ECLI:NL:RBGEL:2017:6564

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 december 2017
Publicatiedatum
19 december 2017
Zaaknummer
C/05/318066 / HZ ZA 17-171
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Regresprocedure verzekeraar inzake aansprakelijkheid derde en deskundigenrapport voor schadevaststelling

In deze zaak vordert Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. regres van Schipper Farm Tech B.V. voor schade die is ontstaan door een brand tijdens onderhoudswerkzaamheden aan een voerinstallatie. De brand vond plaats op 20 april 2011, waarbij een werknemer van Schipper Farm Tech slijpwerkzaamheden uitvoerde. Delta Lloyd heeft een schadevergoeding van € 78.870,46 betaald aan haar verzekerde, maatschap Scholten, en stelt dat de brand is ontstaan door onzorgvuldig handelen van de werknemer van Schipper Farm Tech. De aansprakelijkheidsverzekeraar van Schipper Farm Tech, ASR, betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de brand mogelijk is ontstaan door een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De rechtbank heeft de feiten en het verweer van beide partijen in overweging genomen, inclusief de verklaringen van de betrokkenen en deskundigenrapporten. De rechtbank concludeert dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de brand is ontstaan door de slijpwerkzaamheden, maar dat de omvang van de schade nog niet voldoende is onderbouwd. Daarom wordt een deskundigenrapport gelast om de schade te berekenen en de vraag te beantwoorden welke schadeposten in de berekening moeten worden betrokken. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/318066 / HZ ZA 17-171
Vonnis van 20 december 2017
in de zaak van
de naamloze vennootschap
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. S. de Zwart te Zwolle,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHIPPER FARM TECH B.V.,
gevestigd te Putten,
gedaagde,
advocaat mr. E.J.A.A. van Dal te Arnhem.
Partijen zullen hierna Delta Lloyd en Schipper Farm Tech genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 19 juli 2017
  • het proces-verbaal van comparitie van 27 november 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Maatschap Scholten, gevestigd aan de Lepelaarweg 17 (3897 LB) te Zeewolde, heeft een brandverzekering afgesloten bij Delta Lloyd.
2.2.
Op 20 april 2011 heeft Schipper Farm Tech, toen handelend onder de naam Garage- en Landbouwmechanisatiebedrijf Gebr. Schipper B.V., in opdracht van maatschap Scholten onderhoudswerkzaamheden verricht aan een voerinstallatie op het adres van verzekerde. De heer [naam werknemer] , werknemer van Schipper Farm Tech, heeft slijpwerkzaamheden aan de voorzijde van een kapschuur uitgevoerd. Tijdens de slijpwerkzaamheden is in een strobaal brand ontstaan, die zich naar de kapschuur heeft uitgebreid.
2.3.
Delta Lloyd heeft ‘Rapport van onderzoeksresultaat’ d.d. 8 november 2011 ter zake van de brandschade opgesteld en een schadebedrag van € 78.870,46 betaald.
2.4.
Bij brief van 10 november 2011 heeft Delta Lloyd Schipper Farm Tech aansprakelijk gesteld, omdat de brand is ontstaan door slijpwerkzaamheden door een medewerker van Schipper Farm Tech in de nabijheid van een strobunker. Op basis van dagwaarde wordt een bedrag van € 66.523,46 exclusief btw gevorderd.
2.5.
Bij brief van 4 januari 2012 heeft de aansprakelijkheidsverzekeraar van Schipper Farm Tech, ASR, gereageerd op de aansprakelijkheidsstelling d.d. 10 november 2011 met een verzoek om inlichtingen.
2.6.
[werknemer] heeft op 17 december 2015 in het kader van een onderzoek door I-TEK B.V. een verklaring afgelegd. Hierin staat onder meer:

