Uitspraak
Presikhaaf Bedrijven
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 16 oktober 2017 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen zijn werkgever, Presikhaaf Bedrijven. [verzoeker] verzocht om vernietiging van zijn ontslag op staande voet, dat op 7 juli 2017 door Presikhaaf was gegeven. De reden voor het ontslag was een vermeende diefstal van planten uit de winkel van Intratuin Arnhem, waar [verzoeker] werkzaam was. Tijdens de zitting werd duidelijk dat [verzoeker] leed aan een ernstige psychische aandoening, wat hij ook in een e-mail aan zijn leidinggevende had aangegeven. De kantonrechter oordeelde dat de omstandigheden van [verzoeker], waaronder zijn psychische toestand, onvoldoende waren onderzocht door Presikhaaf voordat het ontslag werd gegeven. De kantonrechter concludeerde dat er geen dringende reden was voor het ontslag en dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was opgezegd. Het verzoek van [verzoeker] om het ontslag te vernietigen werd toegewezen, en Presikhaaf werd veroordeeld tot betaling van het salaris van [verzoeker] vanaf de datum van ontslag, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. Tevens werd Presikhaaf veroordeeld in de proceskosten van [verzoeker].