Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeks01 februari 2016 te Arnhem opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een deur van een woning gelegen aan [adres 2] ,
althans met een brandbare stoften gevolge waarvan die voordeur
geheel ofgedeeltelijk is verbrand,
in elk geval brand is ontstaan,en daarvan gemeen gevaar voor die voordeur en
/ofandere goederen,
in elk geval gemeen gevaar voor goederenen
/oflevensgevaar voor [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] , in elk geval
levensgevaar voor een ander of anderen en/ofgevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] ,
in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderente duchten was;
of omstreeks01 februari 2016 te Arnhem ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk brand te stichten in een woning gelegen aan [adres 3] , met dat opzet een steen door een ruit van die woning heeft gegooid en
/of (vervolgens een zogenaamde
)brandende molotov-cocktail door die kapotte ruit heeft gegooid en daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks01 februari 2016 te Arnhem opzettelijk en wederrechtelijk de hierna te noemen goederen,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan de hierna genoemde eigenaars/benadeelden,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,heeft vernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, te weten:
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 5] (BVHnr: 2016052985),
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 6] (BVHnr: 2016053892),
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 7] (BVHnr: 2016053950),
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 8] (BVHnr: 2016054538),
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 9] (BVHnr: 2016055915),
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 4] (BVHnr: 2016056386) en/of
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 10] (BVHnr: 2016057554).
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
- [slachtoffer 6] , voor een bedrag van € 1.224,56 aan materiële schade;
- [slachtoffer 7] , voor een bedrag van € 356,71 aan materiële schade en een bedrag van
- [benadeelde] , voor een bedrag van € 300,- aan materiële schade;
- [slachtoffer 4] , voor een bedrag van € 1.817,21 aan materiële schade.
Wat betreft de immateriële schade moet de vordering als zijnde ongegrond worden afgewezen. Deze schade valt niet onder het bereik van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek.
7. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 08/153450-14
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
niet strafbaar;
ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging.
De beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 6], van een bedrag van
€ 1.224,56(duizend tweehonderdvierentwintig euro en zesenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 7], van een bedrag van
€ 356,71(driehonderdzesenvijftig euro en éénenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
wijst afhet meer of anders gevorderde door benadeelde partij [slachtoffer 7] ;
wijst afde vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 300,-, ingediend door de benadeelde partij
[benadeelde];
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 4], van een bedrag van
€ 1.817,21(duizend achthonderdzeventien euro en éénentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 08/153450-14
wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 13 april 2017, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter te Zwolle van 29 januari 2015 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.