ECLI:NL:RBGEL:2017:6746

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 december 2017
Publicatiedatum
22 december 2017
Zaaknummer
05/760043-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair wegens het niet opvolgen van veiligheidsvoorschriften tijdens wapenonderhoud

Op 18 december 2017 heeft de meervoudige militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een militair, die op 5 oktober 2016 in de onderhoudsruimte van de Koninklijke Marechaussee te Harskamp een schot heeft gelost met een Glock 17. De verdachte had de veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd, wat resulteerde in een gevaarlijke situatie voor zijn collega's. De militaire kamer oordeelde dat de verdachte opzettelijk het dienstvoorschrift HB 2-1352 en het voorschrift VS-7-511 had overtreden, wat leidde tot gemeen gevaar voor de aanwezige personen. De verdachte werd veroordeeld tot 60 uur werkstraf, omdat hij niet de vereiste veiligheidsmaatregelen had genomen voordat hij onderhoud aan zijn wapen verrichtte. De militaire kamer benadrukte dat het niet opvolgen van veiligheidsregels in een militaire context ernstige gevolgen kan hebben en dat de verdachte zich bewust was van de risico's. De verdediging had gepleit voor vrijspraak, maar de militaire kamer oordeelde dat er wel degelijk sprake was van voorwaardelijk opzet. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij ook de blanco strafblad van de verdachte in overweging is genomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/760043-17
Datum uitspraak : 18 december 2017
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres]
raadsvrouw: mr. T.H. ten Wolde, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 4 december 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair
hij als militair, op of omstreeks 05 oktober 2016, te of nabij Harskamp, gemeente Ede, in elk geval in Nederland, opzettelijk het dienstvoorschrift HB 2-1352 (handboek militair) en het dienstvoorschrift VS-7-511 (Glock 17), waarin in respectievelijk hoofdstuk 16 onder 3 (Veiligheidsregels) en deel 0 (veiligheidsregels) (onder meer) is voorgeschreven dat:
- Personeel dat het wapen in gebruik of beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd (16.3.3 en deel 0 onder 3), en/of
– Voordat de veiligheidsmaatregelen zijn genomen, het wapen moet worden behandeld alsof het geladen is, omdat het uitwendig niet te zien is of het ontladen is (16.3.3 onder a. en deel 0 onder 3.a.), en/of
- voor het uiteennemen van het wapen de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen moet nemen (16.3.2 onder c. en deel 0 onder 2.c), en/of
- voor iedere wapeninspectie de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen moet nemen (16.3.2 onder d. en deel 0 onder 2.d.), en/of
- wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin zijn wapen verkeert (geladen, halfgeladen of ontladen) hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen (16.3.3 onder g en deel 0 onder 3.f.),
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij verdachte, aldaar opzettelijk in de onderhoudsruimte (gebouw 200) een pistool (Glock 17) ter onderhoud uit zijn holster heeft genomen en/of het wapen vervolgens geprobeerd heeft uiteen te nemen, zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van dit wapen zich (voldoende) had overtuigd van de toestand waarin zijn wapen verkeerde en/of zonder dat hij, verdachte, voor het uiteennemen van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en/of zonder dat hij, verdachte, voor het inspecteren van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen, waarbij/waarna er door hem, verdachte, een schot werd gelost, althans uit dat wapen een schot werd gelost, terwijl daarvan/daardoor levensgevaar voor anderen of een ander, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende [getuige 1] en/of [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of [getuige 4] en/of [getuige 5] en, althans, gemeengevaar voor die [getuige 1]
en/of [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of [getuige 4] en/of [getuige 5] , te duchten is
geweest;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij als militair, op of omstreeks 05 oktober 2016, te of nabij Harskamp, gemeente Ede, in elk geval in Nederland, in ernstige mate nalatig het dienstvoorschrift HB 2-1352 (handboek militair) en het dienstvoorschrift VS-7-511 (Glock 17), waarin in respectievelijk hoofdstuk 16 onder 3
(Veiligheidsregels) en deel 0 (veiligheidsregels) (onder meer) is voorgeschreven dat:
- Personeel dat het wapen in gebruik of beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd (16.3.3 en deel 0 onder 3), en/of
