ECLI:NL:RBGEL:2017:6909

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 december 2017
Publicatiedatum
29 januari 2018
Zaaknummer
324241
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident zekerheidstelling proceskosten; uitleg woonplaats rechtspersoon/natuurlijk persoon; vorm en hoogte zekerheidsstelling; vordering gedeeltelijk toegewezen

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland op 13 december 2017, is een incident aan de orde waarbij Vrijheid Apeldoorn B.V. en [eiser 2] (hierna gezamenlijk aangeduid als Vrijheid Apeldoorn c.s.) betrokken zijn. Vrijheid Apeldoorn c.s. vordert in de hoofdzaak een betaling van € 1.200.000,00 van Maatschap c.s. en heeft een verzoek ingediend om zekerheid te stellen voor de proceskosten. Maatschap c.s. heeft op haar beurt gevorderd dat Vrijheid Apeldoorn c.s. zekerheid stelt voor de proceskosten in de hoofdzaak, omdat zij van mening is dat het verhaal van de proceskosten in Thailand, waar Vrijheid Apeldoorn B.V. is gevestigd, onmogelijk zal zijn.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de statutaire zetel van Vrijheid Apeldoorn B.V. in Hengelo, Overijssel ligt, en dat de woonplaats van [eiser 2] niet in Nederland is. Dit betekent dat [eiser 2] in beginsel verplicht is om zekerheid te stellen voor de proceskosten, tenzij er een uitzonderingsgrond van toepassing is. Vrijheid Apeldoorn c.s. heeft echter niet voldoende onderbouwd dat er vermogensbestanddelen in Nederland zijn waarop verhaal mogelijk is, waardoor de rechtbank de vordering van Maatschap c.s. om zekerheid te stellen heeft toegewezen.

De rechtbank heeft bepaald dat [eiser 2] zekerheid moet stellen voor de proceskosten tot een bedrag van € 20.148,00, door middel van een gebruikelijke onherroepelijke afroepgarantie van een gerenommeerde Nederlandse bank. De rechtbank heeft ook bepaald dat deze zekerheid binnen vier weken na het vonnis moet worden gesteld, op straffe van niet-ontvankelijkheid in de hoofdzaak. De proceskosten in het incident zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. K. Mans.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/324241 / HA ZA 17-395 / 1362 / 1328
Vonnis in incident van 13 december 2017
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VRIJHEID APELDOORN B.V.,
statutair gevestigd te Hengelo, Overijssel, en kantoorhoudende te Bophut, Thailand,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. S. Mol te Utrecht,
tegen
1. maatschap naar burgerlijk recht
[verweerder 1],
statutair gevestigd te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LORO VIKING B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Hengelo, Gelderland,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLUEBELLS B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Gendringen, gemeente Oude IJsselstreek,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
L&C ACCOUNTANTS HOLDING B.V.,
statutair gevestigd te Nieuwegein en kantoorhoudende te Doetinchem,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 5],
statutair gevestigd te [woonplaats] en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 6],
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ETL ACCOUNTANTS B.V.,
statutair gevestigd te Doetinchem en kantoorhoudende te Arnhem,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 8],
statutair gevestigd te [woonplaats] en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 9],
statutair gevestigd te [woonplaats] en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 10],
statutair gevestigd te [woonplaats] en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 11],
statutair gevestigd te [woonplaats] en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 12],
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
13. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 13],
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
14. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 14],
statutair gevestigd te [woonplaats] en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
15. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LOME HOLDING B.V.,
statutair gevestigd te Zevenaar en kantoorhoudende te Arnhem,
16. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LOTI HOLDING B.V.,
statutair gevestigd te Zevenaar en kantoorhoudende te Arnhem,
17. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NIDON HOLDING B.V.,
statutair gevestigd te Hengelo, Overijssel, en kantoorhoudende te Arnhem,
18. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 18],
statutair gevestigd te [woonplaats] en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
19. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 19],
statutair gevestigd te [woonplaats] en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
20. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 20],
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
21. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JVB BUREAU JURIDISCHE VRIJE BEROEPEN B.V.,
statutair gevestigd te Zevenaar en kantoorhoudende te Baarn,
22. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 22],
statutair gevestigd te [woonplaats] en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
23. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BNA BURO NOTARIËLE ACCOUNTANTS B.V.,
statutair gevestigd te Zevenaar en kantoorhoudende te Baarn,
gedaagden in de hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
advocaat mr. R. van Biezen te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna Vrijheid Apeldoorn c.s. en Maatschap c.s. genoemd worden. Vrijheid Apeldoorn c.s. wordt afzonderlijk aangeduid met Vrijheid Apeldoorn B.V. en [eiser 2] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen van 13 juli 2017 met 11 producties
  • de brief van 3 augustus 2017 met productie 12 en een productieoverzicht van de zijde van Vrijheid Apeldoorn c.s.
