ECLI:NL:RBGEL:2017:5053

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 september 2017
Publicatiedatum
2 oktober 2017
Zaaknummer
05/901151-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een huishoudster voor diefstal en verduistering van een bejaarde vrouw

Op 29 september 2017 heeft de Rechtbank Gelderland een 41-jarige vrouw uit Turkije veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar voor het bestelen van een bejaarde vrouw uit Renkum. De vrouw, die als huishoudster en verzorgster voor het slachtoffer werkte, heeft tussen 27 april 2011 en 28 juli 2011 grote bedragen van de bankrekeningen van het slachtoffer gepind en sieraden die zij voor het slachtoffer zou opslaan, niet teruggegeven. De vrouw kreeg een volmacht om geldhandelingen voor het slachtoffer te verrichten, maar heeft deze volmacht misbruikt door het slachtoffer te isoleren van haar familie en haar financiële middelen te verduisteren. De rechtbank oordeelde dat de vrouw stelselmatig en berekenend heeft gehandeld, wat leidde tot schokkende strafbare feiten. De echtgenoot van de vrouw, die ook werd verdacht van betrokkenheid, is vrijgesproken omdat niet bewezen kon worden dat hij betrokken was bij de diefstal. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de ernst van de feiten. De vrouw is veroordeeld voor verduistering en diefstal, waarbij de rechtbank de straffen heeft gemotiveerd door de lafhartige en schokkende aard van de feiten, vooral gezien de afhankelijkheid van het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/901151-12
Datum uitspraak : 29 september 2017
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 september 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
Primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2011 tot en met 17 augustus 2011, te Arnhem en/of te Westervoort en/of te Duiven en/of te Zutphen en/of te Didam en/of te Enschede, in elk geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (in totaal) 20.717,58 Euro, althans een hoeveelheid geld en/of goederen (waaronder benzine en/of cosmetica-artikelen en/of boodschappen en/of cosmetica-artikelen en/of kleding), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), waarbij verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (pinpas met pincode);
Subsidiair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2011 tot en met 17 augustus 2011, te Arnhem en/of te Westervoort en/of te Duiven en/of te Zutphen en/of te Enschede en/of te Hengelo, althans (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (in totaal) 20.717,58 Euro, in elk geval (telkens) een hoeveelheid geld, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of haar mededader(s) uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking van/als huishoudelijke hulp, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
Primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 juni 2011 tot en met 02 juli 2011, te Arnhem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (in totaal) 114.650 Euro, in elk geval (telkens) een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), waarbij verdachte en/of haar mededader(s) het weg te nemen geld(eren) (telkens) onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (pinpas met pincode);
Subsidiair
zij op een of meer tijdstip(pen) in/of omstreeks de periode van 17 juni 2011 tot en met 02 juli 2011, te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een geldbedrag van € 114.650,-, in elk geval een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededaders, welk geldbedrag verdachten en/of haar mededaders, uit hoofde van haar dienstbetrekking als huishoudelijke hulp en als gevolmachtigde, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederechtelijk zich heeft toegeëigend;
Meer subsidiair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2011 tot en met 02 juli 2017, te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) 114.650 Euro, immers heeft/hebben verdachte's mededader en/of verdachte:
 zich voorgedaan als bonafide verzorgster en/of hulpverleenster en/of;
 het vertrouwen van die [slachtoffer] , die ziek en/of hulpbehoevend en/of afhankelijk was van verzorging, gewonnen en/of;
 via de notaris [naam 1] , een algemene volmacht verkregen van voornoemde [slachtoffer] om de (financiële) zaken te behartigen en/of
 er voor gezorgd dat ze/men de bankpas en/of pincode van voornoemde [slachtoffer] kreeg en/of kon gebruiken en/of;
 een extra bankpas heeft aangevraagd en/of;
 de limiet voor contante geldopnames -per volmacht- verhoogd naar 10.000 Euro en/of;
 de verkoop van een woning aan de [adres 2] goedgekeurd en/of geregeld en/of contact gehad met de makelaar en/of;
 het (ver)koopcontact van de woning, als gevolgmachtige, getekend en/of;
 nadat het geld, te weteen 114,649,99 Euro, op de rekening van die [slachtoffer] was gestort, -in gedeeltes- het geld van de rekening van die [slachtoffer] gehaald;
3.