- Voordat de veiligheidsmaatregelen zijn genomen, het wapen moet worden behandeld alsof het geladen is, omdat het uitwendig niet te zien is of het ontladen is (16.3.3 onder a. en deel 0 onder 3.a.), en/of
- voor het uiteennemen van het wapen de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen moet nemen (16.3.2 onder c. en deel 0 onder 2.c), en/of
- voor iedere wapeninspectie de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen moet nemen (16.3.2 onder d. en deel 0 onder 2.d.), en/of
- wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin zijn wapen verkeert (geladen, halfgeladen of ontladen) hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen (16.3.3 onder g en deel 0 onder 3.f.),
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij verdachte, aldaar opzettelijk in de onderhoudsruimte (gebouw 200) een pistool (Glock 17) ter onderhoud uit zijn holster heeft genomen en/of het wapen vervolgens geprobeerd heeft uiteen te nemen, zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van dit wapen zich (voldoende) had overtuigd van de toestand waarin zijn wapen verkeerde en/of zonder dat hij, verdachte, voor het uiteennemen van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en/of zonder dat hij, verdachte, voor het inspecteren van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen, waarbij/waarna er door hem, verdachte, een schot werd gelost, althans uit dat wapen een schot werd gelost, terwijl daarvan/daardoor levensgevaar voor anderen of een ander, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende [getuige 1] en/of [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of [getuige 4] en/of [getuige 5] en, althans, gemeengevaar voor die [getuige 1]
en/of [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of [getuige 4] en/of [getuige 5] , is ontstaan.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte is aangesteld als militair bij de Koninklijke Marechaussee (KMar). [2] Op 5 oktober 2016 vond er een schiettraining plaats op het ISK (infanterie schietkamp) te Harskamp, in de gemeente Ede. Tijdens die training, die werd gevolgd door het vierde peloton van het eskadron Hoge Risico Beveiliging (HRB) waarvan verdachte deel uitmaakte, is er met andere wapens geschoten en niet met het wapen Glock 17 (hierna: Glock), maar droegen de cursisten laatstgenoemd wapen wel bij zich. [3] Het was gebruikelijk voor deze militairen dat, indien zij zich in hun uniform tijdens diensttijd zouden verplaatsen, de Glock geladen werd gedragen. Verdachte heeft na de schiettraining aan pelotonscommandant [getuige 7] gevraagd of het de bedoeling was dat ze weer geladen terug zouden rijden. Hierop heeft [getuige 7] bevestigend geantwoord. [4] Vervolgens heeft verdachte zijn Glock geladen. [5] Hierna is verdachte met zijn collega’s naar de onderhoudsruimte (gebouw 200) gereden om wapenonderhoud te plegen. In en nabij de onderhoudsruimte is geen ontlaadpunt aanwezig. [6] Verdachte wilde in die ruimte onderhoud aan zijn Glock plegen, en heeft hiertoe de Glock uit zijn holster gehaald. Terwijl verdachte zijn Glock in zijn handen had, is met deze Glock een schot gelost. [7] Op dat moment waren verschillende collega’s in de directe nabijheid aanwezig. [8]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in ernstige mate nalatig heeft gehandeld, zoals subsidiair ten laste is gelegd. Het primair ten laste gelegde kan niet worden bewezen wegens het ontbreken van opzet bij verdachte, mede doordat er geen ontlaadbak in of bij de onderhoudskamer stond. Volgens de officier van justitie had verdachte dan namelijk gezien dat zijn collega’s wel hun wapen zouden hebben ontladen en door dat dan zelf niet te doen zou sprake zijn van voorwaardelijk opzet. De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat door het niet opvolgen van het dienstvoorschrift gemeen gevaar voor personen is ontstaan.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het primair tenlaste- gelegde dient te worden vrijgesproken, nu het opzet van verdachte nimmer was gericht op het niet opvolgen van een dienstvoorschrift. Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde heeft de verdediging naar voren gebracht dat het gedrag van verdachte niet als ernstig nalatig kan worden aangemerkt, omdat hem persoonlijk vanwege de gebrekkig organisatorische omgeving geen verwijt kan worden gemaakt. Ook heeft de verdediging naar voren gebracht dat er geen levensgevaar is ontstaan door het niet opvolgen van het dienstvoorschrift, nu het schot door de tafel ging en daardoor ook is afgeremd.