  • de incidentele conclusie tot het stellen van zekerheid ex art. 224 Rv.
  • de incidentele conclusie van antwoord ex art. 224 Rv.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten

2.1.
Vrijheid Apeldoorn c.s. vordert in de hoofdzaak veroordeling van Maatschap c.s. tot betaling van een bedrag van € 1.200.000,00 plus (achterstallige) rente en veroordeling van Maatschap c.s. tot het nakomen van verplichtingen uit de overeenkomst van geldlening door jaarlijks lijsten met handelsdebiteuren te verstrekking en medewerking te verlenen aan hernieuwde registratie van het pandrecht van Vrijheid Apeldoorn, op straffe van een dwangsom. Voorts vordert Vrijheid Apeldoorn c.s. een verklaring voor recht dat zij gerechtigd is om de door Maatschap c.s. verstrekte zekerheidsrechten uit te winnen en vordert zij hoofdelijke veroordeling van Maatschap c.s. in de kosten van het conservatoir beslag en de proceskosten. Vrijheid Apeldoorn c.s. legt hieraan ten grondslag dat Vrijheid Apeldoorn B.V. € 1.200.000,00 aan Maatschap c.s. heeft geleend en dat Maatschap c.s. dit bedrag tot op heden niet aan haar heeft terugbetaald. Maatschap c.s. stelt zich op het standpunt dat het volledige bedrag plus rente reeds is terugbetaald.
2.2.
Een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van Vrijheid Apeldoorn B.V. van 16 maart 2017 vermeldt, voor zover thans van belang:
[…]
Deze onderneming heeft geen vestiging in Nederland
Rechtspersoon
[…]
Statutaire naam Vrijheid Apeldoorn B.V.
Statutaire zetel Hengelo Ov
[…]
Vestiging
[…]
Bezoekadres Suratthani 10/76, M005 Bophut, Thailand
[…]

3.Het geschil en de beoordeling in het incident

3.1.
Maatschap c.s. vordert dat de rechtbank Vrijheid Apeldoorn c.s. op grond van artikel 224 Rv hoofdelijk veroordeelt om zekerheid te stellen voor de proceskosten in de hoofdzaak tot een bedrag van € 57.273,50, door middel van een bankgarantie op eerste afroep. Maatschap c.s. voert hiertoe aan dat, mocht zij in de hoofdzaak in het gelijk worden gesteld, een niet te verwaarlozen kans bestaat dat Vrijheid Apeldoorn c.s. in de proceskosten wordt veroordeeld. Volgens Maatschap c.s. is Vrijheid Apeldoorn B.V. gevestigd en kantoorhoudende te Bophut, Thailand. Het verhaal van de proceskosten in Thailand zal volgens Maatschap c.s. onmogelijk zijn. Daar komt bij dat Vrijheid Apeldoorn B.V. door verschillende rechtbanken is veroordeeld tot het betalen van zekerheidstelling ex artikel 224 Rv en dat Vrijheid Apeldoorn c.s. hieraan nooit gehoor heeft gegeven.