Primair
zij in of omstreeks de periode van 15 april 2011 tot en met 29 september 2011, te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk meubels en/of sieraden en/of kleding, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of haar mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als beheerder van de goederen van die [slachtoffer] , onder zich had(den),
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Subsidiair
zij in of omstreeks de periode van 15 april 2011 tot en met 29 september 2011, te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen meubels en/of kleding en/of sieraden, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
Meer Subsidiair
zij in of omstreeks de periode van 15 april 2011 tot en met 29 september 2011, te Arnhem, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk meubels en/of sieraden en/of kleding, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft weggemaakt door die goederen, zonder medeweten en/of toestemming van die [slachtoffer] onder te brengen in een opslagruimte bij [naam 2] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 subsidiair, onder 2 primair en onder 3 primair ten laste gelegde feiten.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 2
Aangeefster heeft verklaard dat zij in april 2011 ziek is geworden en dat zij toen naar het ziekenhuis is gebracht om medisch behandeld te worden. Op 14 april 2011 heeft zij op verzoek van verdachte een algemene volmacht verstrekt aan verdachte, die op dat moment zo’n drie jaar huishoudelijke werkzaamheden voor haar verrichtte. De bedoeling was dat verdachte geld voor aangeefster zou opnemen als dat nodig was. Verdachte heeft toen bij de ING Bank een pasje aangevraagd om daarmee geldhandelingen te kunnen verrichten. Daarna is het huis van aangeefster verkocht zonder dat zij dit wist. [2] De opbrengst van de verkoop is op 17 juni 2011 door notariskantoor [naam 3] overgeschreven naar ABN AMRO bankrekeningnummer [x] . Die dag is in Zevenaar meteen € 10.000,- opgenomen van die rekening, net als de 8 dagen daarna in Arnhem. Vanaf 26 juni 2011 werden er lagere bedragen opgenomen van die rekening, ook in Arnhem. Uit navraag bij ABN AMRO blijkt dat op aanvraag (zelfs telefonisch) dergelijke bedragen opgenomen kunnen worden. Aangeefster vermoedt dat verdachte de geldbedragen heeft opgenomen. Aangeefster had eerder twee bankrekeningen bij de ABN AMRO laten opheffen en geen bankpas van de ABN AMRO. Aangeefster heeft verdachte geen toestemming gegeven zich te mengen in de verkoop van de woning. In totaal is er € 114.650,- opgenomen van die rekening. Aangeefster heeft geprobeerd contact met verdachte op te nemen. Vanaf ongeveer 19 augustus 2011 is dit echter niet meer gelukt, verdachte reageerde niet meer op de berichten van aangeefster. Aangeefster heeft toen via de Kamer van Koophandel ontdekt dat het bedrijf van verdachte niet langer stond ingeschreven en dat verdachte zich op 21 mei 2011 in Nederland had uitgeschreven. Verdachte had een adres in Turkije opgegeven. [3]
Getuige [naam 4] heeft verklaard dat verdachte telefonisch akkoord heeft gegeven voor de verkoop van het huis van aangeefster. Volgens [naam 4] lag aangeefster op dat moment in het ziekenhuis. Verdachte heeft volgens [naam 4] verklaard dat aangeefster akkoord was gegaan met het eindvoorstel van de kopers. De koopovereenkomst werd door verdachte getekend op 18 april 2011. Tussen 14 april 2011 en 18 april 2011 is een notariële volmacht van aangeefster ten gunste van verdachte bij het makelaarskantoor afgegeven. [4]
In het dossier bevinden zich een opdracht tot verkoop van het huis, een koopakte, een daarbij behorende ontvangstbevestiging en een notariële leveringsakte. Uit de leveringsakte blijkt dat verdachte op basis van een volmacht heeft opgetreden namens aangeefster. De koopakte en daarbij behorende ontvangstbevestiging zijn door verdachte ondertekend. [5]
Tijdens haar derde verhoor heeft aangeefster verklaard dat zij ABN AMRO bankrekeningnummer [x] niet heeft aangevraagd, dat zij geen pasje van die rekening had en dat zij ook geen afschriften van die rekening heeft gezien. [6]
In een proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 november 2012 staat beschreven dat de ABN AMRO een formulier ter beschikking heeft gesteld waaruit opgemaakt kan worden dat er een verzoek werd gedaan tot verhoging van de paslimiet behorende bankrekeningnummer [x] . Op dit formulier, waarop als faxdatum 24 juni 2011 staat geprint, staat als kantooradres vermeld: “ [adres 3] ”. Handmatig is daarop geschreven: “paslimiet naar 10.000,-“. Op dit formulier bevindt zich ook een kopie van het Nederlandse paspoort ten name van verdachte. [7]
Bij bestudering van de opdracht tot verkoop, de koopakte, de daarbij behorende ontvangstbevestiging en het paspoort van verdachte, is de rechtbank gebleken dat de handtekening op het formulier waarop verhoging van de paslimiet is gevraagd, zeer grote overeenkomst vertoont met de handtekening van verdachte.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat het verdachte moet zijn geweest die ABN AMRO bankrekeningnummer [x] heeft aangevraagd. Aangeefster heeft deze rekening immers niet aangevraagd en was niet op de hoogte van de verkoop van het huis, terwijl de opbrengst van de verkoop op dit rekeningnummer is gestort. Verdachte was bovendien betrokken bij de daadwerkelijke verkoop van het huis, zo blijkt uit haar handtekeningen op de verschillende documenten. Dat dit bankrekeningnummer door de koper, de makelaar dan wel de notaris is aangevraagd en opgegeven als bankrekeningnummer waarop de opbrengst van de verkoop moest worden overgeboekt, acht de rechtbank niet aannemelijk. De rechtbank komt verder tot de conclusie dat het verdachte is geweest die verhoging van de paslimiet heeft aangevraagd, alsmede dat het verdachte is geweest die de rekening heeft leeg gepind.
