ECLI:NL:RBGEL:2017:6893

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 december 2017
Publicatiedatum
10 januari 2018
Zaaknummer
C/05/328722/KG ZA 17-547
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • N.W. Huijgen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwarring tussen handelsnamen en domeinnamen in kort geding over handelsnaamrecht

In deze zaak, die op 18 december 2017 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, vorderde de besloten vennootschap FlexExpert B.V. (eiseres) dat de gedaagde, EquiPlus Menagement B.V., zou worden veroordeeld om het gebruik van haar handelsnaam en domeinnaam te staken. FlexExpert, actief in de uitzendbranche, heeft sinds 1991 de handelsnaam 'FlexExpert' en de domeinnaam 'flexexpert.nl' geregistreerd. EquiPlus, opgericht in 2016, gebruikt de handelsnaam 'Flex-Experts' en de domeinnaam 'flex-experts.nl'. FlexExpert stelde dat er verwarring bij het publiek te duchten was tussen de twee ondernemingen vanwege de overeenkomsten in de handelsnamen en de aard van de aangeboden diensten.

De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat het relevante publiek verwarring zou kunnen ervaren tussen de handelsnamen van beide ondernemingen. De rechter benadrukte dat de handelsnamen van EquiPlus slechts in geringe mate afwijken van die van FlexExpert, en dat de overeenkomsten in de naamdelen 'Flex' en 'Expert' significant zijn. De voorzieningenrechter concludeerde dat EquiPlus in strijd handelde met artikel 5 van de Handelsnaamwet, dat het voeren van een handelsnaam verbiedt die verwarring kan veroorzaken met een eerder gevoerde handelsnaam.

De rechter wees de vorderingen van FlexExpert toe, inclusief een dwangsom van € 1.000 per dag voor het niet naleven van de uitspraak, met een maximum van € 50.000. EquiPlus werd ook veroordeeld in de proceskosten van FlexExpert, die op € 6.703,21 werden begroot. De voorzieningenrechter stelde een termijn van zes maanden vast voor het indienen van een bodemprocedure.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/328722 / KG ZA 17-547
Vonnis in kort geding van 18 december 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLEXEXPERT B.V.,
gevestigd te Groningen,
eiseres,
advocaat mr. J.M. Sprangers te Assen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EQUIPLUS MENNAGEMENT B.V.,
gevestigd te Scherpenzeel,
gedaagde,
advocaat mr. M. van Eldik te Utrecht.
Partijen zullen hierna FlexExpert en EquiPlus genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de conclusie van antwoord met producties
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van FlexExpert
  • de pleitnota van EquiPlus.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
FlexExpert neemt sinds 1991 onder de naam
FlexExpertdeel aan het economisch verkeer. Zij houdt zich bezig met het uitzenden van (tijdelijke) arbeidskrachten, payrolling, werving en selectie, alsook het adviseren van partijen in de uitzendbranche.
2.2.
Op 18 april 2000 heeft FlexExpert de domeinnaam ‘flexexpert.nl’ bij Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (hierna: SIDN) geregistreerd. FlexExpert gebruikt haar domeinnaam actief in het kader van haar bedrijfsvoering.
2.3.
EquiPlus neemt sinds 2016 onder de namen
Flex-Expertsen
FlexExpertsdeel aan het economisch verkeer. Zij exploiteert een organisatieadviesbureau en richt zich op uitzendbureaus en payrollbedrijven die geadviseerd willen worden over met name wet- en regelgeving en procesoptimalisatie.
2.4.
Op 29 maart 2016 heeft EquiPlus de domeinnaam ‘flex-experts.nl’ bij SIDN geregistreerd. Ook zij gebruikt haar domeinnaam actief in het kader van haar bedrijfsvoering.
2.5.
Medio 2017 heeft de advocaat van FlexExpert EquiPlus bericht dat de namen
Flex-Expertsen
FlexExpertsinbreuk maken op de naam
FlexExpert. Partijen hebben vervolgens verschillende malen met elkaar gecorrespondeerd, maar tot een oplossing heeft dit niet geleid.