Werkzaamheden Maatschap Scholten
(…) Ik bedacht, in plaats van lagers, tijdelijk een stukje buis te gebruiken en die in de plaats van de lagers te plaatsen. (…) Hiervoor ben ik naar de achterzijde van mijn bus, (…), gelopen. Daar heb ik, in de achterzijde van mijn bus, een soort werkbankje met een bankschroef. Ik heb vervolgens een stuk buis in die bankschroef geklemd en met behulp van een slijptol met slijpschijf een stukje van die buis geslepen.
(…)
De hakselaar voor strobalen bevond zich, gezien vanaf de voorzijde van de kapschuur, in het meest linker segment. (…) Mijn bus stond evenwijdig geparkeerd aan de bewuste kapschuur. De afstand tussen mijn bus en de kapschuur bedroeg ongeveer drie meter. De achterzijde van mijn bus stond daarbij in de buurt[van]
het meest linker segment en dus in de buurt van de hakselaar van de voedermachine. Voor die hakselaar stond een strobaal. (…)
Daarbij, bij het afslijpen van het stukje buis, schoten de partikels die vrijkomen bij het gebruik van een slijptol bij ijzer, weg naar achteren en dus weg in de lengterichting van mijn bus. Ik heb het afgeslepen stukje buis, dat ik afsleep, vervolgens ook afgebraamd. Het stukje buis plaatste ik daarvoor opnieuw in de bankschroef. Vervolgens heb ik dat stukje afgebraamd met de slijptol. Hierbij zullen partikels, die daarbij vrijkwamen, zijn weggeschoten naar de linker- en rechterzijde, gezien vanaf de achterzijde van mijn bus. Ik heb op dat moment geen moment gedacht aan de strobaal die voor de hakselaar stond.
Ik ben met het stukje buis vervolgens naar het uiteinde van de transportband gelopen. Daar liep ik heen om het stukje buis te passen. Dat bleek niet het geval, waarop ik terugliep naar mijn bus. Op het moment dat ik dat deed, zag ik dat de strobaal, die voor de hakselaar stond, in brand stond. Ik schat in dat tussen het weglopen naar de transportband om het stukje buis te passen en mijn ontdekking van de strobaal die in brand stond hooguit 2 tot 3 minuten heeft gezeten. (…)
De oorzaak
Ik vermoed dat de brand is ontstaan als gevolg van mijn slijpwerkzaamheden. Dat is voor mij de meest aannemelijke oorzaak. Ik baseer dit op basis van de feiten die er zijn. De veevoedermachine stond uit, (...). Behoudens mijzelf was er niemand anders aan het werk of in de buurt van de strobaal en het was specifiek de strobaal die in brand stond op het moment dat ik de brand ontdekte. Verder was er op dat moment nog nergens anders vuur in of bij de kapschuur. Ik ben een roker, maar heb niet gerookt tijdens mijn werkzaamheden en ook niet gerookt in de buurt van die strobaal en/of in of bij de kapschuur. (…) Ook hebben we voorafgaande aan het ontstaan van de brand niet bij die strobaal gestaan, bijvoorbeeld om te lunchen of iets dergelijks. Kortom; er zijn geen andere inleiders geweest voor het ontstaan van de brand, dan het slijpen dat ik deed.
Overige
U vertelt mij dat uit het schadedossier blijkt dat ik op enig moment zou hebben gezegd dat ik altijd heel voorzichtig ben en ik mij niet kon voorstellen dat er een partikel, vrijgekomen van het slijpen, zou zijn overgewaaid naar de strobaal.
Ik kan mij herinneren dat ik op een gegeven moment inderdaad een keer ben gebeld met vragen over deze brand. Ik weet echt niet meer wie dat was en wat die persoon mij vroeg. Maar het kan inderdaad zo zijn dat ik heb gezegd dat ik heel voorzichtig ben met alles wat brand kan veroorzaken. Want dat ben ik ook. Alleen in dit geval heb ik geen moment gedacht aan de strobaal die voor de hakselaar stond.
(…) Het waaide die dag redelijk en mogelijk inderdaad ook wel in de richting van de kapschuur. Maar voor het wegschieten van partikels is geen wind nodig, die schieten nou eenmaal weg bij het gebruik van een slijptol. (…)”
2.7.
In opdracht van ASR heeft One Expertise in de persoon van ing. B.J.J. van den Elshout (hierna: Van den Elshout) een eindrapport opgemaakt d.d. 28 november 2016. Het ‘Rapport van onderzoeksresultaat’ d.d. 8 november 2011 van Delta Lloyd wordt hierin bekritiseerd. In het rapport van ASR wordt het causale verband tussen de slijpwerkzaamheden en het ontstaan van de brand betwist. Voorts wordt op basis van de beschikbare foto’s onder meer bezwaar gemaakt tegen de vervanging van het volledige dak. Volstaan had kunnen worden met partieel herstel van het dak. De schade wordt naar dagwaarde begroot op een bedrag van € 32.213,98 exclusief btw.
2.8.
Bij brief van 3 januari 2017 heeft ASR Delta Lloyd geïnformeerd over de omvang van de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering van Schipper Farm Tech. Tevens heeft zij onderkend dat de brand kan zijn ontstaan door de slijpwerkzaamheden, maar stelt zij zich op het standpunt dat onzorgvuldigheid niet is bewezen en gaat zij uit van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. In het kader van een minnelijke regeling heeft zij betaling van een bedrag van € 20.000,00 voorgesteld zonder erkenning van aansprakelijkheid tegen finale kwijting. Tevens heeft ASR onder verwijzing naar het tijdstip van de brand in 2011 gesteld dat de verjaring niet is gestuit, zodat niet is uitgesloten dat de vordering inmiddels is verjaard.