Beoordeling door de militaire kamer
Overtreden dienstvoorschrift
In het Handboek KL-militair HB 2-1352 staan onder andere de volgende veiligheidsregels beschreven:
16.3.2 Veiligheidsmaatregelen
Neem in de volgende gevallen de veiligheidsmaatregelen:
c. Voor het uiteennemen;
d. Voor iedere wapeninspectie.
Uitvoering
- Laat het wapen in een veilige richting wijzen (vinger strekt langs de beugelkrop);
- Neem wanneer er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen en controleer of zich hierin munitie bevindt;
- Trek de slede naar achteren;.
- Controleer of de kamer leeg is;
- Laat de slede onder geleide naar voren gaan en druk het wapen af;
- Controleer patroonmagazijntassen en overige patroonmagazijnen en munitie.
16.3.3 Algemene veiligheidsregels
Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toezien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd.
a. Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen, moet het wapen behandeld worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is;
g. Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeert, moet hij de veiligheidsmaatregelen nemen. [9]
In het voorschrift VS 7-511 over Pistool Glock 17 staan de volgende veiligheidsregels beschreven:
2. Veiligheidsmaatregelen
Neem in de volgende gevallen de veiligheidsmaatregelen:
c. Voor het uiteennemen;
d. Voor iedere wapeninspectie.
Uitvoering
- Houdt het wapen met de loop in een veilige richting met de vinger gestrekt langs de beugelkrop;
- Neem wanneer er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen en controleer of zich hierin munitie bevindt;
- Trek de slede naar achteren;
- Controleer of de kamer leeg is;
- Laat de slede onder geleide naar voren gaan en haal de trekker over;
- Controleer patroonmagazijntassen en overige patroonmagazijnen en munitie.
3. Algemene veiligheidsregels
Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toezien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd.
a. Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen, moet het wapen behandeld worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is;
g. Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeert, moet hij de veiligheidsmaatregelen nemen. [10]
In een nota van de Commandant Koninklijke Marechaussee is bepaald dat bovenstaande veiligheidsregels ook van toepassing zijn op KMar-militairen. [11]
Verdachte heeft verklaard dat hij op de hoogte is van de veiligheidsregels van het Handboek Militair en het voorschrift VS 7-511. [12] Ook heeft hij verklaard dat hij is opgeleid voor de Glock 17. [13]
De militaire kamer stelt vast dat bovenstaande regels uit het Handboek Militair en uit het voorschrift VS 7-511 telkens een dienstvoorschrift betreffen als bedoeld in artikel 135 van het Wetboek van Militair Strafrecht. De regels vormen een schriftelijk besluit van algemene strekking en hebben betrekking op een militair dienstbelang, namelijk de veilige omgang met wapens, en betreffen een tot de militair gericht gebod. Voorts zijn de regels duidelijk, ook voor verdachte.
Verdachte heeft verklaard dat hij na de schiettraining eerst de wapens Colt en MP5, waar hij die dag wel mee heeft geschoten, heeft schoon gemaakt. Vervolgens besloot hij hetzelfde bij de Glock te doen, omdat hij zag dat anderen dit ook deden en omdat er nog tijd over was. Hij heeft toen zijn Glock uit zijn beenholster gepakt. Hij wilde de slede naar achteren schuiven en merkte dat dit niet lukte. [14] Hij was zich er op dat moment van bewust dat de slede klemde. [15] Verdachte wist ook dat de veiligheidsmaatregelen behoren te worden genomen voordat onderhoud aan een wapen wordt gepleegd. [16] Dat hij de veiligheidsmaatregelen niet heeft genomen voordat hij onderhoud aan de Glock wilde gaan doen, heeft verdachte ook erkend. [17]
Uit technisch onderzoek is gebleken dat de Glock 17 van verdachte geen mankementen vertoonde. [18]
De militaire kamer overweegt dat verdachte voorafgaand aan het plegen van onderhoud aan zijn Glock en de handelingen die daarvoor behoren te worden verricht (onder meer het uiteen nemen van het wapen) anders dan is voorgeschreven in de bovengenoemde dienstvoorschriften de veiligheidsmaatregelen niet heeft getroffen. Bovendien heeft hij zich in strijd met deze dienstvoorschriften niet overtuigd van de toestand waarin het wapen verkeerde noch heeft hij het wapen behandeld alsof het geladen was om vervolgens alsnog de veiligheidsmaatregelen te treffen. Aldus heeft verdachte zowel het Handboek KL-militair HB 2-1352 als het Voorschrift VS 7-511 betreffende het pistool Glock 17 niet opgevolgd.
