Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
4.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten;
verklaartde benadeelde partij [naam 3]
niet-ontvankelijkin haar vordering.
Rechtbank Gelderland
Op 29 september 2017 heeft de Rechtbank Gelderland een 41-jarige vrouw uit Turkije veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar voor het bestelen van een bejaarde vrouw uit Renkum. De vrouw, die als huishoudster en verzorgster voor het slachtoffer werkte, heeft tussen 27 april 2011 en 28 juli 2011 grote bedragen van de bankrekeningen van het slachtoffer gepind en sieraden die zij voor het slachtoffer zou opslaan, niet teruggegeven. De vrouw kreeg een volmacht om geldhandelingen voor het slachtoffer te verrichten, maar maakte misbruik van het vertrouwen door het slachtoffer te isoleren van haar familie en haar financiële middelen te verduisteren. De rechtbank oordeelde dat de vrouw stelselmatig en berekenend handelde, wat leidde tot schokkende strafbare feiten. Haar echtgenoot, die ook werd verdacht van betrokkenheid, werd vrijgesproken omdat niet bewezen kon worden dat hij betrokken was bij de diefstal.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de ernst van de feiten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier maanden geëist, waarvan twee maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank sprak de echtgenoot vrij van alle ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij, vertegenwoordigd door een erfgenaam, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte werd vrijgesproken van alle feiten.