3.De vordering

3.1.
Delta Lloyd vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Schipper Farm Tech veroordeelt
  • tot betaling van een bedrag van € 78.870,46, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 68.870,46 vanaf 20 april 2011 en over € 10.000,00 vanaf 26 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening,
  • in de kosten van dit geding, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en indien voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de datum van het vonnis, althans vanaf de veertiende dag na de datum van het vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening,
  • in de nakosten berekend op € 131,00 zonder betekening en verhoogd met € 68,00 in geval van betekening, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en indien voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de datum van het vonnis, althans vanaf de veertiende dag na de datum van het vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening.
3.2.
Delta Lloyd legt, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, het navolgende ten grondslag.
De grondslag voor de vordering is subrogatie krachtens artikel 7:962 BW. De BBr maakt verhaal mogelijk ingeval van onzorgvuldigheid van werknemers van Schipper Farm Tech. De uitgekeerde schade is met stukken onderbouwd. Het dak was zodanig beschadigd dat het geheel vernieuwd moest worden.

4.Het verweer

4.1.
Schipper Farm Tech verzoekt dat de rechtbank Delta Lloyd niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen, althans haar deze ontzegt, met haar uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling in de kosten.
4.2.
Schipper Farm Tech voert het navolgende verweer.
Op alle door Schipper Farm Tech uitgevoerde werkzaamheden zijn de Metaalunievoorwaarden van toepassing, waarin een exoneratie voor opzichtschade is opgenomen. De zaken die zijn beschadigd door brand vallen hieronder.
Ingevolge de Bedrijfsregeling Brandregres (hierna: BBr) is regres alleen mogelijk bij onzorgvuldig handelen door [werknemer] . Er is sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Niet vaststaat dat de brand is ontstaan door de slijpwerkzaamheden.
De omvang van de gestelde schade wordt betwist.