Opzet
De militaire kamer dient vervolgens te beoordelen of verdachte opzet had op het overtreden van het dienstvoorschrift, zoals primair ten laste is gelegd. Hiertoe overweegt de militaire kamer allereerst dat bij verdachte niet van ‘boos opzet’ is gebleken.
Anders dan de officier van justitie en de raadsman is de militaire kamer evenwel van oordeel dat wel sprake was van opzet in voorwaardelijke zin. Daartoe overweegt de militaire kamer als volgt.
Verdachte heeft zijn wapen, de Glock 17, willen schoonmaken en wilde daartoe het wapen uit elkaar halen. Toen verdachte dit probeerde, bemerkte hij dat de slede niet naar achteren wilde bewegen, omdat het wapen nog onder spanning stond. Hij realiseerde zich dat het niet lukte om de slede naar achteren te schuiven en dacht dat de slede scheef of klem zat.
Naar zijn zeggen heeft hij daarop onbewust de trekker overgehaald.
Getuige [getuige 5] heeft verklaard dat verdachte na het incident aan hem had verteld dat hij had afgedrukt, omdat hij zijn wapen uit elkaar wilde halen. Het uit elkaar halen lukte niet omdat de trekker nog gespannen was. Hierop heeft verdachte, volgens getuige [getuige 5] , de trekker naar achteren gehaald waardoor het schot afging. [19]
Getuige [getuige 6] heeft verklaard dat verdachte hem had verteld dat hij zijn Glock uit elkaar wilde halen om er onderhoud aan te plegen, maar dat hij merkte dat dit niet lukte omdat het wapen nog onder spanning stond. Om zijn wapen te ontspannen haalde hij de trekker over waarna een schot was afgegaan, aldus getuige [getuige 6] . [20]
Op grond van het vorenstaande gaat de militaire kamer ervan uit dat verdachte alvorens te beginnen aan het onderhoud aan zijn Glock 17, niet alleen verzuimd had de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen te nemen, maar ook - bewust of onbewust - de trekker van zijn wapen had overgehaald nadat hij had bemerkt dat er iets mis was met zijn wapen.
De militaire kamer is van oordeel dat, op het moment dat het niet lukte om de slede van zijn wapen naar achteren te schuiven, alle alarmbellen bij verdachte hadden moeten gaan rinkelen. Verdachte was zich er op dat moment ook van bewust dat er iets mis was met het wapen. Desondanks heeft hij de trekker overgehaald in plaats van (alsnog) de veiligheidsvoorschriften uit te voeren. Uit de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen volgt dat in zo’n geval eerst het wapen in een veilige richting moet worden gehouden met de vinger gestrekt langs de beugelkrop, dat het magazijn uit het wapen had moeten worden gehaald en dat de slede dan naar achteren had moeten worden getrokken teneinde de kamer te controleren. Pas daarna kan de slede onder begeleiding naar voren worden gedaan waarna de trekker kan worden overgehaald om het wapen te ontspannen. Verdachte is evenwel nadat hij ontdekte dat er iets mis was met zijn wapen overgegaan tot de laatste handeling, het overhalen van de trekker, daarmee alle verplicht voorgeschreven handelingen die daaraan vooraf horen te gaan naast zich neerleggend.
Gelet op genoemde omstandigheden, het feit dat verdachte een geoefend schutter is [21] en verdachte zich er daarnaast van bewust was dat de slede van het wapen klemde, is de militaire kamer van oordeel dat verdachte zich ook bewust was van de risico’s die voor de aanwezige collega’s konden ontstaan.
Door op dat moment niet (alsnog) de veiligheidsmaatregelen te nemen en daarmee de voorgeschreven handelingen vermeld in voornoemde dienstvoorschriften te verrichten, heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij de desbetreffende dienstvoorschriften niet opvolgde. De militaire kamer heeft dan ook de overtuiging dat het primair ten laste gelegde door verdachte in de vorm van voorwaardelijk opzet is begaan.