Dat zij dit gedaan heeft met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de omstandigheden dat zij aangeefster niet heeft ingelicht over de verkoop van het huis, dat zij niet meer reageerde op de berichten van aangeefster en dat zij naar Turkije is vertrokken, buiten het bereik van aangeefster.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte zich in de periode 17 juli 2011 tot en met 2 juli 2011 schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 primair ten laste gelegde.
Ten aanzien van feit 1
Aangeefster heeft tevens verklaard dat verdachte geld heeft opgenomen van ING-rekening [xx] . Van die rekening had verdachte een pas. Volgens aangeefster is er ongeveer € 22.000,- afgeschreven, terwijl aangeefster dit bedrag niet heeft opgenomen of gebruikt. [8] Aangeefster heeft verklaard dat als verdachte geld voor haar pinde, dit meestal € 1000,- was. Meestal werd er eenmaal per maand zo’n bedrag door verdachte voor aangeefster opgenomen.
Daarnaast heeft aangeefster verklaard dat zij, nadat zij het ziekenhuis mocht verlaten, naar het verzorgingstehuis in Didam is gedaan. Voordat zij naar het ziekenhuis ging ontving zij nog post, daarna niet meer. [9]
Op de bankafschriften van ING rekening [xx] is te zien dat in de periode 27 april 2011 tot en met 28 juli 2011 betalingen zijn verricht onder andere bij tankstations, Turkiyem Supermarket, Coolcat, McDonalds en Bart Smit. Betalingen zijn verricht in onder andere Westervoort, Arnhem, Duiven, Zutphen, Hengelo, Apeldoorn en Enschede. Er zijn incasso’s verricht door Telfort en KPN en er zijn geldopnames gedaan in Westervoort, Arnhem, Renkum en Hengelo. Op 27 en 28 april 2011 werd er in totaal € 2000,- opgenomen, op 2 mei 2011 € 1500,-, op 9 en 10 mei 2011 in totaal € 1800,-, op 16 en 17 mei in totaal € 2000,-, op 20 en 21 mei 2011 in totaal € 2000,-, op 16 en 17 juni 2011 in totaal € 1570,- en op 23 en 24 juni 2011 in totaal € 1690,-. [10]
Uit de zich in het dossier bevindende factuur van KPN blijkt dat een telefoonaansluiting met nummer [nummer] op naam van aangeefster staat. Met dit nummer is op 19 tot en met 21 augustus diverse keren gebeld met nummers in Duitsland en Turkije. [11] Het netnummer 026 wijst niet op Didam, waar aangeefster verbleef nadat zij uit het ziekenhuis was ontslagen. Het netnummer wijst wel op o.a. Westervoort, de plaats waar verdachte op dat moment woonde. [12]
Uit een email van een aangetrouwde nicht van aangeefster, mevrouw [naam 5] , blijkt dat er een Telfort abonnement is afgesloten op naam van aangeefster zonder toestemming van aangeefster. [13]
Gelet op het feit dat aangeefster in april 2011 in het ziekenhuis terecht is gekomen en daarna naar een verzorgingstehuis in Didam is gegaan, kan vanuit aangeefster geen logische verklaring worden gegeven voor diverse pinbetalingen vanaf rekeningnummer [xx] . Het opnamepatroon komt ook niet overeen met de afspraken die aangeefster met verdachte heeft gemaakt. Daarvoor zitten de verschillende opnames te kort op elkaar en hebben zij betrekking op te grote bedragen om te kunnen passen in het uitgavepatroon van aangeefster. Nu verdachte als enige andere de beschikking had over een betaalpas van die geldrekening, gaat de rechtbank er vanuit dat het verdachte is geweest die hier onrechtmatige betalingen en opnames heeft gedaan. Dat verdachte hierbij het oogmerk had van wederrechtelijke toeëigening volgt naar het oordeel van de rechtbank uit dezelfde omstandigheden als hiervoor genoemd bij de beoordeling van feit 2. Het gaat hier niet om betalingen en opnames die verdachte in opdracht van aangeefster en met goedkeuring van aangeefster heeft gedaan, zodat bewezen kan worden dat verdachte een hoeveelheid geld van aangeefster heeft gestolen met gebruikmaking van een pinpas met pincode.