3.2.
Vrijheid Apeldoorn c.s. voert verweer en concludeert primair tot afwijzing van de gevorderde zekerheid en subsidiair tot matiging van het bedrag waarvoor zekerheid moet worden gesteld en tot aanwijzing van een andere, minder belastende, wijze van zekerheidstelling.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3.4.
Op de voet van artikel 224 lid 1 Rv zijn allen zonder woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland die bij een Nederlandse rechter een vordering instellen of zich voegen of tussenkomen in een geding alhier, verplicht op vordering van de wederpartij zekerheid te stellen voor de proceskosten en de schadevergoeding tot betaling waarvan zij veroordeeld zouden kunnen worden. Dit geldt enkel dan niet wanneer een van de uitzonderingen zoals vermeldt in artikel 224 lid 2 Rv zich voordoet. Uit de wetsgeschiedenis bij dit artikel blijkt dat aan de hand van artikel 1:10 BW moet worden vastgesteld of de eiser woonplaats in Nederland heeft (Parlementaire Geschiedenis Herziening Rv, p. 393). Het eerste lid van dit artikel bepaalt dat de woonplaats van een natuurlijk persoon zich bevindt te zijner woonstede en bij gebreke daarvan ter plaatse van zijn werkelijk verblijf. De woonplaats van een rechtspersoon bevindt zich volgens het tweede lid van genoemd artikel waar hij volgens wettelijk voorschrift of volgens zijn statuten of reglementen zijn zetel heeft.
3.5.
Tussen partijen is niet in geschil dat de statutaire zetel van Vrijheid Apeldoorn B.V. zich blijkens het uittreksel van het handelsregister in Hengelo, Overijssel, bevindt. Bij privaatrechtelijke rechtspersonen zoals Vrijheid Apeldoorn B.V. bepalen de statuten de zetel. Deze statutaire zetel wordt op grond van het bepaalde in de Handelsregisterwet opgenomen in het handelsregister, onder meer ter bevordering van de rechtszekerheid in het economisch verkeer. Een rechtspersoon kan slechts één statutaire zetel hebben, gelet op het systeem van de wet, dat in de lokalisatie van rechtspersonen als Vrijheid Apeldoorn B.V. voor de statutaire zetel heeft gekozen, in plaats voor een stelsel van lokalisatie aan de hand van kantoor of bestuursactiviteiten. Gesteld nog gebleken is dat Vrijheid Apeldoorn. B.V. haar statutaire zetel heeft verplaatst, daargelaten dat verplaatsing naar Thailand zou leiden tot wijziging van het op deze rechtspersoon toepasselijke recht en internationale verplaatsing vanuit Nederland naar een land buiten de EU/EER niet mogelijk is met behoud van de status van Nederlandse rechtspersoon. Vorenstaande leidt tot de conclusie dat hetgeen door Maatschap c.s. is aangevoerd met betrekking tot het kantoor van Vrijheid Apeldoorn B.V. in Thailand en de juistheid van dat kantooradres niet kan leiden tot het door haar beoogde doel. Aldus moet – binnen het beperkte beoordelingskader van dit incident – ervan uitgegaan worden dat Vrijheid Apeldoorn B.V. haar woonplaats in Nederland heeft, zodat niet is voldaan aan het vereiste van artikel 224 lid 1 Rv. Dit leidt tot afwijzing van de incidentele vordering ten aanzien van Vrijheid Apeldoorn B.V.