Gevaar
Getuige [getuige 7] heeft verklaard dat hij zich bevond in de onderhoudsruimte op het moment dat het schot werd gelost. Na het schot zag hij dat er een gat in de tafel zat en een kogelpunt op de vloer. [22] Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij onderhoud aan zijn wapens pleegde toen hij een schot achter zich hoorde. [23] Getuige [getuige 5] heeft verklaard dat hij aan de tafel stond waar verdachte uiteindelijk doorheen schoot. Hij bevond zich naast [getuige 1] . [24]
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat hij onderhoud aan zijn wapens aan het plegen was, toen hij achter zich een schot hoorde. Omdat hij weet waar de kogelpunt uiteindelijk is gevonden, weet hij dat de kogel zijn richting is uitgekomen en uiteindelijk achter hem op de vloer is beland. [25] Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij tegenover verdachte stond, aan dezelfde tafel, toen hij een knal hoorde. Hij zag later dat er in de onderhoudstafel een gat ontstaan was door de inslag van de kogel. Dat was precies tussen hen in. [26]
Verdachte heeft verklaard dat er schuin tegenover hem iemand stond ten tijde van het schot. De kogel is vlak voor verdachte door de onderhoudstafel gegaan. Vervolgens is de kogel op de tegelvloer gekomen. [27]
Uit het sporenonderzoek volgt dat de kogel door het metaal en door de houten spaanplaat van de tafel is gegaan. De kogel is in de richting van de tegelvloer gegaan. Passend bij het sporenbeeld zou het mogelijk kunnen zijn dat de kogel na het schot via de tegelvloer is gericocheerd en aldaar terecht is gekomen. [28]
Uit voornoemde verklaringen en uit het sporenonderzoek volgt naar het oordeel van de militaire kamer dat verdachte zijn wapen tijdens het schot naar beneden in de richting van de tafel heeft gehouden en dat de kogel door de metalen tafel is gegaan en vervolgens, eventueel doordat de kogel eerst via de tegelvloer is gericocheerd, op de vloer terecht is gekomen. Verdachte bevond zich samen met anderen in een onderhoudsruimte, waarbij [getuige 1] en [getuige 5] zich schuin tegenover verdachte bevonden en [getuige 7] , [getuige 3] en [getuige 4] in de richting stonden waar de kogel naartoe is gegaan. Gelet op deze omstandigheden is de militaire kamer van oordeel dat door het niet opvolgen van de bij de dienstvoorschriften voorgeschreven veiligheidsregels in het algemeen gevaar voor de aanwezige personen te duchten was.
De militaire kamer overweegt dat het dossier onvoldoende informatie bevat om te oordelen dat het gevaar bestond dat de kogel een van de omstanders zodanig zou raken dat hierdoor levensgevaar kon ontstaan. Van dit deel van de tenlastelegging zal de militaire kamer verdachte dus vrijspreken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij als militair, op
of omstreeks05 oktober 2016, te of nabij Harskamp, gemeente Ede,
in elk geval in Nederland,opzettelijk het dienstvoorschrift HB 2-1352 (handboek militair) en het dienstvoorschrift VS-7-511 (Glock 17), waarin in respectievelijk hoofdstuk 16 onder 3 (Veiligheidsregels) en deel 0 (veiligheidsregels) (onder meer) is voorgeschreven dat:
  • personeel dat het wapen in gebruik of beheer heeft op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd (16.3.3 en deel 0 onder 3), en
  • voordat de veiligheidsmaatregelen zijn genomen, het wapen moet worden behandeld alsof het geladen is, omdat het uitwendig niet te zien is of het ontladen is (16.3.3 onder a. en deel 0 onder 3.a.), en
  • voor het uiteennemen van het wapen de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen moet nemen (16.3.2 onder c. en deel 0 onder 2.c), en
  • voor iedere wapeninspectie de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen moet nemen (16.3.2 onder d. en deel 0 onder 2.d.), en
  • wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin zijn wapen verkeert (geladen, halfgeladen of ontladen) hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen (16.3.3 onder g en deel 0 onder 3.f.),
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij verdachte, aldaar opzettelijk in de onderhoudsruimte (gebouw 200) een pistool (Glock 17) ter onderhoud uit zijn holster heeft genomen en
/ofhet wapen vervolgens geprobeerd heeft uiteen te nemen, zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van dit wapen zich (voldoende) had overtuigd van de toestand waarin zijn wapen verkeerde en