3.Het geschil

3.1.
FlexExpert vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis EquiPlus veroordeelt om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis het gebruik in de ruimste zin des woords van de handelsnamen
Flex-Expertsen
FlexExperts, waaronder ook het gebruik van de domeinnaam www.flex-experts.nl, te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, of een gedeelte van een dag, dat EquiPlus in gebreke zal blijven om aan dit vonnis te voldoen, een en ander met een maximum van € 50.000,00.
Voorts vordert FlexExpert dat EquiPlus wordt veroordeeld in de volledige proceskosten van deze procedure op grond van artikel 1019h Rv.
3.2.
EquiPlus voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de stellingen van FlexExpert.
4.2.
Voorop wordt gesteld dat een handelsnaam, gelet op artikel 1 Handelsnaamwet (hierna: Hnw), de naam is waaronder men feitelijk handelt, de naam die naar buiten toe wordt gebruikt als aanduiding van de onderneming. Niet in geschil is dat FlexExpert in dit verband de handelsnaam
FlexExpertals zodanig voert. Ten aanzien van EquiPlus zijn
Flex
-Expertsen
FlexExpertsde namen die naar het publiek toe worden gebruikt als aanduiding van de onderneming. Bij de beoordeling zal dan ook worden uitgegaan van deze handelsnamen.
4.3.
Op grond van het bepaalde in artikel 5 Hnw is het verboden een handelsnaam te voeren, die, vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig werd gevoerd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats waar zij zijn gevestigd, bij het publiek verwarring tussen de ondernemingen is te duchten.
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat FlexExpert de handelsnaam
FlexExperteerder voerde dan EquiPlus de handelsnamen
Flex-Expertsen
FlexExperts.
4.5.
De voorzieningenrechter stelt vervolgens vast dat de handelsnamen
Flex-Expertsen
FlexExpertsslechts in geringe mate afwijken van de handelsnaam
FlexExpert. De dominerende en kenmerkende delen van de handelsnamen zijn namelijk identiek, te weten ‘Flex’ en ‘Expert’. Dergelijke dominerende en kenmerkende delen worden in de regel het gemakkelijkst onthouden. Om die reden komt aan de verschillen – toevoeging van een ‘s’ en/of ‘-’ in de handelsnamen van EquiPlus – geen doorslaggevende betekenis toe. Er is dus sprake van grote mate van overeenstemming tussen de handelsnamen van EquiPlus en de handelsnaam van FlexExpert.
4.6.
Cruciaal is derhalve de vraag of de geringe mate waarin de handelsnamen
Flex-Expertsen
FlexExpertsafwijken van de handelsnaam
FlexExpert, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats waar zij gevestigd zijn, tot gevolg heeft dat bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is, dat wil zeggen gevaar voor verwarring bij het publiek kan doen ontstaan. Bij de beoordeling daarvan komt mede betekenis toe aan de mate waarin de handelsnaam van FlexExpert onderscheidend vermogen heeft.
4.7.
Kenmerkend voor het Handelsnaamrecht – en anders dan bij het Merkenrecht – is dat aan het onderscheidend vermogen lage eisen worden gesteld en in beginsel iedere aanduiding, ook indien beschrijvend, mits als handelsnaam gevoerd, voor bescherming in aanmerking komt. Volgens vaste jurisprudentie wordt de grens van de bescherming van beschrijvende handelsnamen echter bereikt als de gevraagde bescherming zou leiden tot monopolisering van algemeen beschrijvende woorden, zodanig dat anderen die niet meer zouden kunnen gebruiken als aanduiding van hun onderneming.
4.8.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter gaat het bij de handelsnaam
FlexExpert, gelet op de combinatie van de woorden ‘
Flex’ en
‘Expert’in relatie tot de door FlexExpert aangeboden diensten, niet om een louter beschrijvende aanduiding. De Van Dale geeft geen omschrijving van een ‘flexexpert’ en wat dat zou moeten zijn, is een kwestie van raden. Het is in elk geval niet per definitie een adviseur in de uitzendbranche.
4.9.
Hiervoor is reeds overwogen dat sprake is van grote mate van overeenstemming tussen de handelsnamen van EquiPlus en de handelsnaam van FlexExpert. Omdat beide ondernemingen zich op dezelfde markt richten, te weten de uitzendbranche, en zij bovendien in ieder geval deels soortgelijke diensten aanbieden, te weten advieswerkzaamheden op het gebied van uitzenden en payrolling, is de aard van beide ondernemingen zeer nauw verwant. Voorts zijn beide ondernemingen door heel Nederland actief als gevolg van het gebruik van een website op internet. Ten slotte overweegt de voorzieningenrechter dat ter zitting is komen vast te staan dat de Kamer van Koophandel vanaf het moment van het opstarten van de onderneming van EquiPlus (voorjaar 2016) tot medio 2017 dezelfde zogenaamde SBI-code heeft gehanteerd voor FlexExpert en EquiPlus. Een SBI-code (SBI staat voor Standaard Bedrijfsindeling 2008) is een code die een onderneming verkrijgt wanneer zij zich inschrijft in het handelsregister en die aangeeft wat de hoofdactiviteit van de onderneming is.
