Uitspraak
afschrift aan: [gedaagde partij]
verzonden d.d.:
zijnde:
[eisende partij sub 1], wonende te [woonplaats] en
[eisende partij sub 2], wonende te [woonplaats]
eisende partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
1.Het procesverloop
- het tussenvonnis van 5 april 2017 waarbij een comparitie van partijen is gelast.
De comparitie van partijen was bepaald op 1 juni 2017. Deze heeft geen doorgang gevonden, vanwege verhindering aan de zijde van [eisende partij sub 1].
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens van repliek in reconventie,
- de conclusie van dupliek in reconventie.
Hierna is vonnis bepaald.
2.De feiten2.1. De erfgenamen zijn, sinds het overlijden van [erflaatster], eigenaar van de woning aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning).2.2. De woning is door de erfgenamen per 1 mei 2011 verhuurd aan [gedaagde partij], voor de huurprijs van thans € 700,00 per maand.
3.De vordering en het verweer
1. de huurovereenkomst zal ontbinden en [gedaagde partij] zal veroordelen om de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis met de zijnen en het zijne te verlaten en te ontruimen, met afgifte van de sleutels aan de erfgenamen,
2. de erfgenamen zal machtigen om de ontruiming zelf op kosten van [gedaagde partij] te doen bewerkstelligen indien [gedaagde partij] met de ontruiming in gebreke mocht blijven,
3. [gedaagde partij] zal veroordelen tot betaling van € 8.357,29, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 9 januari 2017 tot de dag van algehele voldoening,
4. [gedaagde partij] zal veroordelen tot betaling van € 700,- per maand voor iedere maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde partij] de woning in gebruik heeft of mocht hebben na 1 februari 2017,
5. [gedaagde partij] zal veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten.
€ 112,87 bedraagt. Op het totaalbedrag is € 2.800,00 aan betalingen ontvangen, zodat nog een vordering van € 8.357,29 resteert. Vanwege de wanprestatie bij de betalingen hebben de erfgenamen belang bij ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning.
Daarnaast heeft hij niet het volledige genot verkregen van de schuur en de zolder, nu daar nog spullen van de erfgenamen staan en zij, ondanks vele verzoeken en toezeggingen, deze niet leeghalen. Het gemist huurgenot wordt geschat op € 50,- per maand, wat over de periode van januari 2013 tot en met maart 2017 € 2.550,00 schade betekent.
Ook hebben de erfgenamen niet gemeld dat in de woning een veel duurdere dan de gebruikelijke energievoorziening aanwezig is, namelijk een 3 x 35A in plaats van 3 x 25A, waardoor de energiekosten onredelijk hoog waren. [gedaagde partij] heeft dit laten wijzigen. De meerkosten bedroegen € 48,43 exclusief btw per maand. Over de periode mei 2011 tot en met oktober 2014 bedraagt de schade, inclusief de kosten van het omzetten, € 2.566,61.
Tenslotte stelt [gedaagde partij] dat de erfgenamen geen onderhoud (laten) verrichten, o.a. aan de cv-installatie die aan vervanging toe is, en gebreken niet herstellen.
1. tot betaling van de kosten, alsook de gederfde inkomsten, in totaal € 19.516,61, te vermeerderen met de wettelijke rente,
2. tot het opstellen van een deugdelijke huurovereenkomst tussen partijen met terugwerkende kracht per 1 januari 2017,
3. tot ontruiming van de schuur en de zolder aan de [adres], uiterlijk per 1 juli 2017,
4. tot het doen van het onderhoud waartoe de erfgenamen verplicht zijn, o.a. het onderhoud van de CV-ketel, uiterlijk voor 1 juli 2017,
5. tot vermindering van de huurprijs met € 300,00 voor elke maand vanaf 1 mei 2017 dat de erfgenamen in gebreke blijven een deugdelijke huurovereenkomst op te stellen en te ondertekenen,
6. in de proceskosten en de nakosten.
4.De beoordeling
Het verweer van [gedaagde partij] wordt opgevat als een beroep op opschorting of verrekening. Opschorting van de nakoming van een verbintenis is mogelijk, indien het gaat om tegenover elkaar staande verplichtingen, maar moet in verhouding staat tot de niet nagekomen verplichting van de ander. Opschorting leidt, indien terecht ingeroepen, tot een tijdelijk uitstel van de betalingsverplichting, niet tot het tenietgaan van die verplichting. Dat is anders bij verrekening, waarbij de vordering van de ene partij wegvalt tegen de vordering van de andere partij (tot dezelfde hoogte).
Nu [gedaagde partij] de concept-huurovereenkomst in januari 2013 heeft afgewezen en nadien niet op dit onderwerp is teruggekomen, kon hij niet om deze reden in december 2014 en de maanden daarna de huurbetalingen opschorten.
heeft zijn vordering op dit onderdeel niet genoeg onderbouwd. Niet blijkt dat hij voor het overige wel aan alle voorwaarden voor het verkrijgen van huurtoeslag voldeed, dat hij deze heeft aangevraagd en dat de toeslag alleen vanwege het niet hebben van een schriftelijke huurovereenkomst is afgewezen. Daarnaast had het – indien [gedaagde partij] voor het overige aan de vereisten voldeed - op de weg van [gedaagde partij] gelegen om zijn schade te beperken en dus naar aanleiding van het concept of vanwege een aanvraag om huurtoeslag met de erfgenamen in contact te treden en concreet aan te geven dat hij voor dit doel een schriftelijk contract nodig had. Desnoods een en ander in rechte af te (doen) dwingen.