/ofzonder dat hij, verdachte, voor het uiteennemen van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen
en/of zonder dat hij, verdachte, voor het inspecteren van het wapen eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen, waarbij/waarna er door hem, verdachte, een schot werd gelost,
althans uit dat wapen een schot werd gelost, terwijl
daarvan/daardoor
levensgevaar voor anderen of een ander, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende [getuige 1] en/of [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of [getuige 4] en/of [getuige 5] en, althans,gemeen gevaar voor de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende personen, te weten [getuige 1] en/of [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of [getuige 4] en/of [getuige 5] , te duchten is geweest.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Als militair opzettelijk een dienstvoorschrift niet opvolgen, terwijl daardoor gemeen gevaar voor personen te duchten is.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot het verrichten van 39 uren werkstraf, te vervangen door 19 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair verzocht artikel 9a van het Wetboek van het Strafrecht toe te passen, en subsidiair om een geheel voorwaardelijke geldboete of werkstraf op te leggen. Meer subsidiair heeft de verdediging verzocht een geldboete op te leggen en geen werkstraf. Hiertoe heeft de verdediging onder meer naar voren gebracht dat verdachte naar aanleiding van het incident in opdracht van zijn commandant presentaties moet houden voor zijn collega’s om te vertellen wat hij ervan geleerd heeft, hetgeen al als een leerstraf kan worden aangemerkt. Daarnaast heeft de KMar vertrouwen uitgesproken in verdachte en zou het volgens de verdediging zonde zijn als verdachte door deze zaak zijn VGB en dus zijn baan kwijt zou raken.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 24 oktober 2017.
De militaire kamer heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft voor het plegen van onderhoud aan zijn wapen niet de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen genomen. Ook op het moment dat hij de slede van zijn wapen naar achteren haalde, en de slede klemde, heeft hij niet de vereiste veiligheidsmaatregelen genomen, terwijl verdachte toen wist dat er iets mis was met het wapen. Vervolgens heeft verdachte de trekker overgehaald en een ongewild schot gelost, in een ruimte waar op dat moment andere militairen aanwezig waren.
Verdachte heeft hierdoor zeer ernstige fouten gemaakt. Hij was op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften voor de Glock 17, welke verdachte als militair verplicht op dient te volgen. Door zelfs op het (gevaarlijke) moment dat zijn wapen een probleem vertoonde, de veiligheidsvoorschriften niet op te volgen, heeft verdachte zijn collega’s in gevaar gebracht.
Dat uiteindelijk niemand door de kogel is geraakt is een kwestie van geluk geweest, en is niet aan verdachte te danken. De militaire kamer neemt verdachte zijn handelen dan ook ernstig kwalijk. Militairen mogen binnen Defensie een veilige werkomgeving verwachten en daar dient iedere individuele militair ook aan bij te dragen. Daar komt bij dat gebleken is dat verdachte bij een eenheid werkt die vrijwel dagelijks met (geladen) wapens omgaat. Aangenomen kan dan ook worden dat verdachte op de hoogte is van het gevaar van het werken met wapens. Van een militair als verdachte mag dan ook verlangd worden dat hij zich te allen tijde aan de veiligheidsregels houdt. Dat uit het dossier ook volgt dat het klimaat binnen de eenheid als het gaat om het toepassen van de veiligheidsmaatregelen te wensen over laat, ontslaat verdachte niet van zijn eigen verantwoordelijkheid.
De militaire kamer weegt anderzijds bij de bepaling van de straf mee dat verdachte een blanco strafblad heeft. Daarnaast moet verdachte van zijn commandant als reactie op het incident presentaties over het belang van veiligheidsvoorschriften geven aan medemilitairen om zo van zijn fouten te leren. De militaire kamer is met de raadsvrouw van oordeel dat een dergelijke reactie kan worden aangemerkt als een leermaatregel en dat hierin voor verdachte ook een punitief element zit.
