ECLI:NL:RBGEL:2017:690
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig bekendmaken omgevingsvergunning van rechtswege
In deze zaak heeft eiseres op 6 april 2016 beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van een omgevingsvergunning van rechtswege. De rechtbank Gelderland heeft op 9 februari 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer AWB 16/2220. Eiseres betoogde dat zij op 8 januari 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning had ingediend, waarop niet tijdig was beslist, waardoor een vergunning van rechtswege zou zijn ontstaan. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente, stelde echter dat de brief van eiseres niet als een aanvraag kon worden aangemerkt en dat eiseres geen belanghebbende was omdat de aanvraag namens een relatie was ingediend.
De rechtbank heeft overwogen dat eiseres, ondanks dat de aanvraag mogelijk namens een relatie was ingediend, als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde echter dat de brief van eiseres niet voldeed aan de eisen van een aanvraag zoals gedefinieerd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat de brief meer een verzoek om informatie was dan een formele aanvraag voor een omgevingsvergunning. Eiseres had niet duidelijk gemaakt dat zij een aanvraag wilde indienen en had ook niet de gebruikelijke procedure gevolgd, zoals het indienen via het Omgevingsloket.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen omgevingsvergunning van rechtswege was ontstaan, omdat de brief niet als een aanvraag kon worden aangemerkt. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. M.S.T. Belt, rechter, in aanwezigheid van mr. M.H. Dijkman, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.