5.De beoordeling

5.1.
De zaak gaat over de vraag of de brandverzekeraar, Delta Lloyd, die schade heeft uitgekeerd aan haar verzekerde, maatschap Scholten, verhaal kan nemen op Schipper Farm Tech, omdat de brand - volgens Delta Lloyd - is ontstaan tijdens door een medewerker van Schipper Farm Tech onzorgvuldig uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden bij maatschap Scholten.
5.2.
Op grond van artikel 7:962 BW wordt een verzekeraar - voor zover hij schade vergoedt- gesubrogeerd in de vorderingen die de verzekerde ter zake van de door hem geleden schade heeft op derden. Voor brandverzekeraars geldt de BBr, in dit geval BBr 2000, die bepaalt dat het recht van verhaal jegens niet-particulieren zoals Schipper Farm Tech alleen wordt uitgeoefend indien de aansprakelijkheid verband houdt met onzorgvuldig handelen of nalaten.
5.3.
Als meest verstrekkend verweer heeft ASR als aansprakelijkheidsverzekeraar van Schipper Farm Tech bij brief van 3 januari 2017 aangevoerd dat de vordering mogelijk is verjaard. In reactie hierop heeft Delta Lloyd bij dagvaarding twintig e-mailberichten in de periode van 1 februari 2012 tot en met 7 oktober 2016 tussen Delta Lloyd en ASR overgelegd, waaruit ondubbelzinnig blijkt dat Delta Lloyd haar standpunt over aansprakelijkheid van Schipper Farm Tech ongewijzigd heeft gehandhaafd. Bij conclusie van antwoord is dit verweer niet gehandhaafd, zodat het verder geen bespreking behoeft.
5.4.
Als meest verstrekkend verweer heeft Schipper Farm Tech aangevoerd dat de toepasselijkheid van de Metaalunievoorwaarden (hierna: MV) in de weg staat aan verhaal, omdat in artikel 13 MV de aansprakelijkheid voor opzichtschade is uitgesloten van vergoeding. Schipper Farm Tech heeft gesteld dat zij reeds 20 jaar zaken doet met maatschap Scholten en dat op alle werkzaamheden die Schipper Farm Tech vanuit de landbouwmechanisatie doet de MV van toepassing zijn. Schipper heeft in 2008 voor maatschap Scholten een melkstal gerealiseerd waarop de MV van toepassing zijn, aldus Schipper Farm Tech. Bij de toenmalig verstrekte offerte zijn de MV ter hand gesteld. Ter onderbouwing van deze stelling heeft Schipper Farm Tech een kopie van de orderbevestiging van de Mullerup Mix&Carry overgelegd. Op pagina 4 is vermeld: “
De koper verklaart uitdrukkelijk kennis te hebben genomen van onze algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden, zoals op de keerzijde van deze koopovereenkomst vermeld, en deze uitdrukkelijk te aanvaarden.”
5.5.
Ter zitting heeft Scholten het origineel van deze orderbevestiging aan de rechtbank en de wederpartij getoond en is geconstateerd dat de keerzijde geheel blanco is. Voorts wordt opgemerkt dat het geen verwijzing naar de MV betreft, maar naar algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden. De eveneens door Schipper Farm Tech overgelegde factuur uit 2009 waarop wel een verwijzing naar de MV is afgedrukt, is geen factuur voor maatschap Scholten, maar betreft een andere klant. Scholten heeft betwist te beschikken over de MV. Nu Schipper Farm Tech van een handelsrelatie die al zo’n 20 jaar duurt geen aan de maatschap Scholten gerichte factuur met een verwijzing naar de MV heeft overgelegd, wordt dit verweer als onvoldoende onderbouwd gepasseerd. De vraag of het wel of geen opzichtschade betreft, kan in het midden blijven.
5.6.
Schipper Farm Tech heeft aangevoerd dat causaal verband tussen het ontstaan van de brand en de slijpwerkzaamheden niet is aangetoond. Schipper Farm Tech laat echter na om een verklaring te geven hoe de brand dan wel kan zijn ontstaan. Toegegeven kan worden dat [werknemer] niet heeft verklaard dat hij ijzerpartikels in de strobaal heeft zien terechtkomen, waarop de strobaal vlam heeft gevat. Maar dat laat onverlet dat de oorzaak ook met een voldoende mate van waarschijnlijkheid kan worden aangetoond als vaststaat dat zich geen enkele andere alternatieve oorzaak heeft gerealiseerd. Dan blijft er nog maar één oorzaak over waarvan gelet op de feiten voldoende zeker is dat die zich heeft voorgedaan. Daarvan is hier sprake, mede gelet op hetgeen [werknemer] over de oorzaak heeft verklaard: “
Behoudens mijzelf was er niemand anders aan het werk of in de buurt van de strobaal en het was specifiek de strobaal die in brand stond op het moment dat ik de brand ontdekte. Verder was er op dat moment nog nergens anders vuur in of bij de kapschuur. Ik ben een roker, maar heb niet gerookt tijdens mijn werkzaamheden en ook niet gerookt in de buurt van die strobaal en/of in of bij de kapschuur. (…) Ook hebben we voorafgaande aan het ontstaan van de brand niet bij die strobaal gestaan, bijvoorbeeld om te lunchen of iets dergelijks. Kortom; er zijn geen andere inleiders geweest voor het ontstaan van de brand, dan het slijpen dat ik deed.
5.7.
Dan moet thans de kernvraag worden beantwoord of [werknemer] onzorgvuldig heeft gehandeld bij de uitvoering van de werkzaamheden met de slijptol.