De erfgenamen betwisten echter dat sprake is van verminderd huurgenot. Zij stellen dat [gedaagde partij] aanvankelijk, omdat het ging om tijdelijke anti-kraak-bewoning, de aanwezigheid van de spullen in de schuur en zolder goed vond en dat partijen nooit zijn overeengekomen dat dit zou veranderen. Weliswaar heeft [gedaagde partij] een aantal malen verzocht om de zolder en schuur leeg te maken en zijn de erfgenamen dat ook wel van plan, maar door persoonlijke omstandigheden is het daar nog niet van gekomen, aldus de erfgenamen.
Nu niet vast staat dat [gedaagde partij] het alleengebruik van de schuur en de zolder heeft, kan de ontruimingsvordering die hij in dat verband heeft ingesteld niet toegewezen worden. Voor een tegenvordering en verrekening is dan ook geen plaats.
“hekwerk buiten sluit niet goed en gaat stroef,
schuurdeur is rot,
CV-ketel vervangen, voorstel eigenaar
CV-ketel onderhoud, nog nooit gedaan
verwarming keuken lekt en roest door
kraan wastafel in doucheruimte
fontein toilet
waar inbouw koelkast heeft gestaan repareren
plafond slaapkamer
afzuigkap vervangen”.
De erfgenamen betwisten dat er sprake is van het niet nakomen van verplichtingen door de erfgenamen ten aanzien van door hen te verrichten werkzaamheden. Integendeel, zij verwijten [gedaagde partij] dat juist hij zijn onderhoudsverplichtingen niet nakomt, in het bijzonder ten aanzien van de tuin en wijzen op klachten daaromtrent van buren. De CV-ketel
was goed, maar had onderhoud nodig. De erfgenamen hebben installateur Waanders opdracht gegeven dit uit te voeren, maar deze diende hiervoor afspraken te maken met [gedaagde partij]. Dat het daarvan niet gekomen is, is aan [gedaagde partij] te wijten, aldus de erfgenamen.
De CV-ketel moet vervangen worden. Ik heb de Fa Waanders/Kraus opdracht gegeven om een offerte te maken. Zij zullen je telefonisch benaderen om een afspraak te maken wanneer het jou schikt. Hun tel.nr: 520068”. [gedaagde partij] heeft hierna aangegeven een afspraak te zullen maken. Vervolgens heeft hij op 20 oktober 2015 gemaild aan de erfgenamen:
“(…) De fa Waanders is vanmorgen langs geweest n.a.v. een afspraak die ik met hun had gemaakt om het e.e.a. op te nemen waarin het gaat om het volgende t.w.:1.) zolder: nieuwe verwarmingsketel;2.) badkamer: wastafelkraan is kapot en moet worden vervangen, verwarming nakijken omdat deze niet warm wordt;3.) keuken: verwarming vervangen i.v.m. lekkage en doorroesten.De punten 2 en 3 begrijp ik maar punt 1 een nieuwe verwarmingsketel heb ik de vraag en had deze man ook of dit echt nodig is?! De ketel heeft zeker een onderhoudsbeurt (schoonmaken) nodig en een nieuwe ontsteker omdat deze zo nu en dan hapert maar verder werkt deze prima (…) denk dat je de kosten van een nieuwe ketel op dit moment kunt besparen! (…)”.
Hierop is namens de erfgenamen op dezelfde dag gereageerd met: “
Dank voor het bericht. De ketel is al meer dan 20 jaar oud maar als hij nog goed is hoor je mij niet klagen. Ik wacht de offerte af.”.
Opschorting van de huurbetaling of verrekening van een schadevergoeding om deze redenen kan dan ook niet plaatsvinden.
De erfgenamen betwisten dat [gedaagde partij] hiervan niet op de hoogte was. Zij stellen dat het besproken is en dat het bovendien voor [gedaagde partij] zichtbaar geweest moet zijn.
Ook op dit onderdeel kan [gedaagde partij] niet in het gelijk worden gesteld. [gedaagde partij] betwist niet dat de energiekosten, die bij hem in rekening zijn gebracht overeen komen met het door hen genoten verbruik. Dat deze verbruikskosten, vanwege de andere aansluiting, hoger was dan hij had verwacht, kan hij niet op de verhuurder verhalen. Een rechtsgrond daarvoor ontbreekt. De verhuurder is niet verplicht de energievoorziening te wijzigen alleen omdat dit voor de huurder een vermindering van de lasten oplevert. Ook hebben de erfgenamen met stukken onderbouwd dat de aanwezigheid van de 3x35A-aansluiting op de facturen van de energieleverancier vermeld is en in elk geval na de eerste afrekening aan [gedaagde partij] bekend kon zijn. [gedaagde partij] had daarop zijn verbruik kunnen aanpassen of, zoals hij ook gedaan heeft, de aansluiting op eigen kosten laten wijzigen. Hij is wel gehouden bij het einde van de huurovereenkomst de aansluiting weer in oorspronkelijke staat achter te laten. Voor het verhaal van die kosten op de erfgenamen is geen grond.
De vorderingen van [gedaagde partij] zullen afgewezen worden. Bij de vaststelling van de termijn voor ontruiming zal rekening worden gehouden met de over het algemeen slechtere bereikbaarheid van ondernemingen en instanties in de laatste weken van het jaar.
zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de erfgenamen tot op heden worden vastgesteld op € 100,22 explootkosten, € 223,00 vast recht en € 500,00 aan salaris van de gemachtigde in conventie en € 300,00 aan salaris van de gemachtigde in reconventie. Het nasalaris wordt bepaald op
€ 100,00.
5.5. De beslissing
20 december 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.