ECLI:NL:RBGEL:2017:6913

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 december 2017
Publicatiedatum
31 januari 2018
Zaaknummer
05/760103-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van een militair voor mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tijdens een waterpolowedstrijd

In deze zaak heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland op 18 december 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een militair, die werd beschuldigd van mishandeling met zwaar lichamelijk letsel. De zaak vond zijn oorsprong in een incident tijdens een waterpolowedstrijd op 14 februari 2016 in Stadskanaal, waarbij de verdachte en het slachtoffer, [naam 1], elk tot een ander team behoorden. Tijdens de wedstrijd ontstond er een aanraking tussen de twee, waarbij [naam 1] hoofdletsel opliep. De officier van justitie stelde dat de verdachte [naam 1] meermalen met gebalde vuist(en) op het hoofd had geslagen of gestompt, wat leidde tot het hoofdletsel van het slachtoffer. De verdediging pleitte echter voor integrale vrijspraak, stellende dat de verdachte niet verantwoordelijk was voor het letsel van [naam 1].

Tijdens de zitting op 17 juli en 18 december 2017 werd duidelijk dat het hoofdletsel van [naam 1] op verschillende manieren kon zijn ontstaan. Getuigenverklaringen waren tegenstrijdig; sommige getuigen verklaarden dat de verdachte had geslagen, terwijl anderen stelden dat [naam 1] een kopstoot had gegeven. Bovendien werd door de scheidsrechter gerapporteerd dat de verdachte onbeheerste slaande bewegingen had gemaakt, wat ook een mogelijke oorzaak van het letsel kon zijn. De militaire kamer concludeerde dat geen van de mogelijke oorzaken in voldoende mate kon worden uitgesloten, waardoor zij niet de overtuiging had dat de verdachte schuldig was aan de mishandeling.

Daarom sprak de militaire kamer de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit. Tevens werd de benadeelde partij, [naam 1], niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op 18 december 2017.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/760103-16
Datum uitspraak : 18 december 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres]
raadsvrouw: mr. T.H. ten Wolde, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 17 juli 2017 en 18 december 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 14 februari 2016 te Stadskanaal [naam 1] heeft mishandeld door
die [naam 1] , tijdens een waterpolo-wedstrijd een/of meermalen met kracht, opzettelijk,
met gebalde vuist(en) op en/of tegen het hoofd te slaan en/of te stompen,
terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, althans enig letsel, te weten licht traumatisch schedel/hersenletsel(postcommotionele problemen zoals hoofdpijn, aandacht- en concentratiestoornissen) ten gevolge heeft gehad.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Tijdens een waterpolowedstrijd op 14 februari 2016 in Stadskanaal behoorden verdachte en [naam 1] (hierna: [naam 1] ) elk tot het andere team. Op een moment tijdens die wedstrijd dat [naam 1] de bal in bezit had en verdachte probeerde de bal bij [naam 1] weg te krijgen, ontstond een aanraking tussen beiden. Hierbij werd [naam 1] tegen het hoofd geraakt.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling door meermalen tegen het hoofd van [naam 1] te stompen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit.
Beoordeling door de militaire kamer
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de militaire kamer gebleken dat [naam 1] tijdens de waterpolowedstrijd op 14 februari 2016 hoofdletsel heeft opgelopen, welk hoofdletsel voor hem langdurige en vervelende gevolgen heeft gehad. De militaire kamer heeft tijdens het onderzoek ter terechtzitting ook geconstateerd dat uit de inhoud van de wettige bewijsmiddelen naar voren komt dat dit hoofdletsel kan zijn ontstaan door drie verschillende oorzaken. Allereerst is door verschillende getuigen, die kunnen worden aangemerkt als aanhangers van het waterpoloteam van [naam 1] , verklaard dat verdachte die [naam 1] meermalen tegen het hoofd heeft geslagen of gestompt. Ten tweede is door verdachte en door andere getuigen, die kunnen worden aangemerkt als aanhangers van het waterpoloteam van verdachte, verklaard dat verdachte niet heeft geslagen/gestompt tegen het hoofd van [naam 1] , maar dat [naam 1] een kopstoot tegen het hoofd van verdachte heeft gegeven. Ten derde is - later in de tuchtprocedure bij de KNZB - door de scheidsrechter [naam 2] gerapporteerd dat [naam 1] de bal achter zich had en dat verdachte, die met zijn gezicht richting [naam 1] lag, onbeheerste slaande bewegingen richting het water heeft gemaakt.
Op grond van het voorgaande komt de militaire kamer tot de conclusie dat het hoofdletsel van [naam 1] op verschillende manieren kan zijn veroorzaakt: door onbeheerste zwembewegingen, dan wel door slaan/stompen door verdachte, dan wel door een kopstoot door [naam 1] zelf. Geen van deze mogelijke oorzaken wordt in voldoende mate uitgesloten door de inhoud van de bewijsmiddelen.
Dat betekent dat de militaire kamer niet de overtuiging heeft verkregen dat verdachte [naam 1] heeft geslagen en/of gestompt, zodat vrijspraak moet volgen.
3. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
[naam 1] heeft zich in het strafproces als benadeelde partij gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding tot een bedrag van € 1.598,98 ter zake van het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geadviseerd de vordering deels toe te wijzen en deels niet-ontvankelijk te verklaren, met vordering van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in diens gehele vordering bepleit.
Beoordeling door de rechtbank
Nu de militaire kamer verdachte geheel zal vrijspreken van het ten laste gelegde, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard ten aanzien van de gehele vordering.

4.De beslissingen

De meervoudige militaire kamer:

spreekt verdachte vrijvan het ten laste gelegde.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 1]
De meervoudige militaire kamer:
 verklaart de benadeelde partij [naam 1] niet-ontvankelijk.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B.J. Driessen (voorzitter) en mr. P.C. Quak, rechters, en Kolonel mr. H.C.M. Snellen, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. L. Ruizendaal-van der Veen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 18 december 2017.