De officier van justitie en de verdediging hebben de militaire kamer verzocht rekening te houden met het VGB-beleid bij Defensie en de mogelijke gevolgen voor de baan van verdachte. De militaire kamer zal niet voldoen aan dit verzoek en overweegt daartoe als volgt.
De militaire kamer oordeelt in de onderhavige zaak als strafrechter over het door de officier van justitie aanhangig gemaakte rechtsgeding dat betrekking heeft op een strafzaak. Dit betekent dat de vraag of verdachte al dan niet in aanmerking zou (moeten) komen voor ontslag uit de militaire dienst niet aan de militaire kamer is voorgelegd. Anders gezegd, de militaire kamer is hiertoe niet bevoegd. De militaire kamer, die als strafrechter rekening pleegt te houden met alle relevante persoonlijke omstandigheden van een verdachte, heeft in het verleden meermalen in strafvonnissen een (strafmaat)overweging gewijd aan de mogelijkheid dat ontslag voor een verdachte militair dreigt. Maar dergelijke overwegingen vonden hun oorsprong in de redelijk goed voorspelbare wijze waarop door Defensie uitvoering werd gegeven aan het zogenaamde VGB-beleid, welk beleid in belangrijke mate bepalend was voor de vraag of een veroordeelde militair wel of niet voor ontslag in aanmerking kwam. Het is de militaire kamer ambtshalve bekend dat, sinds de beslissing van 30 maart 2016 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2016:860), bij de uitvoering van dit VGB-beleid meer omstandigheden dienen te worden meegewogen dan voorheen. Hierdoor is de mogelijkheid van ontslag in zijn algemeenheid minder voorspelbaar geworden. Door deze ontwikkelingen ten aanzien van het VGB-beleid kan de militaire kamer inmiddels niet langer met voldoende mate van waarschijnlijkheid de kans op toekomstig ontslag ten gevolge van de intrekking van de VGB voor een veroordeelde militair inschatten, zodat hiervoor in de strafmaatoverwegingen in zijn algemeenheid geen plaats meer is.
Alle omstandigheden in onderlinge samenhang bezien acht de militaire kamer een werkstraf voor de duur van 60 uren passend. Dit is een hogere straf dan geëist door de officier van justitie, omdat de militaire kamer in tegenstelling tot de officier van justitie het primair tenlastegelegde bewezen acht. De militaire kamer overweegt voorts dat enige andere strafrechtelijke reactie geen recht doet aan de ernst van het feit.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d en 91 van het Wetboek van Strafrecht,
en artikel 136 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

9.De beslissing

De meervoudige militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
werkstrafgedurende
60 (zestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B.J. Driessen (voorzitter), en mr. P.C. Quak, rechters,
alsmede kapitein ter zee logistieke dienst mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, als militair lid,
in tegenwoordigheid van mr. L. Ruizendaal-van der Veen, griffier, en uitgesproken ter
openbare terechtzitting op 18 december 2017.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door eerste luitenant der Koninklijke Marechaussee [naam] , Staf Commandant Koninklijke Marechaussee, Kabinet / Cluster integriteit, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL27AZ / 16-000243, gesloten op 10 november 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.116.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige B.S. Rosink, p.54 en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] , p.59.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] , p.60 en verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 december 2017.
5.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 december 2017.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] , p.60 en verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 december 2017.
7.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 december 2017.
8.Verklaring verdachte ter terechtzitting, alsmede proces-verbaal van relaas d.d. 10 november 2016, pag. 6
9.Proces-verbaal van relaas, p.8 en hoofdstuk 16 pistool Glock 17, p.134.
10.Voorschrift VS 7-511, Pistool Glock, p.143.
11.Nota Koninklijke Marechaussee d.d. 17 augustus 2009, pag. 144.
12.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 december 2017.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.116.
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.119.
15.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 december 2017.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.119.
17.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 3 november 2016, pag. 119, midden
18.Schriftelijk bescheid, te weten Projectrapport Onderzoek functioneren wapens KMar GLOCK 17
19.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] , p.73.
20.Proces-verbaal van verhoor getuige S.C. [getuige 6] , p.97.
21.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.118-119.
22.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] , p.61.
23.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p.67.
24.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] , p.73.
25.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , p.79.
26.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p.82.
27.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p.120.
28.Proces-verbaal sporenonderzoek, p.020.