Ten aanzien van feit 3
Aangeefster heeft verklaard dat zij verdachte had gevraagd om alle spullen (meubels, linnen, sieraden, kleding) uit haar huis te halen in verband met de verkoop van haar huis. Verdachte heeft toen alle spullen ondergebracht in een gehuurde box. Volgens aangeefster wilde verdachte haar niet vertellen waar die gehuurde ruimte zich bevond. Aangeefster heeft geen spullen van verdachte teruggekregen. [14]
Op 24 mei 2011 heeft medeverdachte [naam 6] , de echtgenoot van verdachte, opslagruimte 3089 gehuurd bij [naam 2] te Arnhem. [15] Tevens is een overzicht bijgevoegd waaruit blijkt dat de opslagruimte tussen 24 mei 2011 en 19 juni 2011 diverse malen betreden is. [16] Op een ING rekeningafschrift van rekeningnummer [xx] is te zien dat op 24 mei 2011 in totaal € 843,10 is betaald aan [naam 2] Arnhem.
Mevrouw [naam 5] heeft verklaard dat de sieraden op ruim € 22.000,- waren getaxeerd door de verzekering. Ook had de verzekering een bedrag van € 10.299,- uitgekeerd voor de ontvreemde sieraden. [17] Mevrouw [naam 7] heeft verklaard dat zij aan de hand van de rekeningafschriften van rekeningnummer [xx] contact heeft opgenomen met [naam 2] Arnhem. [naam 2] kon op dat moment geen contact meer krijgen met verdachte of medeverdachte [naam 6] .
Nadat [naam 2] de van [naam 7] ontvangen foto’s van de inboedel had vergeleken met de inboedel in de opslagruimte, is op 29 september 2011 de opslagruimte geopend en konden de spullen van aangeefster meegenomen worden. [18]
Gelet op de aangifte van aangeefster, de uitkering door de verzekering en de verklaring van [naam 7] gaat de rechtbank er vanuit dat de sieraden niet aan aangeefster zijn teruggeven. Verdachte heeft de sieraden in eerste instantie rechtmatig onder zich gehad. Ze had immers de opdracht het huis leeg te halen. Door de sieraden van aangeefster vervolgens niet aan haar terug te geven, heeft zij zich de sieraden wederrechtelijk toegeëigend. Dat dit met opzet is gebeurd, volgt uit de hele gang van zaken. Verdachte is vertrokken zonder nog iets van zich te laten horen.
De rechtbank acht ook het onder 3 primair ten laste gelegde bewezen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
Primair
zij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 27 april 2011 tot en met 28 juli 2011, te Arnhem en
/ofte Westervoort en
/ofte Duiven en
/ofte Zutphen en
/ofte Didam en
/ofte Enschede,
in elk geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
(in totaal) 20.717,58 Euro, althanseen hoeveelheid geld
en/of goederen (waaronder benzine en/of cosmetica-artikelen en/of boodschappen en/of cosmetica-artikelen en/of kleding), geheel
of ten deletoebehorende aan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), waarbij verdachte
en/of haar mededader(s)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft
/hebbenverschaft en
/of de/het weg te nemen
goed
(eren), zijnde een hoeveelheid geld, onder haar
/hunbereik heeft
/hebbengebracht door middel van een valse sleutel (pinpas met pincode);
2.
Primair
zij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 17 juni 2011 tot en met
2 juli 2011, te Arnhem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens
)met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
(in totaal
)114.650 Euro,
in elk geval (telkens) een hoeveelheid geld,geheel
of ten deletoebehorende aan [slachtoffer] ,
in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),waarbij verdachte
en/of haar mededader(s)het weg te nemen geld
(eren) (telkens
)onder haar
/hunbereik heeft
/hebbengebracht door middel van een valse sleutel (pinpas met pincode);
3.
