Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
4.De beslissingen
spreekt verdachte vrijvan het ten laste gelegde.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland op 18 december 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een militair, die werd beschuldigd van mishandeling met zwaar lichamelijk letsel. De zaak vond zijn oorsprong in een incident tijdens een waterpolowedstrijd op 14 februari 2016 in Stadskanaal, waarbij de verdachte en het slachtoffer, [naam 1], elk tot een ander team behoorden. Tijdens de wedstrijd ontstond er een aanraking tussen de twee, waarbij [naam 1] hoofdletsel opliep. De officier van justitie stelde dat de verdachte [naam 1] meermalen met gebalde vuist(en) op het hoofd had geslagen of gestompt, wat leidde tot het hoofdletsel van het slachtoffer. De verdediging pleitte echter voor integrale vrijspraak, stellende dat de verdachte niet verantwoordelijk was voor het letsel van [naam 1].
Tijdens de zitting op 17 juli en 18 december 2017 werd duidelijk dat het hoofdletsel van [naam 1] op verschillende manieren kon zijn ontstaan. Getuigenverklaringen waren tegenstrijdig; sommige getuigen verklaarden dat de verdachte had geslagen, terwijl anderen stelden dat [naam 1] een kopstoot had gegeven. Bovendien werd door de scheidsrechter gerapporteerd dat de verdachte onbeheerste slaande bewegingen had gemaakt, wat ook een mogelijke oorzaak van het letsel kon zijn. De militaire kamer concludeerde dat geen van de mogelijke oorzaken in voldoende mate kon worden uitgesloten, waardoor zij niet de overtuiging had dat de verdachte schuldig was aan de mishandeling.
Daarom sprak de militaire kamer de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit. Tevens werd de benadeelde partij, [naam 1], niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op 18 december 2017.