Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
(de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] )een klap heeft gegeven op zijn hoofd en hem op zijn kuit heeft getrapt. [16]
3.Bewezenverklaring
of omstreeks27 april 2016 te Arnhem openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de Ketelstraat,
in elk geval op of aan een openbare weg en/of voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte,in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] (18 jaar oud) en [slachtoffer 2] (14 jaar oud), welk geweld bestond uit:
en/of die [slachtoffer 2]aanlopen en
/of;
/of;
/of;
(met meerdere verdachten tegelijkertijd
)vele malen slaan/stompen in
/op/tegen het gezicht en
/ofop/tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en/of;
/ofhighkick en
/ofknietje geven en
/oftrappen en/of schoppen in/op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] .
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van de straffen
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
werkstrafvan
180 (honderdtachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 (negentig) dagen, alsmede tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) dagen;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald:
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van
€ 5723,24 (vijfduizendzevenhonderddrieëntwintig euro en vierentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijkin zijn vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag
te betalen van € 5723,24 (vijfduizendzevenhonderddrieëntwintig euro en vierentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 63 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 2], van een bedrag van
€ 3367,08 (drieduizenddriehonderdzevenenzestig euro en acht cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige niet-ontvankelijkin zijn vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag
te betalen van € 3367,08 (drieduizenddriehonderdzevenenzestig euro en acht cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 43 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;