“ Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
(…)
b. graf: een daartoe aangewezen gedeelte op een gemeentelijke begraafplaats waar
één of twee grafruimten aanwezig zijn;
c. grafruimte: een ruimte in een graf bestemd en geschikt tot:
- het begraven en begraven houden van één lijk of één asbus met of zonder urn;
- het verstrooien van de as van één overledene;
d. particuliere grafruimte: een grafruimte of (een gedeelte van) een grafkelder, waarvoor voor (on)bepaalde tijd aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om één stoffelijk overschot of asbus of urn in onder te brengen of as te verstrooien van één overledene.
(…)
m. onderhoudsrecht: het bedrag dat wordt geheven als deel in de kosten van het dagelijks onderhoud van de gehele begraafplaats, inclusief de graven, urnennissen en grafbedekking.
(…)
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van rechten of diensten in verband met de begraafplaatsen.
(…)
Artikel 5 Grondslag van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de grondslagen en de tarieven zoals opgenomen in de tarieventabel die bij deze verordening hoort.”