5.7.1.
Ter zitting is de volledige verklaring van [werknemer] ter beschikking gekomen. Over de plaats van uitvoering van de werkzaamheden met de slijptol heeft [werknemer] als volgt verklaard: “
Daar heb ik, in de achterzijde van mijn bus, een soort werkbankje met een bankschroef. Ik heb vervolgens een stuk buis in die bankschroef geklemd en met behulp van een slijptol met slijpschijf een stukje van die buis geslepen.
Over de plaats van de bus heeft hij het volgende verklaard: “
Mijn bus stond evenwijdig geparkeerd aan de bewuste kapschuur. De afstand tussen mijn bus en de kapschuur bedroeg ongeveer drie meter. De achterzijde van mijn bus stond daarbij in de buurt[van]
het meest linker segment en dus in de buurt van de hakselaar van de voedermachine. Voor die hakselaar stond een strobaal.
Over de slijpwerkzaamheden zelf luidt de verklaring van [werknemer] als volgt: “
Daarbij, bij het afslijpen van het stukje buis, schoten de partikels die vrijkomen bij het gebruik van een slijptol bij ijzer, weg naar achteren en dus weg in de lengterichting van mijn bus. Ik heb het afgeslepen stukje buis, dat ik afsleep, vervolgens ook afgebraamd. Het stukje buis plaatste ik daarvoor opnieuw in de bankschroef. Vervolgens heb ik dat stukje afgebraamd met de slijptol. Hierbij zullen partikels, die daarbij vrijkwamen, zijn weggeschoten naar de linker- en rechterzijde, gezien vanaf de achterzijde van mijn bus. Ik heb op dat moment geen moment gedacht aan de strobaal die voor de hakselaar stond.
Tot slot heeft [werknemer] nog het volgende opgemerkt: “
Het waaide die dag redelijk en mogelijk inderdaad ook wel in de richting van de kapschuur. Maar voor het wegschieten van partikels is geen wind nodig, die schieten nou eenmaal weg bij het gebruik van een slijptol.
5.7.2.
Uit deze verklaring blijkt dat slijpwerkzaamheden met een slijptol zijn uitgevoerd waarbij partikels ijzer wegschieten. Het is een feit van algemene bekendheid dat deze partikels door het slijpen een hoge temperatuur hebben. De afstand van de bus tot de strobaal, die zich voor de hakselaar bevond, is ongeveer drie meter. Uit de verklaring van [werknemer] blijkt dat hij voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden met de slijptol niet heeft gecontroleerd of zich brandbaar materiaal in de omgeving bevond. Had hij dat wel gedaan, dan had hij de bus op grotere afstand van de kapschuur kunnen zetten. Door op zo’n korte afstand van een strobaal werkzaamheden uit te voeren waarvan hij wist dat hete ijzerpartikels konden wegschieten, is sprake van onzorgvuldig handelen. Als werkgever van [werknemer] is Schipper Farm Tech hiervoor verantwoordelijk. Delta Lloyd kan daarom regres nemen op Schipper Farm Tech.
5.8.
Voor de door Delta Lloyd gestelde schade geldt dat ter zitting door Van den Elshout aan de hand van de beschikbare foto’s gemotiveerd is betwist dat de noodzaak bestond om het hele dak te vernieuwen. De rechtbank heeft geconstateerd dat de omvang van de gestelde roetschade niet zonder meer door het beeld op de foto’s wordt bevestigd. Wel is zichtbaar dat vijf daklichten zijn beschadigd. Voorts wordt niet ingezien waarom thans aanspraak gemaakt wordt op schadevergoeding op basis van nieuwwaarde, terwijl voorafgaand aan de procedure het schadebedrag op basis van dagwaarde is berekend. Het verweer van Schipper Farm Tech dat rekening gehouden moet worden met verrekening van nieuw voor oud door het aanbrengen van een geheel asbestvrij dak waar eerder een dak met asbestplaten aanwezig was, komt de rechtbank vooralsnog juist voor. De onderbouwing van Delta Lloyd op dit punt is onnavolgbaar. Niet blijkt dat het eigen risico van maatschap Scholten in de schadevergoeding is betrokken. Kortom, op basis van de thans beschikbare gegevens kan geen uitspraak worden gedaan over de omvang van de schade.
5.9.
De rechtbank zal een deskundigenrapport gelasten om zich te laten informeren over onder meer de wijze waarop de schade moet worden berekend en over de vraag welke schadeposten in de berekening moeten worden betrokken. Partijen worden in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de persoon van de deskundige en de aan deze te stellen vragen, alsmede over de hoogte van het voorschot.
5.10.
Gelet op de kosten van het deskundigenrapport, de daarmee samenhangende proceshandelingen en de omstandigheid dat ASR als aansprakelijkheidsverzekeraar buiten rechte betrokken is bij de behandeling van deze schade, geeft de rechtbank partijen in overweging de schade onderling te regelen.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
3 januari 2018voor het nemen van een akte door Delta Lloyd over hetgeen is vermeld onder 5.9, waarna de wederpartij op de rol van twee weken daarna een antwoordakte kan nemen,
6.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. Strens-Meulemeester en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2017.
St/Vr