Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- 6 november 2012: aanvraag [verdachte 1] voor een offerte van [naam 3] voor een MJOP en asbestinventarisatie;
- In de periode van 6 tot en met 13 november 2012: [medeverdachte 1] neemt kennis van het gat in het plafond van het projectmagazijn;
- 20 november 2012: [verdachte 1] geeft opdracht aan [naam 3] tot het opstellen van een MJOP en een asbestinventarisatie;
- 18 december 2012: in opdracht van [naam 3] voert [naam 5] een asbestinventarisatie type A uit;
- 10 januari 2013: [naam 5] stuurt het asbestinventarisatierapport naar [naam 3] ;
- 23 januari 2013: [naam 3] stuurt het asbestinventarisatierapport en het MJOP naar [medeverdachte 1] ;
- 15 februari 2013: [medeverdachte 1] overweegt dat er drie ruimten zijn, waar hij wat mee moet doen;
- 23 mei 2013: Begin asbestsanering door [naam 7] ;
- 29 mei 2013: Inspectie door ACMAA en vrijgave van de locaties magazijn keuken en projectmagazijn;
- 3 juni 2013: Inspectie door ACMAA en vrijgave van onder meer de locatie halletje en toilet hostel;
- 12 juni 2013: [naam 8] , toezichthouder van de gemeente Lochem, gaat op controle op het adres [adres 2] Lochem;
- 13 juni 2013: [naam 9] , arbeidsinspecteur bij Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid controleert de ruimten en besluit tot afsluiting van het gebouw;
- 17 juni 2013: NEN 2991 besmettingsonderzoek door [naam 10] (hierna te noemen: [naam 10] );
- 4 juli 2013: Voorlopige maatregel Openbaar Ministerie. Politie sluit hoofdgebouw af;
- 5 augustus 2013: Asbestinventarisatie type A door [naam 11] (hierna te noemen : [naam 11] ) met betrekking tot de Ford Transit, waarmee materiaal uit een magazijn is vervoerd;
- 7 augustus 2013: Inventarisatie vermoedelijke asbestbronnen door [naam 12] (hierna te noemen: [naam 12] ) (rapport 30 augustus 2013);
- 15 augustus 2013: Asbestinventarisatie type A door [naam 11] met betrekking tot een (woon)paviljoen op de [adres 2] te Lochem;
- 21 augustus 2013: Asbestinventarisatie type A door [naam 11] met betrekking tot twee zeecontainers op het terrein, waarin goederen zijn opgeslagen;
- 17 september 2013: Beoordeling door [naam 13] van eerder opgemaakte rapporten;
- 17 oktober 2013: Besmettingsonderzoek door [naam 11] met betrekking tot de theorielokalen, sport, werkplaats en opslag;
- 26 maart 2014: Asbestinventarisatierapport type A door [naam 11] met betrekking tot twee kruipruimten onder het gebouw [naam 6] .
kunnen wordenblootgesteld. Naar het oordeel van de rechtbank is hiervoor voldoende dat sprake is van een redelijk vermoeden van een gevaarzetting. Dat betekent in dit geval dat indien een inventariseerder vaststelt dat in een ruimte vermoedelijk sprake is van een asbestbesmetting, die ruimte volgens de Arbeidsomstandighedenwetgeving behandeld dient te worden als ‘een met asbest besmette ruimte’, terwijl er mogelijk nog geen sprake is van een overtreding van artikel 173a Sr. Of achteraf bezien ook daadwerkelijk sprake was van een asbestbesmetting, doet op dat moment dus niet ter zake om een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwetgeving vast te stellen. Het gaat immers om bescherming van werknemers tegen mogelijke gezondheidsrisico’s. Een beoordeling achteraf zou de ratio achter de Arbeidsomstandighedenwetgeving doen vervallen. Dit maakt dat de rechtbank van oordeel is dat waar in het tenlastegelegde feit wordt gesproken van ‘met asbest besmette ruimten’ dit gelezen dient te worden vanuit de ratio van de Arbeidsomstandighedenwetgeving.
3.Bewezenverklaring
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 13 november 2012 tot en met 23 mei 2013, in de gemeente Lochem, als werkgever in de zin van artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk handelingen heeft
/hebbenverricht en/of nagelaten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet of de daarop berustende bepalingen, immers heeft
/hebben zijverdachte
en/of haar mededader(s), toen daar in het projectmagazijn en
/ofkeukenmagazijn
en/of halletje en toilet hostel, gelegen in het hoofdgebouw “ [naam 6] ”, gelegen aan of nabij de [adres 2] te Lochem, zijnde een arbeidsplaats als bedoeld in artikel 1, derde lid onder g van de Arbeidsomstandighedenwet, door
een of meer vanhaar werknemer
(s
)in de zin van artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet, te weten
[medeverdachte 2] en/of[getuige 1] en/of [getuige 2] , arbeid doen en/of laten verrichten, bestaande uit het leegruimen van het met asbest besmette projectmagazijn en/of keukenmagazijn
en/of halletje en toilet hostel, terwijl niet was/werd voldaan aan
en/of verdachtes mededader(s)niet gezorgd voor een doeltreffende bescherming van de gezondheid en veiligheid van de hiervoor bedoelde werknemer
(s
)die werden of konden worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen (te weten asbest en/of asbesthoudende producten)
wist ofredelijkerwijs moest weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van een of meer werknemers
ontstond ofte verwachten was.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
- [naam 19] (feit 1);
- [naam 20] (feit 1);
- [naam 21] (feit 1);
- [getuige 1] (feit 2);
- [getuige 2] (feit 2).
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
- 23, 24, 24c, 51 en 91 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1, 2 en 6 van de Wet op de Economische Delicten;
- 32 van de Arbeidsomstandighedenwet;
- 4.1b van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
10.De beslissing
geldboetevan
€ 8.000,- (achtduizend euro);
benadeelde partijen [naam 19] , [naam 20] , [naam 21] , [getuige 1]en
[getuige 2] niet-ontvankelijkin hun vorderingen.