4.10.
Gelet op het een en ander is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter in voldoende mate aannemelijk dat bij het relevante publiek verwarring is te duchten tussen de ondernemingen van FlexExpert en EquiPlus. Dat de logo’s, websites en huisstijlen van beide ondernemingen van elkaar verschillen doet gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden niet af aan de conclusie dat gevaar voor verwarring is te duchten. Het relevante publiek kan gemakkelijk in de veronderstelling komen dat er een bedrijfsmatige band bestaat tussen beide ondernemingen.
4.11.
De conclusie is dan ook dat EquiPlus haar handelsnamen voert in strijd met het bepaalde in artikel 5 Hnw.
4.12.
Met betrekking tot de vraag of de domeinnamen flexexpert.nl en flex-experts.nl als handelsnaam in de zin van de Handelsnaamwet kunnen worden aangemerkt, wordt het volgende overwogen. In beginsel is een domeinnaam niet meer of anders dan een (internet)adres van de domeinnaamhouder en is het gebruik daarvan niet aan te merken als het voeren van een handelsnaam. Door omstandigheden kan dat evenwel anders zijn. Dat is het geval als de domeinnaam overeenkomt met een handelsnaam en gebruikt wordt ter aanduiding van de bedrijfsactiviteiten van een onderneming, waarbij ook de inhoud van de website achter de domeinnaam van belang is (vgl. o.a. gerechtshof Amsterdam, 19 oktober 2006, BIE 2007, 116 (Quikprint)).
4.13.
Op grond van het bovengenoemde toetsingskader oordeelt de voorzieningenrechter
dat beide domeinnamen als handelsnaam kunnen worden aangemerkt. Zij zijn, behoudens de hoofdletters ‘F’ en ‘E’ en de toevoeging ‘.nl‘ – waaraan geen zelfstandige betekenis kan worden toegekend –, immers identiek aan de handelsnamen
FlexExperten
Flex-Experts.Bovendien worden
FlexExperten
Flex-Expertsop de betreffende website niet alleen gebruikt als domeinnaam, maar ook als handelsnaam voor de aangeboden diensten.
In feite wordt daarmee de domeinnaam gekleurd tot handelsnaam. Deze is zozeer met het gebruik van
FlexExpertrespectievelijk
Flex-Expertsverweven, dat het gebruik van de domeinnamen moet worden aangemerkt als handelsnaamgebruik.
4.14.
Mede gelet op hetgeen hiervoor onder 4.9 is overwogen, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat door het als handelsnaam gebruiken van de domeinnaam flex-experts.nl bij het publiek verwarring is te duchten tussen de onderneming van FlexExpert en die van EquiPlus. Zowel via de website www.flexexpert.nl als via de website www.flex-experts.nl wordt immers informatie verstrekt over de aangeboden, in ieder geval deels soortgelijke diensten. Dit leidt tot de conclusie dat EquiPlus ook de domeinnaam flex-experts.nl voert in strijd met het bepaalde in artikel 5 Hnw.
4.15.
De slotsom is dat het gevorderde kan worden toegewezen, in voege zoals hierna is weergegeven.
4.16.
In verband met het bepaalde in artikel 1019i Rv zal de voorzieningenrechter de redelijke termijn waarbinnen een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt stellen op zes maanden na het wijzen van dit vonnis.
4.17.
EquiPlus zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. FlexExpert maakt aanspraak op een volledige proceskostenvergoeding ex artikel 1019h Rv en begroot haar kosten met verwijzing naar een in het geding gebrachte specificatie op € 6.345,67. EquiPlus heeft de hoogte van de advocaatkosten van FlexExpert inhoudelijk niet weersproken. De voorzieningenrechter is van oordeel dat in dit geval sprake is van een eenvoudig kort geding, waarvoor in de indicatietarieven in IE-zaken een bedrag van € 6.000,00 als redelijk en evenredig is begroot. De voorzieningenrechter zal dan ook bij dit bedrag aansluiten en de kosten aan de zijde van EquiPlus derhalve begroten op:
- dagvaarding € 85,21
- griffierecht € 618,00
- salaris advocaat €
6.000,00
Totaal € 6.703,21

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt EquiPlus om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis het gebruik in de ruimste zin des woords van de handelsnamen
FlexExperten
FlexExperts, waaronder ook het gebruik van de domeinnaam www.flex-experts.nl, te staken en gestaakt te houden,
5.2.
veroordeelt EquiPlus om aan FlexExpert een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.3.
bepaalt de termijn waarbinnen op grond van artikel 1019i Rv een bodemprocedure aanhangig dient te worden gemaakt op zes (6) maanden vanaf de dag van het wijzen van dit vonnis,
5.4.
veroordeelt EquiPlus in de proceskosten, aan de zijde van FlexExpert tot op heden begroot op € 6.703,21,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2017.
Coll.: MvG