3.6.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser 2] in [woonplaats] woont. Omdat [eiser 2] geen gewone woon- of verblijfsplaats in Nederland heeft, is hij in beginsel gehouden de gevorderde zekerheid te bieden tenzij een uitzonderingsgrond van toepassing is. [eiser 2] doet, zo begrijpt de rechtbank, gesteund door Vrijheid Apeldoorn B.V. in dit verband een beroep op de uitzonderingsgrond uit artikel 224 lid 2 sub c Rv. Deze uitzondering bepaalt dat geen verplichting tot het stellen van zekerheid bestaat als redelijkerwijs aannemelijk is dat verhaal voor de proceskostenveroordeling in Nederland mogelijk zal zijn. Het is daarbij aan degene van wie zekerheid wordt gevorderd om ter zake voldoende (specifieke) gegevens te verschaffen hierover (Parlementaire Geschiedenis Herziening Rv, p. 394). Vrijheid Apeldoorn c.s. betoogt dat zich in Nederland diverse vermogensbestanddelen van [eiser 2] bevinden, zoals een bankrekening en aandelen in onder andere Vrijheid Apeldoorn B.V., waarop verhaal in geval van een veroordeling tot betaling van proceskosten mogelijk is. Vrijheid Apeldoorn c.s. heeft echter in het geheel nagelaten de gestelde vermogensbestanddelen met (enige) specifieke gegevens te onderbouwen. Het verweer van Vrijheid Apeldoorn c.s. op dit punt treft daarom geen doel. Nu een andere uitzonderingsgrond niet is gesteld of gebleken, is [eiser 2] op grond van de hoofdregel uit 224 lid 1 Rv gehouden om zekerheid te stellen voor de proceskosten.
3.7.
Maatschap c.s. heeft het bedrag waarvoor zekerheid moet worden gesteld begroot op € 57.273,50, uitgaande van 16,5 punten liquidatietarief VIII plus € 3.894,00 aan griffierecht en € 398,00 aan nakosten. Zij heeft bij het puntenaantal rekening gehouden met de incidentele vordering, de conclusie van antwoord, meerdere aktes met bijzondere inhoud, het bijwonen van een comparitie, een deskundigenonderzoek en een akte na het onderzoek, een pleidooi, enquête(s), contra-enquête(s) en een conclusie na enquête. Vrijheid Apeldoorn c.s. acht (maximaal) 3 punten liquidatietarief VIII toereikend en komt daarmee op een bedrag van € 13.527,00, inclusief 1 punt voor het opgeworpen incident en het griffierecht, en voert aan dat vooralsnog niet valt in te zien dat de procedure anders zal verlopen dan de standaardprocedure.
3.8.
De rechtbank stelt voorop dat Vrijheid Apeldoorn c.s. het voornoemde griffierecht en de nakosten, zoals opgenomen in de begroting van Maatschap c.s., niet heeft betwist. Vast staat dat, gelet op de vordering in de hoofdzaak, liquidatietarief VIII van toepassing is. Alleen het aantal te hanteren punten liquidatietarief is in geschil. Maatschap c.s. gaat uit van een verwachting dat in de hoofdzaak vrijwel alle mogelijke proceshandelingen zullen worden verricht. Zij laat echter na het door haar geschatte puntenaantal nader van een toelichting te voorzien en voert in dit verband enkel aan dat het geen overdreven schatting is gelet op de diepgewortelde problematiek in de hoofdzaak. Naar het oordeel van de rechtbank biedt dit dan ook onvoldoende grond om met alle door Maatschap c.s. opgevoerde proceshandelingen rekening te houden. Wel is de rechtbank van oordeel dat rekening moet worden gehouden met méér proceshandelingen dan een regulier procesverloop zou kennen. Gelet op de aard en omvang van de zaak zijn naast een conclusie van antwoord en een comparitie van partijen ook (contra-)enquête(s), een conclusie na enquête en meerdere aktes met bijzondere inhoud te verwachten. Om die reden wordt een bedrag aan zekerheidstelling voor de proceskosten van € 20.148,00 (5,0 punten × € 3.211,00 + griffierecht ad € 3.894,00 en nakosten ad € 131,00 + € 68,00) redelijk geacht. [eiser 2] zal worden veroordeeld om voor voornoemd bedrag zekerheid te stellen. De rechtbank merkt op dat indien in de loop van de procedure daartoe aanleiding mocht zijn, het Maatschap c.s. vrijstaat om de rechter te verzoeken om [eiser 2] te verplichten aanvullende zekerheid te stellen.
