotiveerd waarom het ontbreken van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie niet duurzaam is. Verzekeringsarts Verheijen heeft slechts in algemene zin overwogen dat er bij eiseres ontwikkeling te verwachten is omdat de verstandelijke beperking licht van aard is. Uit deze overweging blijkt in de eerste plaats niet dat hij het stappenplan uit het Compendium heeft gevolgd en welke de conclusies waren bij de afzonderlijke stappen. Uit het stappenplan volgt dat de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen bij het zetten van de derde stap in kaart hadden moeten brengen over welke bekwaamheden eiseres ten tijde van belang beschikte en welke ontwikkeling daarin eventueel te verwachten was. In het bijzonder had verweerder moeten onderbouwen waarom hij van oordeel is dat eiseres in de toekomst kan voldoen aan de vier criteria uit artikel 1 a, eerste lid, van het Schattingsbesluit. Hierbij is van belang dat namens eiseres is aangevoerd dat zij vanwege haar beperkingen blijvend niet beschikt over basale werknemersvaardigheden.
Verder hebben de verzekeringsartsen geen (kenbare) aandacht besteed aan de structurele gedragsproblematiek van eiseres en de vraag of eiseres door deze problematiek, al dan niet in combinatie met haar verstandelijke beperking, mogelijk blijvend niet beschikt over arbeidsmogelijkheden. Daarbij acht de rechtbank in het bijzonder van belang dat uit het dossier blijkt dat eiseres in het verleden werkzaam is geweest waarbij vanwege eiseres’ gedragsproblematiek vaker problemen zijn ontstaan in de samenwerking met anderen. Verder blijkt niet of verweerder de indicatiestelling door het CIZ heeft betrokken bij de voorbereiding van het besluit. Eiseres is aangewezen op hulp en begeleiding bij haar persoonlijke zorg, het regelen van zaken, het invullen van de dag en het uitvoeren van praktische handelingen. Er is sprake van 24 uurs toezicht in eiseres’ nabijheid. Daarnaast is eiseres niet zelf in staat om op relevante momenten hulp in te roepen om ernstig nadeel voor zichzelf te voorkomen. In het dossier is vermeld dat eiseres vaak of continu behoefte heeft aan hulp, toezicht of sturing en dat zij van haar omgeving grote alertheid vraagt vanwege manipulatief en dwangmatig gedrag. De indicatie is voor onbepaalde tijd geldig, omdat eiseres, volgens CIZ, blijvend is aangewezen op deze zorg. Desgevraagd heeft de bewindvoerder tijdens de zitting verklaard dat de situatie van eiseres ernstig is. Eiseres heeft voortdurend problemen in de omgang met anderen. Zij kan niet met spanningen omgaan en zij negeert gesprekspartners. Volgens hem is er geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat eiseres zich in sociaal opzicht verder zal ontwikkelen. Volgens hem zal eiseres altijd intensieve begeleiding nodig hebben en kan zij niet zelfstandig wonen, werken of haar eigen zaken regelen.”
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat aan eiseres met ingang van 8 juni 2016 een uitkering ingevolge hoofdstuk 1a van de Wajong wordt toegekend;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht ad € 46 aan haar vergoedt.