Primair
zij in
of omstreeksde periode van 15 april 2011 tot en met 29 september 2011, te Arnhem, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk
meubels en/ofsieraden
en/of kleding, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel
of ten deletoebehorende aan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),welk
(e
)goed
(eren
)verdachte
en/of haar mededader(s)anders dan door misdrijf, te weten als beheerder van de goederen van die [slachtoffer] , onder zich had
(den),
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
Verduistering gepleegd door haar die het goed uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking als huishoudelijke hulp onder zich heeft.
Ten aanzien van feit 2 primair:
Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Ten aanzien van feit 3 primair:
Verduistering gepleegd door haar die de goederen uit hoofde van haar positie als beheerder van de goederen onder zich heeft.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair, onder 2 primair en onder 3 primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarde het terugbetalen van de geleden vermogensschade aan aangeefster.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 8 augustus 2017.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (onder andere) diefstal van de bezittingen van een bejaarde vrouw. Aangeefster was 82 jaar oud, alleenstaand, zonder directe familie in de buurt en afhankelijk van de zorg van verdachte. Verdachte heeft de slechte gezondheidssituatie van aangeefster gebruikt om een algemene volmacht te verkrijgen. Zij heeft aangeefster geïsoleerd door geen post te verstrekken, contacten met de familie van aangeefster af te houden en aangeefster onder te brengen in een ander verzorgingshuis dan aangeefster wilde. De aangetrouwde nicht van aangeefster heeft verklaard dat zij navraag heeft gedaan bij bijna alle ziekenhuizen en verzorgingshuizen in de buurt van Arnhem. Uiteindelijk is het gelukt om aangeefster te vinden in Didam. Verdachte heeft in de tussentijd stelselmatig en berekend aangeefster van haar vermogen beroofd en is vervolgens met de noorderzon vertrokken. Toen verdachte eindelijk getraceerd kon worden in België en zij door de politie aldaar was uitgenodigd een verklaring af te leggen, is zij spoorslags vertrokken naar Turkije. Aangeefster is in 2012 overleden in de wetenschap dat zij bedrogen is door haar hulp die zij door en door vertrouwde. Hetgeen verdachte heeft gedaan is bijzonder lafhartig en schokkend. Ondanks de omstandigheid dat de feiten zich hebben voorgedaan in 2011 vindt de rechtbank dan ook een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats.
De rechtbank ziet geen meerwaarde in een deels voorwaardelijke straf zoals door de officier van justitie is geëist, ook omdat deze naar haar oordeel niet effectief zal kunnen zijn, de duur van dat voorwaardelijke deel afgezet tegen het te vergoeden bedrag.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
[naam 7] heeft zich namens de erfgenamen van aangeefster als benadeelde partij in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 135.367,58.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, nu aangeefster niet ten gevolge van de bewezen verklaarde strafbare feiten is overleden. Dit volgt uit artikel 51f, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Beoordeling door de rechtbank
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu het slachtoffer niet ten gevolge van de strafbare feiten is overleden. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 57, 311 en 321 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 7] .
 verklaart de
benadeelde partij [naam 7] niet-ontvankelijkin haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Leemreize (voorzitter), mr. J.M. Hamaker en mr. J.H.D. van Onna, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Bril, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 september 2017.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost Nederland, districtsrecherche Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek 07WDR14033 Kol, gesloten op 15 juli 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 31 t/m 37.
3.Proces-verbaal van aangifte met bijlage, p. 31 t/m 41; een uitdraai van betalingsverkeer van en naar het ABN AMRO rekeningnummer [x] , p. 43 t/m 46.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 59 t/m 61.
5.Bijlagen bij rechtshulpverzoek aan België, p. 105 t/m 122.
6.Proces-verbaal nader verhoor aangeefster, p. 53.
7.Proces-verbaal van bevindingen met bijlage, p. 62 en 63
8.Proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 47 en 48.
9.Proces-verbaal nader verhoor aangeefster, p. 55.
10.Diverse afschriften met betrekking tot ING rekeningnummer [xx] , p. 132 t/m 151
11.Factuur, p. 159 en 159.
13.Proces-verbaal bevindingen ontvangst email, p. 88.
14.Proces-verbaal van aangifte, p. 32 en 33.
15.Huurovereenkomst, p. 79 t/m 84.
16.Overzicht Unit Activity by number 3089, p. 77.
17.Proces-verbaal nader verhoor aangeefster, p. 54, 56 en 67.
18.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 73.