ECLI:NL:RBGEL:2017:6320
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om kennisgeving bijwerking in de Basisregistratie Kadaster en de toepassing van dwangsomregeling
In deze zaak heeft eiser op 29 januari 2017 aan verweerder, de bewaarder van het kadaster, verzocht om kennisgevingen van bijschrijvingen in de Basisregistratie Kadaster (BRK). Eiser heeft op 26 maart 2017 verzocht om binnen twee weken op zijn aanvraag te beslissen. Verweerder heeft op 13 april 2017 de kennisgevingen verzonden, maar eiser heeft op 18 april 2017 verzocht om vaststelling van een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen. Het primaire besluit van 17 mei 2017, waarin verweerder dit weigerde, werd op 8 juni 2017 in het bestreden besluit ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank Gelderland heeft op 31 oktober 2017 de zaak behandeld. Eiser is niet verschenen, maar verweerder was vertegenwoordigd door mr. M.I. Mollee-ten Hoor. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op 1 en 2 november 2016 twee akten van levering heeft ingeschreven, maar eiser heeft geen kennisgevingen ontvangen omdat verweerder niet over zijn juiste adres beschikte. De rechtbank oordeelt dat de kennisgevingen als besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moeten worden aangemerkt, en dat de dwangsomregeling van toepassing is.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, herroept het primaire besluit en stelt de dwangsom vast op € 160. Tevens wordt bepaald dat verweerder het griffierecht aan eiser vergoedt. De rechtbank concludeert dat artikel 10:3, derde lid, van de Awb niet van toepassing is, omdat zowel het primaire als het bestreden besluit door het bestuursorgaan zelf zijn genomen. De uitspraak is gedaan door mr. D.J. Post, rechter, en is openbaar uitgesproken.