3.9.
Wat betreft de wijze van zekerheidstelling door [eiser 2] overweegt de rechtbank als volgt. Vrijheid Apeldoorn c.s. betoogt dat het verstrekken van een bankgarantie aanzienlijke kosten met zich meebrengt. Vrijheid Apeldoorn B.V. biedt in dit verband aan om, in het geval dat [eiser 2] wél en Vrijheid Apeldoorn B.V. niet wordt veroordeeld tot het stellen van zekerheid, zich hoofdelijk te verbinden voor alle door [eiser 2] uit hoofde van deze procedure verschuldigde proceskosten. Alternatief is Vrijheid Apeldoorn c.s. bereid een bedrag in ter zekerheid van voldoening aan een proceskostenveroordeling in depot te storten op de derdenrekening van hun advocaat. De rechtbank overweegt dat de door [eiser 2] te verschaffen zekerheid gelet op artikel 6:51 lid 2 BW enerzijds voldoende waarborg moet verschaffen voor de voldoening van in ieder geval de hoofdsom, terwijl de schuldeiser zich zonder moeite op de aangeboden zekerheid moet kunnen verhalen. Aan het aanbod van Vrijheid Apeldoorn B.V. om zich hoofdelijk te verbinden voor de door [eiser 2] verschuldigde proceskosten zal de rechtbank gelet op het voorgaande voorbij gaan, nu in het geheel niet is gesteld of gebleken op welke wijze en tot welk bedrag Vrijheid Apeldoorn c.s. verhaal zal bieden in dat geval. Voorts kán het storten van het bedrag onder de eigen advocaat voldoende zekerheid voor verhaal vormen. Dan is immers sprake van een vermogensbestanddeel binnen Nederland, waarop de schuldeiser zich kan verhalen. Er dient echter wel zekerheid te bestaan dat het geld niet op eerste verzoek van Vrijheid Apeldoorn c.s. weer wordt teruggestort. Vrijheid Apeldoorn c.s. heeft in het geheel geen inzicht verschaft in de wijze waarop zij de laatstgenoemde zekerheid zal bieden. In het licht van het voorgaande is rechtbank in dit geval van oordeel dat (ook) zekerheidsstelling door middel van storting op de derdengeldrekening van de advocaat van Vrijheid Apeldoorn c.s., geen passende vorm van zekerheidstelling is. Daarom dient het belang van het verschaffen van zekerheid zwaarder te wegen dan een beperking van de kosten zoals door Vrijheid Apeldoorn c.s. voorgestaan en worden bepaald dat de door Maatschap c.s. gevorderde zekerheid moet worden gesteld door middel van een gebruikelijke onherroepelijke afroepgarantie van een gerenommeerde Nederlandse bank op de gebruikelijke garantievoorwaarden.
3.10.
Aangezien beide partijen in dit incident op één of meerdere punten in het (on)gelijk zijn gesteld, worden de proceskosten in het incident gecompenseerd zoals hierna vermeld.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
veroordeelt [eiser 2] tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten tot een bedrag van € 20.148,00, door middel van een gebruikelijke onherroepelijke afroepgarantie van een gerenommeerde Nederlandse bank op de gebruikelijke garantievoorwaarden;
4.2.
bepaalt dat de zekerheid moet zijn gesteld binnen een termijn van vier weken na heden, op straffe van niet-ontvankelijkheid van [eiser 2] in de hoofdzaak;
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
compenseert de proceskosten in het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in de hoofdzaak
4.6.
bepaalt dat de hoofdzaak weer op de rol zal komen van
21 februari 2018voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. Mans en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2017.