ECLI:NL:RBGEL:2017:6444
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging arbeidsovereenkomst en aanzegvergoeding in arbeidsrechtelijke geschil
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 26 september 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster en haar werkgever, HT Koeriers B.V. Verzoekster, die als chauffeur in dienst was, had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die eindigde op 31 mei 2017. Tijdens een gesprek op 22 mei 2017 had de werkgever aangegeven de arbeidsovereenkomst te willen verlengen, maar verzoekster wilde vakantie opnemen. Na 1 juni 2017 heeft verzoekster haar werkzaamheden voortgezet, maar werd zij op 14 juni 2017 arbeidsongeschikt. De werkgever bood haar een nulurencontract aan, wat verzoekster niet heeft ondertekend. In een brief van 20 juli 2017 heeft de werkgever medegedeeld dat er geen aanzegging had plaatsgevonden en dat de loonbetalingen zouden doorgaan.
Verzoekster heeft de kantonrechter verzocht om een aanzegvergoeding van € 1.202,72 en een verklaring dat de arbeidsovereenkomst was verlengd tot 1 december 2017. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege was verlengd, omdat de werkzaamheden na 1 juni 2017 waren voortgezet. Hierdoor was er geen grond voor het toekennen van een aanzegvergoeding. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat verzoekster geen belang meer had bij een verklaring voor recht, aangezien beide partijen erkenden dat de arbeidsovereenkomst was verlengd. Uiteindelijk heeft de kantonrechter alle verzoeken van verzoekster afgewezen en bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.